Jan van der Ven
Michel Ackaert
Non-fictie
  • 98 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

23 april 2024 De brug. Oorlog en onderdrukking in het Catalaanse grensdorp Colera
Over de Spaanse Burgeroorlog (1936 – 1939) zijn meters boeken volgeschreven en dat blijft maar voortduren. Met 500.000 mannen en vrouwen omgekomen in de strijd en nadien nog 50.000 slachtoffers tijdens de vreselijke repressie na de overwinning van Franco zit die ellendige periode nog uiterst gevoelig in het collectief geheugen. Duizenden soldaten, internationale brigadisten, linkse sympathisanten, vakbondsleden of eenvoudige onschuldige toeschouwers vonden een vergeten, naamloos en vaak onvindbaar graf.
Deze gewelddadige aanloop naar de Tweede Wereldoorlog was voor de sponsors aan beide kanten (Stalin, Hitler, Mussolini) overduidelijk militair een generale repetitie. De andere wereldmachten keken schaamteloos de andere kant op terwijl sommigen van hun onderdanen, nota bene zo’n 35.000, uit naïef idealisme de republikeinen bijstonden aan de diverse fronten.  
‘Wanneer uw echtgenoot de unie suggereert, aanvaard die dan nederig, steeds in acht nemend dat zijn bevrediging belangrijker is dan die van een vrouw.’ ‘De handleiding van een goede echtgenote’, een standaardwerk van de katholieke fascistische Falange, Spanje
Iedereen kent het drama in Guernica waar op 26 april 1937 voor het eerst en opzettelijk een burgerdoelwit werd geviseerd door het Duitse Condor Legioen. Picasso zou er later één der meest besproken anti-oorlog kunstwerken over maken. Was Guernica met meer dan 1.000 burgerdoden, een alleenstaand experiment van de Luftwaffe? Helemaal niet, want op mijn vele tochten doorheen Spanje kwam ik tussen de relieken van de wreedheden, discrete gedenktekens en de bunkers (refugios) nog meer verhalen tegen over moordende bombardementen en burgerslachtoffers in Alicante, Cartagena, Figueres…
Juist daarom was ik gefascineerd door dit opmerkelijk boek van de Nederlandse journalist Jan van der Ven (Eindhovens Dagblad, De Havenloods, Het Vrije Volk en Het Parool). In ‘De Brug’ beschrijft hij met de ogen en de pen van een hedendaagse oorlogsreporter de gebeurtenissen voor, tijdens en vooral na de burgeroorlog in het Catalaanse grensdorpje Colera, jarenlang zijn vakantiestek.
Inderdaad, dit onooglijk vredig vakantiedorpje ligt samen met Portbou net voor de Franse grens, met net over de grens het stadje Cerbère en verderop Argelès-sur-Mer. De twee Spaanse dorpjes zijn met elkaar verbonden door een spoorverbinding die dwars door een tunnel loopt. Dit is meteen de snelste weg van Barcelona via Figueres naar het noorden. Net voor de tunnel in Colera, over een viaduct, werd in 1877 een door Gustave Eiffel ontworpen stalen spoorwegbrug gebouwd. Alles verandert in Colera en in Portbou als brug en tunnel in gebruik worden genomen. Er komen stationsgebouwen. Er is plots werk en bedrijvigheid in deze verarmde Catalaanse streek en ook de rest van Spanje profiteert van deze commerciële uitweg naar de rest van Europa.
Daar komt een einde aan als de hel van de Burgeroorlog uitbreekt en vooral Catalonië zich hardnekkig verzet tegen de opmars van Franco en zijn moordende troepen. De spoorlijn, de tunnel en de brug worden plots een heel strategisch en belangrijk onderdeel van de oorlogshandelingen en de logistiek. Angstige dienstplichtigen stappen er op de trein naar de slagvelden aan de Ebro. Ganse treinladingen vrijwilligers van de Internationale Brigades stromen er onder luid gejuich het land binnen om de republikeinen bij te staan. Het spreekt vanzelf dat voor Franco en zijn generaals die logistieke ader zo snel mogelijk moet doorgeknipt worden.
Talloos zijn de bombardementen op de brug en de tunnel. Zelfs vanuit zee en vanaf de kruiser Canarias worden projectielen afgevuurd in de richting van de brug en het dorp. De dorpsbewoners aan beide kanten van de tunnel doen er alles aan om die aanvoerlijn van manschappen en oorlogsmateriaal open en intact te houden. Vrijwel alle bommen missen doel maar treffen wel het dorp zelf. Bijna alle huizen worden verwoest en de bevolking moet dagelijks de tunnel als bunker gebruiken.
Je leest dit allemaal in het boek De Brug op een heel speciale en boeiende manier. Jan van der Ven gebruikt zijn verbondenheid met het dorp en zijn journalistieke achtergrond om op een sublieme wijze, soms anekdotisch, het verhaal te vertellen. Ieder stukje begint met enkele zinnen uit een toenmalig krantenartikel over een incident in de regio van Colera. Meteen daarna koppelt de schrijver daaraan het verhaal van een cafébaas, een arbeidersgezin, een rijkaard, de stationschef, een angstige moeder, een schijnheilige pastoor of een jonge vrouw die tevergeefs wacht op haar geliefde aan het front. Het is net alsof je er zelf bij bent en zonet het laatste nieuws binnenkreeg van een oorlogsreporter. De bijgevoegde foto’s, de lijsten, de kindertekeningen, de afbeeldingen en op het laatst de meer recente persoonlijke getuigenissen en de gevolgen doen je haren rechtop staan.
‘Jullie zijn geschiedenis. Jullie zijn het heroïsche voorbeeld van de democratische solidariteit en universaliteit. We zullen jullie niet vergeten en als de olijfboom van de vrede nieuwe blaadjes krijgt, die vermengd worden met de lauweren van de overwinning van de Spaanse Republiek, kom dan terug.’ Afscheidsspeech voor de Internationale Brigades, ‘La Pasionaria’, 28 oktober 1938
In het tweede deel van het boek, Het grote zwijgen, gaat het vooral over de chaotische toestanden na 1 april 1939 en kort nadat Franco Madrid heeft ingenomen. Sommige landen zoals Nederland, Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten zijn er als de kippen bij om meteen en hypocriet zijn totalitair regime te erkennen. Er hangt hen immers vanuit nazi-Duitsland een andere dreiging boven het hoofd. De troepen van Franco rukken op naar het noorden en ook Colera ontsnapt niet aan de wurggreep en de wraak van de fascisten. Iedereen die ook maar engszins betrokken partij was in het conflict vlucht hals over kop naar de Franse grens.
Het zal sommigen heel duur te staan komen. Frankrijk laat na hevige druk op de grensposten 250.000 Spaanse burgers toe en een verslagen leger van 250.000 republikeinse moegestreden soldaten. Zelfs in het mondaine Argelès-sur-Mer ontstaan concentratiekampen waar de vluchtelingen in ellendige omstandigheden proberen te overleven. Het wordt er in het thuisland Spanje niet beter op. Er komt in Calora meteen een kazerne voor de Guardia Civil. Alles en iedereen wordt nauwgezet gecontroleerd en de Catalaanse cultuur wordt zo goed als weggevaagd. Pastoor Jaume Rosa Costa preekt er enkel nog in het Spaans en rept met geen woord meer over de gesneuvelde jongeren uit het dorp. Arrogante notabelen van voor de oorlog komen terug naar Colera en weten zich gesteund door het regime en de Guardia.
Dit boek is een echte pageturner en slechts op het einde kom je te weten wat of wie fictie of non-fictie is. Sommige personages zijn verzonnen, sommige kregen veiligheidshalve een andere naam maar enkele getuigen persoonlijk over die trieste periode waarvan Spanje en vooral Catalonië nog steeds niet bekomen is.
Ondertussen verblijf ik regelmatig in de regio van Alicante en ook daar vind ik sporen van die vreselijke tijd. Een aantal kinderen in het noorden werd in veiligheid gebracht over de grens en overal werden bunkers, luchtafweer en schuilplaatsen gebouwd tegen de Italiaanse en Duitse luchtaanvallen. Welnu ook aan het einde van mijn woonwijk getuigt een vervallen overwoekerde ruïne van een vluchthuis ver van het oorlogsgeweld voor de meest kwetsbaren. De laatste werkkampen sloten begin zestiger jaren en nog steeds zijn ganse families of leefgemeenschappen verdeeld over het verleden. Daar praat je in Spanje beter niet over!
Jan van der Ven heeft dit onderwerp uitmuntend gebracht en als hij de komst van de eerste onwetende toeristen beschrijft voelt dat aan als een stukje hoop, vrijheid en licht in de duisternis. Hoofdstukje De eerste bikini’s staat in schril contrast met De handleiding van een goede echtgenote. Weet dat toen Franco stierf in 1975 een jong koppeltje in Madrid publiekelijk en dolgelukkig uit de kleren ging en er in Barcelona geen enkele fles cava meer te vinden was. Met of zonder kleren, met of zonder cava, dit boek moet je lezen als je iets meer wilt weten over dit land, zijn bewoners en vooral zijn donkere onverwerkte geschiedenis.

‘Un fuerte abrazo’ (een dikke knuffel)

Michel Ackaert
Jan van der Ven
Michel Ackaert
Non-fictie
Michel Ackaert (1957) was cipier in de gevangenis van Brugge. Publiceerde reisverslagen, opiniestukken, recensies en een boek over menswaardige detentie ‘Seks in de gevangenis’.
_Michel Ackaert Recensent, reiziger, vrijwilliger en cultuurfanaat
Meer van Michel Ackaert

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies