Dick Kleinlugtenbelt
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
  • 388 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

18 juni 2023 Op zoek naar je innerlijk kompas
Een nieuwe gespreksmethode voor moreel beraad.
Het is opvallend hoe er sinds de jaren ’90 een steeds groeiende toename is van allerlei soorten overleg in een toenemende reeks sectoren zoals onderwijs, defensie, gevangenissen, rechtspraak, kantoren, politiek en natuurlijk de zorgsector, waar dat al lang een noodzakelijk onderdeel was van het combineren van inlichtingen over patiënten. Even opvallend is dat deze samenkomsten zich niet louter concentreren op praktische zaken maar ook over de morele vragen die zich (kunnen) stellen. Weer eens: in de zorg is dat duidelijk. Vragen van welk niveau pijnbestrijding, of patiënt naar huis kan of nog moet blijven en zelfs bespreking van “patiënt vraagt euthanasie”, hebben allemaal een gehalte van “morele beslissing” in zich.
Deze toename van moreel beraad zal wel te maken hebben met het grotendeels wegvallen van overduidelijke en over-aanwezige kerkelijke regels als met een groeiend democratisch bewustzijn. “Men” gaat hier niet zomaar een fabriek neerplanten, zonder dat “wij” daar wat over te zeggen hebben en “die speeltuin is niet veilig voor onze kinderen.”
In vele gevallen is gewoon “iets afspreken” iets voor de hand liggend, in vele andere gevallen is er wel iemand in de groep bij die weet hoe gesprekken te leiden en zijn er zekere ongeschreven regels die voor de hand liggen.
Maar dat stadium voorbij is een zeker gesprekskader onontbeerlijk, een aandachtige omgeving waarin een gesprek en uitwisseling kunnen plaatsvinden, waarin de deelnemers gezamenlijk een concrete ethische kwestie uit hun werk of waar iemand persoonlijk mee te maken heeft, kunnen bespreken, gestructureerd en aan de hand van een gespreksmethodiek. Dat is nodig, want mensen hebben allemaal hun eigen inzicht, hun eigen vooroordelen. Ze worden dikwijls gestuurd door hun gevoelens en emoties eerder dan logica en veelal ook met een mate eigenbelang in het achterhoofd.
Nog belangrijker is een zekere training als het gaat om ethisch handelen, ethisch denken, ethisch beraad en beslissen.
Dick Kleinlugtenbelt is socioloog en filosoof. Hij werkte jarenlang als senior-beleidsmedewerker kwaliteit en ethiek in de Nederlandse Geestelijke Gezondheidszorg. Op diverse plekken geeft hij lezingen en cursussen op het gebied van levenskunst, vriendschap en ethiek. Hij begeleidt socratische gesprekken en verzorgt trainingen gespreksleider moreel beraad, onder meer vanuit het VU-Medisch Centrum en op de ISVW (Internationale School voor de Wijsbegeerte).
Hij schreef drie boeken Mensbeelden en levenskunst. De mens en de kunst het eigen leven vorm te geven. (2005) Het tweede boek Levenskunst. Bevriend raken met jezelf en de ander en een derde Moderne Levenskunsten. De mens en de kunst van het leven (november 2018) over mensbeelden en levenskunst. Het zijn zeer leesbaar geschreven filosofische bijdragen vanuit zowel klassieke filosofen van Socrates tot Michel de Montaigne, als moderne filosofen van Heidegger tot Nussbaum.
Na meer dan 30 jaar ervaring is er dan dit vierde boek Op zoek naar je innerlijk kompas, met als ondertitel “Een nieuwe gespreksmethode voor moreel beraad”. Dit lijkt dus een welkom vervolg op de vorige boeken en net waar je nu nood aan hebt. Deelnemers aan moreel beraad bijeenkomsten steun geven en helpen beter tot hun recht te komen, ze stimuleren zichzelf en hun ethisch handelen te onderzoeken, ze de veilige ruimte geven waar ze kunnen spreken over hun eigen moeilijkheden, ervaringen, vragen, en door dat zelfonderzoek het “innerlijk kompas” dat ieder mens heeft, verder te ontwikkelen, nadenken over hun leven en het werk waar ze mee bezig zijn.
Helaas leest dit boek zo: “De innerlijk kompas methode is niet direct gericht op het ontwikkelen van een gezamenlijke zienswijze. Het doel van de methode is zelfonderzoek en het ontwikkelen van een innerlijk kompas. Dit gebeurt op basis van zelfkennis die met name tijdens stap 4 (Verplaatsing in de casus en inleving in de inbrenger) en stap 5 (Gezamenlijk onderzoek) wordt geactiveerd. In stap 4 wordt onderzocht wat er gezegd en gedaan is in de casus en waar de dwaling ontstond. In stap 5 wordt op basis van gezamenlijk onderzoek, besproken hoe de casusinbrenger zich verhoudt tot de gedragsregel en waarde en wat nodig is om in die praktijk te brengen. Daarna kunnen de andere deelnemers terugkijken naar hun eigen casus en reflecteren op hun gedragsregel. Het ontwikkelen van een innerlijk kompas sluit derhalve aan op iemands eigen ervaringen en raakt de persoon zelf. Het gezamenlijke onderzoek is niet gericht op het overbruggen van standpunten, maar op zelftoetsing: het versterken van ieders zelf-reflexieve vermogen.”
De reden voor dit eerder gekunsteld taalgebruik is dat het boek door Dick Kleinlugtenbelt in zijn oorspronkelijke vorm niet bedoeld was als boek maar het resultaat van een lang proefschrifttraject. Dat proefschrift is, helaas, onaf gebleven, zonder uit te monden in een promotie. Waarbij de teleurstelling en boosheid groot waren. Om toch al het werk dat hij verrichte niet verloren te laten gaan, publiceerde hij de weerslag ervan in dit boek.
Een belangrijke dosis inspiratie en onderliggend denken vindt de auteur in de ethiek van Foucault waarbij hij stilstaat bij drie thema’s die aanleiding zijn voor drie gespreksmethodes:
- De verhouding tussen vrijheid en sturing door een innerlijk kompas.
- De verhouding tussen zelfonderzoek en het vinden van een gemeenschappelijk perspectief.
- De deskundigheid van de gespreksleider vereist om het zelfonderzoek te stimuleren.
En het beantwoorden van vragen zoals: “Hoe verhouden vrijheid in de zelfbetrekking en innerlijk kompas zich tot elkaar?”
Kan in moreel beraad met de innerlijke kompas methode een gemeenschappelijke visie ontwikkeld worden? Kan je een innerlijke kompas methode leren als gespreksleider? Hoe kunnen deelnemers aan moreel beraad in een vrije onderzoeks-houding terechtkomen? Hoe kan je deelnemers ertoe brengen vrijmoedig te spreken over eigen ervaringen? (Parrèsia). Dick Kleinlugtenbelt typeert daarbij drie gespreksmethodes: de Nijmeegse methode, de dilemma methode en de socratische methode.
Wat ik als buitenstaander daarbij bijzonder moeilijk vind, is dat deze openheid een belangrijke vereiste is. Je kan en mag dus niet zwijgen, ergens wat verzwijgen of afzwakken als je bijvoorbeeld wil vermijden daar anderen mee te kwetsen. Dat vrij en openhartig spreken, het eigen ethische handelen onderzoeken en openhartig spreken over eigen concrete ervaringen, vereist dus veel moed want het kan kwetsen en uitmonden in pijn.
Deelnemers moeten er wel op kunnen vertrouwen niet afgerekend te worden op wat zij inbrengen en moeten ook bereid zijn om open, constructief en respectvol met elkaar in gesprek te gaan om zo in alle veiligheid van elkaar te kunnen leren.
Een moeilijk boek, inderdaad. Maar dat komt niet omdat de inhoud zo moeilijk is, maar door het jargon van een thesis, een proefschrift. Je zal merken bij het lezen dat je voortdurend “vertaalt”. Hoe verder je leest, hoe gemakkelijker het wordt en hoe minder het omzetten naar natuurlijke taal nodig blijkt.
En dan voel je hoe je al lezend op een niveau terechtkomt waarop je moreel en ethisch “gevoeliger” wordt en blijkt dit een zeer verrijkend boek te zijn,

Een goede raad: lees dit boek twee keer.

Victor De Raeymaeker
Dick Kleinlugtenbelt
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
-
_Victor De Raeymaeker - Recensent
Meer van Victor De Raeymaeker

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies