Jan Flamend
Marc De Bock
Non-fictie
  • 651 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

28 oktober 2023 Het boosboek. Waarom we zo vaak zo kwaad zijn.
Hoe omgaan met de kwade mens in ons?
Boosheid, woede en agressie zijn alomtegenwoordig in onze beschaafde wereld. Er leven onderhuids heel veel ongenoegen, frustraties en ergernis die op geregelde tijdstippen een weg naar buiten zoeken, in manifestaties, in hooligangeweld, in verkeersagressie, in knokpartijen, in haatpraat. Boosheid is onze tweede natuur geworden en we doen steeds minder moeite om die niet te ventileren.
Je hebt de individuele boosheid die latent sluimert, en je hebt de groepswoede die het stadsmeubilair graag afbreekt, en de eenzame mislukkelingen die scholen overhoopschieten en tientallen kinderen mee het graf in nemen. Bovendien zijn mensen geen logische, rationale wezens. We zitten vol emoties en boosheid is er één van. Ons brein zoekt makkelijker het negatieve dan het positieve op, en is dus meer op boosheid dan op geluk en mildheid geprogrammeerd.
Dit lezen we in het voorwoord van Het boosboek, de nieuwste productie van Jan Flamend. Deze Truienaar stapte na een academische carrière aan het Instituut voor Literatuurwetenschap van de KU Leuven over naar het zakenleven. Hij werkte voor technologiebedrijven als Apple en HP en stichtte het internationaal gerenommeerde opleidingsbedrijf Valueselling.be. Daarnaast was hij ook jarenlang recensent voor De Standaard der Letteren en schreef hij diverse boeken over literatuur, communicatie en verkoop.
Met dit werk probeert hij onze menselijke boosheid te doorgronden en er een paar remedies voor te vinden. Voorafgaand heeft hij zich enkele maanden in de wereld van de boosheid ondergedompeld, veel gelezen, uit de oudheid, in de Bijbel en is hij bij vrienden op Facebook, filosofen en psychiaters te rade gegaan en heeft hij ook getracht zijn eigen ongenoegen en frustraties onder ogen te zien. Daarbij deed Flamend liefst vijfenzeventig (!) vaststellingen die men als stellingen kan beschouwen. Hiermee steekt hij in het boek van wal.
Vanzelfsprekend is het onhaalbaar om al deze stellingen hier gedetailleerd uit de doeken te doen. Samenvattend kunnen we echter besluiten dat de auteur het presteerde om een groot aantal diverse, dikwijls verrassende aspecten van boosheid op te lijsten en haarfijn te verklaren vanuit uiteenlopende disciplines en invalshoeken. We maken tevens kennis met enkele begrippen zoals productieve onenigheid, de realistic conflict theory, atrocitologie, passief-agressieve rivaliteit, anger management, gekwetste kind-modus, attributiefout en met onze rijke vocabulaire van seksueel getinte beledigingen als doelbewuste boosmakers.
Wanneer de auteur naar de oudheid terugkijkt, blijkt dat ook daar de boosheid omnipresent was. De Grieken en de Romeinen waren oorlogszuchtige volken, door woede en wrok gedreven. Dat merken we eveneens in het oeuvre van Homeros, Vergilius en Heraclitus. En Jahweh, de oud-testamentische god van de Joden, is wellicht de grootste boosaard aller tijden. Een zeldzame uitzondering is de Romeinse auteur en filosoof Lucius Annaeus Seneca die met zijn De Ira (Over de woede) een sterk pleidooi heeft gehouden voor een stoïcijnse levenshouding.
Boosheid is een humane emotie en als dusdanig een waardig studieterrein. Bijgevolg wordt in het derde hoofdstuk nagetrokken wat evolutiebiologen en psychologen over die boosheid zeggen. Centraal staat de Amerikaanse psycholoog Aaron Beck (1921-2021) wiens onderzoek betrekking had op psychotherapie, psychopathologie, suïcideonderzoek en de ontwikkeling van denkfouten.
Verderop komt de Amerikaans-Engelse filosoof Herbert Paul Grice (1913-1988) in beeld die stelde dat bij menselijke interacties wordt uitgegaan van het samenwerkingsprincipe tussen de deelnemers. Een idealistische benadering, oppert Flamend, want de werkelijkheid is meestal helemaal anders. Het lijkt er zelfs op dat het normale, duidelijke, fatsoenlijke en waarheidsgetrouwe gesprek niet bestaat, tenzij als toetssteen voor al die andere vormen van miscommunicatie (roddelen, schelden, enz.).
Dat roddelen is een vorm van boosaardigheid, vaak gebaseerd op jaloezie. Schelden is een spel geworden. Een belangrijk taalkundig instrument om onze boosheid te luchten en anderen in zo zwierig mogelijke bewoordingen te kapittelen. Om het spelkarakter van verbale duels duidelijk te maken, wordt wat dieper ingegaan op de rituele scheldpartijen tussen zwarten in Amerikaanse getto’s, verwijzend naar een bekende studie van de Amerikaanse sociolinguïst Willam Labov. De specialist op het gebied van verbale hatelijkheden was de Duits-Amerikaanse scheikundig ingenieur en professor Duits Reinhold Aman (1936-2019), uitgever van Maledicta, een wetenschappelijk tijdschrift gewijd aan de studie van aanstootgevende taal, ook wel maledictologie genoemd. In de letteren is polemiseren tot een kunst verheven. De winnaar van een verbaal duel heeft geëxcelleerd in de literaire sport van het “zo voortreffelijk mogelijk honen van de tegenstander”. Flamend aarzelt niet om de Nederlandse schrijver Gerrit Komrij (1944-2012) als het prototype van de literaire polemist naar voren te schuiven, getuige hiervan is Pek en zwavel uit 1997, een bloemlezing van twintig jaar scheldwerk.
Een apart deel is gewijd aan de wijze waarop onze boosheid geactiveerd wordt in films, tv-series en videogames. Het is bewezen dat al dat visueel geweld onze acceptatiedrempel voor echt bloedvergieten sterk verlaagt. Uitgebreide aandacht gaat naar de boosaardige maffiabaas Tony Soprano uit de succesvolle Amerikaanse dramaserie The Sopranos. De meest gebruikte krachtterm in deze serie is “fuck” en als wetenswaardig toemaatje toont Flamend aan dat dit het enige woord ter wereld is dat in zowat elke grammaticale categorie kan voorkomen.
Vervolgens voert het boek ons naar de arctische regionen van Noordwest-Canada waar een Eskimovolk zonder boosheid leeft. Woedebeheersing aan de poolcirkel. Hoe is dit Inuit-volk daarin gelukt? Het is terug te vinden in Never in Anger. Portrait of an Eskimo family uit 1970, een klassieker in de antropologie van de Amerikaanse menskundige Jean L. Briggs (1929-2016). Flamend beschouwt hun cultuur en opvoedingsstijl als een voorbeeld waaruit we nog iets van leren.
Heel boeiend is het hoofdstuk waarin gezocht wordt naar de oorzaken van de huidige polarisatie in onze maatschappij. Of met andere woorden: wat drijft mensen uit elkaar? We betreden het terrein van de politieke psychologie en er wordt in dit verband gerefereerd naar het werk van de Gentse hoogleraar sociale psychologie Alain Van Hiel en de Duitse socioloog en filosoof Theodor Adorno (1903-1969). De antwoorden op het vraagstuk zijn allesbehalve opbeurend en The Pyramid of Hate van de Amerikaanse psycholoog Gordon Allport (1897-1967) komt zelfs ter sprake.
Wat maakt een oudere, blanke man boos? Topadvocaat Sven Mary, ondernemer Ignace Van Doorselaere en communicatieadviseur Noël Slangen worden middels een openhartig interview aan de tand gevoeld over hun boosheid.
Het boek bevat ronduit scherpe passages wanneer de inzichten van de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900) en van de Nederlandse intellectueel Menno ter Braak (1902-1940) worden ontleed in het kader van rancune en ressentiment, een permanente staat van latente boosheid die zich uit in misnoegdheid. Nog steeds handig misbruikt als essentiële voedingsbodem voor extreemrechts en fascisme.
Ambras thuis: relationele spanningen zijn gesneden brood voor literatuur en film. Woede bij Who’s afraid of Virginia Woolf en jaloezie bij Othello. Twee toneel- en filmkrakers en dat is geen toeval, wellicht vanwege de herkenbaarheid bij het grote publiek.
Hoe gaan we onze woede te lijf? Daar gaat het laatste hoofdstuk over. Flamend ontvouwt voor ons (en zichzelf) enkele remediërende boodschappen en technieken. Maar zijn sleutelwoord is “vergeven”. Niks is zo moeilijk als vergeven. En toch, het is vaak de enige manier om van die boosheid verlost te raken. Want boosheid kan zich zeer diep nestelen en zo diep zitten dat het heel ons doen en laten gaat bepalen. Dat willen we toch niet? Het laatste woord in dit boek is evenwel weggelegd voor Boeddha, in een parabel over boosheid en liefde die ons tot nadenken stemt.
Het boosboek is een schitterende en begrijpelijke handleiding voor gemoedsrust en relativering. Zonder franjes en razend interessant.

Marc De Bock
Jan Flamend
Marc De Bock
Non-fictie
-
_Marc De Bock - Recensent
Meer van Marc De Bock

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies