Saskia de Bodt en Leo Jansen, redactie
Paul Van Aelst
Non-fictie
  • 469 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

14 juli 2023 Schrijvers onderdak. Wonen in het Witsenhuis.
In de hoofdrol van dit boek “Schrijvers onderdak” staat een huis. Het Witsenhuis aan het Oosterpark in Amsterdam dankt zijn naam aan schilder, etser, kunstcriticus en fotograaf Willem Arnold Witsen (1860 – 1923). Witsen was gul en gastvrij en hielp zijn vrienden als een ware mecenas. De kunstenaars, behorend tot de Beweging ven Tachtig, waren er kind aan huis: o.a. Willem Kloos, Herman Gorter, Albert Verwey, Frederik Van Eeden en Lodewijk Van Deyssel. Als Paul Verlaine in 1832 lezingen geeft in Amsterdam, logeerde hij enkele dagen bij Witsen.
Marie Witsen-Schnorr, de echtgenote van Willem Witsen, overleefde haar man bijna twintig jaar en stelde in haar testament dat het huis na haar overlijden ter beschikking moest worden gesteld aan Nederlandse auteurs. Ze stelde uitdrukkelijk dat het schrijvers dienden te zijn. Geen musici want die zorgden voor overlast bij de medebewoners en geen schilders want die werkten met naaktmodellen en daar kwam onzedelijkheid van.
De weduwe Witsen bepaalde bij haar overlijden in 1943 verder dat de interieurs op de eerste verdieping intact moesten blijven als eerbetoon aan Willem Witsen. Het overige deel van het huis werd in drie appartementen opgedeeld. Ze bieden, dankzij het Witsenfonds, gratis tijdelijke huisvesting aan schrijvers, die wel veelbelovend maar nog niet grootvermogend zijn. Het huis is er voor arme, literaire talenten en bedoeld om een tijd zonder zorgen te kunnen werken. Zo kreeg deze woning een magische uitwerking op elke bewoner.
Schrijvers onderdak verschijnt ter gelegenheid van de honderdste sterfdag van Willem Witsen. In deze bundel komen in chronologische volgorde bewoners van vroeger en nu aan het woord. Het werden verhalen, gedichten, interviews en een fragment uit een roman. In de meeste gevallen worden de kamers beschreven, het huis met zijn buitensporig brandalarm en de avonturen die de bewoners met elkaar meemaakten. Ook de buurt rond het Oosterpark komt regelmatig voor in de verhalen.
Het is voor de hand liggend dat er voor de meeste auteurs een relatie is tussen deze bijzondere woonplek en hun werk. Voor elke auteur is dat anders en dat kom je uit hun stukje te weten. Het werden mengsels van het dagelijkse leven met de kunstenaarspraktijken.
Saskia de Bodt en Leo Jansen bundelden de achttien verhalen en zorgden bij elke auteur voor een overzicht van werken die in het Witsenhuis het licht zagen.
Schrijvers onderdak. Wonen in het Witsenhuis is een interessant boek waarin veel te ontdekken valt over het huis en zijn relatie met de inwonende schrijvers. Een boek dat de sfeer waarin een werk ontstaat uitstekend weergeeft. Je vindt er de dualiteit in van het geconserveerde verleden tegenover een levend heden.
Het Witsenhuis staat in Amsterdam en alle bewoners zijn Nederlanders. Dat maakt het natuurlijk wel voor de hand liggend dat het een typisch boek is voor een Nederlands publiek. Toch zou je de toestanden in het Witsenhuis kunnen extrapoleren naar België: hadden wij hier ook maar zo’n infrastructuur voor aanstormende kunstenaars.

Paul Van Aelst
Saskia de Bodt en Leo Jansen, redactie
Paul Van Aelst
Non-fictie
-
_Paul Van Aelst - Recensent
Meer van Paul Van Aelst

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies