Dirk De Schutter
Marc De Bock
Non-fictie
  • 154 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

12 maart 2024 De wereld als inzet – Wat wij mensen delen
In een tijd van maatschappelijke crisis en toenemend democratisch verval, rijst de vraag wat wij, mensen, nog met elkaar delen. In zijn jongste boek “De wereld als inzet” poogt de Vlaamse filosoof en auteur Dirk De Schutter hierop een antwoord te verstrekken.
De Schutter studeerde literatuurwetenschappen en filosofie aan de KU Leuven en aan de Georgetown University in Washington D.C. Hij promoveerde in 1986 tot doctor in de filosofie met een proefschrift over Martin Heidegger. Tot zijn emeritaat, op 1 oktober 2015, was hij als hoogleraar verbonden aan de KU Leuven (Campus Brussel) en de Universiteit Antwerpen. Hij publiceert regelmatig over negentiende- en twintigste-eeuwse filosofie en literatuur.
De Schutter is gepassioneerd door de denkbeelden van Hannah Arendt (1906-1975), de Duits-Amerikaans-Joodse filosofe en politiek denker, die vooral bekend is om haar ontleding van totalitaire samenlevingen en haar controversieel verslag van het Eichmann-proces dat in 1961 in Jeruzalem plaatsvond. En dat laat hij in dit boek overduidelijk blijken.
De schrijver refereert in zijn inleiding naar Arendts stelling dat niet de mens - ook niet de mensen - in het middelpunt van de politiek staat, maar de wereld waarbij met “de wereld” niet “de natuur” of “de planeet” wordt bedoeld, wel wat zich afspeelt tussen mensen. Het hoeft niet onderstreept dat dit een verrassende stelling is: de meeste politici en politieke commentatoren gaan ervan uit dat de mensen in het middelpunt van de politiek horen te staan. Maar voor Arendt bestaat het ware humanisme of de ware filantropie uit een zorg voor de wereld. Zij is er immers van overtuigd dat wij pas volwaardig mens kunnen worden door het samenleven in de wereld. Misschien kan dat het best toegelicht worden met een verwijzing naar die regimes, zoals nazisme, het stalinisme of het maoïsme, die een perverse vorm van politiek bedrijven: totalitaire systemen elimineren niet alleen honderdduizenden mensen, maar zij ontwrichten en verwoesten ook de wereld.
Die wereld, als het domein van zinvolle intermenselijke relaties, wordt thans echter over het hoofd gezien en is aan herstel toe, aldus De Schutter. Het behoud van de wereld vormt dan ook de insteek van de vier essays die hij in het boek heeft gebundeld. Daarin vraagt hij zich af welke problemen die wereld kunnen aantasten: hij heeft het achtereenvolgens over domheid, het zelf en de ander, de wetten en de doodstraf.
Het eerste essay gaat over domheid, waarheid en leugen. Leugenachtigheid ondermijnt de menselijke samenleving omdat ze het spreken zelf in diskrediet brengt. Er wordt vooral gelogen over feitelijke waarheden, precies omdat die over eenmalige gebeurtenissen gaan. Want feiten kunnen met de ratio of de rede niet worden gereconstrueerd. Ze zijn afhankelijk van verklaringen door ooggetuigen, wier relaas altijd verschilt en aldus kunnen worden afgedaan als “meningen”, die iedereen naar eigen goeddunken mag bestrijden. Totalitaire regimes trachten niet alleen om op gigantische schaal feiten te vernietigen maar bovendien om de bestaande realiteit te vervangen door een (verzonnen) substituut. Zulke tactiek leidt ertoe dat mensen niet meer in staat zijn om het onderscheid tussen echt en nep of tussen feit en fictie te maken en elke mogelijkheid verliezen om zich in de wereld te oriënteren. Met andere woorden: zij zijn niet langer in staat om te oordelen. Dat onvermogen heet “domheid”. De totalitaire obsessie om feiten uit te wissen is vandaag zelfs uitgemond in een spektakelmaatschappij waarin beelden de werkelijkheid opslokken. Met als gevolg de teloorgang van en het geloof in een gemeenschappelijke wereld. Volgens De Schutter is er enkel “waarheid” als er sprake is van maatschappelijke betekenisgeving aan algemeen erkende feiten.
De zorg voor het zelf - de titel van het tweede essay - wordt aangeduid als “wie denkt, houdt zichzelf gezelschap; denken is de vriend van jezelf”, de grote ontdekking van de befaamde Griekse filosoof Socrates. De aanwezigheid van het zelf bij zichzelf is noodzakelijk voor elk ethisch verantwoord handelen. Maar in het voorgaande ligt ook het tegendeel besloten: het is ook mogelijk om te leven zonder het zelf, om een leven te leiden en een “zelf” te ontberen. Deze “zelfloosheid” kenmerkt het totalitaire subject ten diepste: het gevoel dat het “zelf” er niet toe doet. Zo iemand leeft in verlatenheid: hij of zij ontbeert niet alleen het gezelschap van anderen, maar ook dat van zichzelf. De ontstellende conclusie luidt: de ideale onderdaan van een totalitaire heerschappij is niet de overtuigde nazi noch de overtuigde communist, wel de mens voor wie het onderscheid tussen feit en fictie en het onderscheid tussen waar en onwaar niet bestaat. Als voorbeeld wordt Adolf Eichmann (1906-1962) aangehaald, de Duits-Oostenrijkse SS-functionaris in het Derde Rijk, een van de verantwoordelijken voor de massamoord op de Joden. Hij was het prototype van wezens die weigeren personen te zijn en dus niemand zijn, “zelfloos”. Met een totaal gebrek aan diepgang, “gedachteloosheid”. Bijgevolg is extreem kwaad alleen mogelijk als de door het zelf in het denken ontwikkelde wortels geheel afwezig zijn. De ware filantropie bestaat uit liefde voor de wereld, zodat mensen in de wereld hun mens-zijn kunnen ontplooien: “mens-zijn is in-de-wereld-zijn”. Alleen in de wereld die de inzet is van politieke zorg en politiek engagement, kunnen mensen van een volwaardig genieten.
Het derde essay handelt over de wet. “God is dood”, dacht Friedrich Nietzsche (1844-1900) en daarmee bedoelde hij dat het christendom zijn betekenis heeft verloren. Er is geen bovennatuurlijk wezen dat goed en kwaad bepaalt en het leven zin geeft. De Duitse denker ijverde voor een “herwaardering van alle waarden”. Daarbij borrelen twee vragen op. Is een andere moraal mogelijk die niet draait om nederigheid en medelijden, maar grootmoedigheid en vrijgevigheid hoog in het vaandel draagt? En kan die moraal een ander fundament krijgen? De Schutter zoekt een oplossing waarbij hij zich - in navolging van Arendt - vooral laat zich inspireren door de Romeinen, voor wie de wetgevende activiteit tot de politiek behoort. De Romeinse wet trekt geen grens, maar schept een band: ze brengt mensen bij elkaar en houdt ze samen. Ze dient niet beschouwd als een goddelijk gebod, maar als een tussen mensen onderhandelde afspraak, een pact (van het Latijnse “pax” = vredesverdrag). Ze geeft uitdrukking aan de ervaring dat een eendrachtige samenhorigheid mogelijk en wenselijk is, ze stemt mensen met hun verschillende belangen en opinies op elkaar af en vestigt een bondgenootschap. Dat is ook de waarde van de fameuze “Pax Romana”: overwonnen volkeren werd een verdrag aangeboden, waardoor ze hun nederlaag konden omzetten in een bondgenootschap en de kans om toe te treden tot de nieuwe, door Rome gestichte wereld van wetten en pacten.
Geïnspireerd door dit Romeins wetsbegrip omschreef de Franse filosoof Charles de Montesquieu (1689-1755) de wet in zijn De l’Esprit des Lois (1748) als een juridische uitdrukkingsvorm van een netwerk van menselijke betrekkingen. Dit boek beïnvloedde voor een groot deel de grondwet van de Verenigde Staten (1789) en de Franse grondwet (1791), later ook de grondwet van vele West-Europese staten.
Het laatste essay, over de doodstraf, begint met een kritische analyse van de colleges van de Franse filosoof Jacques Derrida (1930-2004) over de principiële bezwaren tegen de doodstraf en eindigt met Arendts reflecties over de vraag waarom Eichmann de doodstaf verdiende.
Met De wereld als inzet toont De Schutter vlijmscherp en helder aan dat de ideeën van Arendt relevanter zijn dan ooit en biedt hij ons een nieuwe formulering voor onze samenleving. Gestoeld op vrijheid, vriendschap en het feit dat er altijd al een “wij” is. En dat komt niet ongelegen in de hedendaagse wereld waarin de oorlog in Oekraïne en de crisis in het Midden-Oosten allebei manifestaties zijn van dezelfde kolossale geopolitieke strijd tussen autocratie aan de ene kant, en inclusie en pluralisme aan de andere kant…

Marc De Bock
Dirk De Schutter
Marc De Bock
Non-fictie
-
_Marc De Bock - Recensent
Meer van Marc De Bock

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies