Ingrid de Zwarte & Jeroen Candel
Marc De Bock
Non-fictie
  • 2012 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

15 juli 2021 10 miljard monden - Hoe we de wereld gaan voeden in 2050
In 2050 zal onze planeet bijna 10 miljard inwoners tellen. Dit betekent dat er over dertig jaar 2 miljard monden meer te voeden zijn dan op dit moment. Hoe gaan we de toekomstige wereldbevolking (op een duurzame wijze) voeden? In dit boek bieden tachtig wetenschappers van Wageningen University & Research (WUR), uitgegroeid tot wereldwijde koploper op het gebied van educatie over en onderzoek naar landbouw, visserij, voeding, milieu en ecologie, een uniek inkijkje in hun grensverleggende analyse, om zo samen tot oplossingen voor het wereldvoedselvraagstuk te komen.
Het is de eerste keer dat dergelijke veelomvattende bundel over dit prangende onderwerp verschijnt, geschreven door Wageningse onderzoekers van uiteenlopende pluimage en samengesteld door twee initiatiefnemers: Ingrid de Zwarte en Jeroen Candel. Eerstgenoemde is universitair docent agrarische en milieugeschiedenis. Jeroen Candel is bestuurskundige en richt zich aan het WUR op het Nederlandse en Europese landbouw- en voedselbeleid. Hoewel het verleidelijk is om op zoek te gaan naar eenduidige antwoorden, heeft dit boek juist als vertrekpunt dat er geen wonderoplossing voor het wereldvoedselvraagstuk bestaat. Erger nog, de “tovenaars” en de “profeten” die in dit boek aan het woord komen hebben verschillende, soms zelfs conflicterende ideeën over de gewenste oplossingen voor het probleem. Toch delen alle auteurs de opvatting dat het onontbeerlijk is het mondiale voedselsysteem vanuit verschillende gezichtspunten te belichten en te erkennen dat alle schakels in de voedselketen in sterke mate afhankelijk zijn van elkaar. Of anders gezegd, dat er multidisciplinaire samenwerking en kruisbestuiving nodig is. Daarbij hebben universiteiten en onderzoeksinstituten, zoals het WUR, een cruciale publieke rol te vervullen. Dat begint met het delen van kennis en inzichten.
Hiertoe levert dit boek een uitstekende bijdrage, door de Wageningse ideeën over het wereldvoedselvraagstuk voor een breed publiek toegankelijk te maken. Het werk is opgedeeld in zeven delen die allemaal een aspect van de problematiek behandelen: van aquacultuur tot entomologie, van milieubeleid tot consumentengedrag en van virologie tot filosofie. Bovendien tonen de hoofdstukken de bijbehorende sociale, economische en politieke ingrepen die noodzakelijk zijn voor een globale aanpak van het vraagstuk.

Het eerste deel van dit boek onder de titel “Beter boeren”, richt zich op de vraag hoe landbouwsystemen kunnen worden verbeterd. Innovaties rondom “kringlooplandbouw” spelen een centrale rol, met daarbij een nieuwe plaats voor het dier in het voedselsysteem. Daarnaast wordt bestudeerd of de huidige pogingen om gewassen resistenter te maken tegen omgevingsstress voldoende zijn om de verwachte klimaatveranderingen het hoofd te bieden: Er wordt een pleidooi gehouden voor een geïntegreerd scala van duurzame maatregelen ter beteugeling van gewasschade door onkruiden. Om insectenplagen te bestrijden, zijn de onderzoekers voorstanders van biologische oorlogsvoering door de inzet van natuurlijke vijanden in plaats van landbouwgif. In dit deel maken we ook kennis met “lighthouse farms”, de veranderende rol van zuivel in een duurzaam voedselsysteem, plantaardige productiesystemen en “boerenpower”.
Het tweede deel verlegt de aandacht naar een veelal onderbelicht onderwerp: de potentie van zeeën, oceanen en rivieren voor de verbetering van visserij en aquacultuur. Volgens de auteurs ligt hier een ware “Blauwe revolutie” in het verschiet waardoor in de toekomst een deel van de landbouwproductie wellicht kan vervangen worden door duurzame zeewier- en visproductie. 

In het derde deel ligt de focus op de manieren waarop we onze natuurlijke hulpbronnen kunnen beschermen en behouden. Een belangrijke stap daartoe is het recyclen van essentiële nutriënten zoals fosfor en zwavel, die nu vaak met het grondwater in zee verdwijnen. Ook reiken de auteurs oplossingen aan voor problemen als waterschaarste en bodemdegradatie door te laten zien hoe we duurzamer kunnen omgaan met zoetwater en uitgeputte bodems weer tot leven kunnen wekken. Hierbij lijkt het noodzakelijk om water, voedsel en energie in hun onderlinge samenhang te begrijpen en te onderzoeken.
Het vierde deel wijst op het belang van daadkrachtig bestuur om duurzame voedselsystemen te kunnen realiseren. Er worden verschillende overheidsinitiatieven aangehaald die uitermate succesvol bleken in het reduceren van honger en armoede, in het beperken van de voedselimporten in Afrika en ter verbetering van de positie van de kleine Afrikaanse boer. Tegelijkertijd beklemtonen de auteurs dat een aantal wezenlijke koerswijzigingen vereist zijn, bijvoorbeeld om wet- en regelgeving eerlijker en effectiever te maken en het ondernemerschap van vrouwen en jongeren te versterken als motor voor voedselzekerheid, empowerment en emancipatie. Aan het eind van datzelfde deel wordt ook nog stilgestaan bij het Nederlands voedselbeleid in mondiaal perspectief en de enorme uitdagingen om de gigantische voedselafvalberg af te bouwen.

Deel vijf vangt aan met een interessant onderzoek naar het consumentengedrag waarbij een aantal belangrijke vraagtekens worden geplaatst met het oog op het oplossen van het voedselvraagstuk. Zo betogen de auteurs dat fundamentele interventies in de voedselomgeving nodig zijn, alsook in de manier waarop we voedsel aanbieden en (eerlijk) beprijzen.

Het zesde deel bewijst dat technologische innovaties een deel van de oplossing kunnen zijn. Onder meer door te sleutelen aan fotosynthese, te puzzelen met genen, te experimenteren met organoïden of gebruik te maken van “boerendata” en “blockchain”, zonder voorbij te gaan aan een aantal kritische bedenkingen.
Tot slot wordt in het zevende en laatste deel de blik gericht op het voedsel van de toekomst: gaan we voor (gezonde) insecten op industriële schaal, gefermenteerde voedingsmiddelen, omega 3-vetzuren uit algen of een veganistisch dieet? Het allerlaatste hoofdstuk poneert een discutabele niet-antropocentrische benadering van het wereldvoedselvraagstuk.

´10 miljard monden´ is een absolute aanrader voor iedereen die vanuit diverse invalshoeken op een boeiende en verstaanbare wijze meer kennis en inzicht wil verwerven over een moeilijke kwestie.

Wie nog meer over de materie wenst te lezen, kan helemaal achteraan een literatuurlijst terugvinden, netjes opgedeeld per hoofdstuk uit dit boek.
Ingrid de Zwarte & Jeroen Candel
Marc De Bock
Non-fictie
-
_Marc De Bock - Recensent
Meer van Marc De Bock

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies