Federico Giudiceandrea, Kris Calleris en medewerkers Fries Museum
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
  • 696 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

7 mei 2023 Escher op reis - Escher’s Journey
Deze “Catalogus” kwam tot stand voor de tentoonstelling in het Fries Museum tijdens Leeuwarden - FryslAn Culturele hoofdstad van Europa 2018. Dat is al een behoorlijk tijdje geleden, maar toen ik dit prachtige boekje in handen kreeg vond ik dat het toch wel een late bespreking waard was.
Er zijn zo van die boeken die je in handen en ogen krijgt en die meteen deugd doen, die “anders” zijn, zowel qua opvatting als presentatie als inhoud. 190 pagina’s een soort “gouden snede” formaat, stevige kartonnen kaft met een stukje vergroting uit een welbekende Escher-prent en net door die vergroting zo opvallend knap en nieuw. De gele tussenpagina’s voor en achter zijn meteen de enige echte “kleur” in het boek, behalve één subtiel gekleurde prent.
Iedereen kent Escher. Tenminste men kent zijn werk, zijn verwarrende en prikkelende tekeningen en grafiek. De mens zelf kent men amper, en het werk dat men kent is meestal die “body” van grotendeels dezelfde werken, herhaald in zovele uitgaven in alle landen en alle talen. “Escher” is een merk, een begrip.
Als je de moeite doet om even door dit boek te bladeren, zie je meteen dat je heel veel “ander” werk te zien krijgt. Veel ervan misschien niet even extravagant, ongewoon, scherp, opvallend, maar knap, vol ontdekkingen, verrassend en esthetisch mooi. En tussen die prenten zit ook Escher zelf, persoonlijke foto’s met zijn vrouw, Jetta Umiker en een warme houtsnede die haar portretteert, op reis, aan het werk, in zijn studio, op een schip, in Parijs, aan zee en vooral in Italië. De prenten zijn meer “gewoon”, dan wat je meestal te bekijken krijgt, zoals een mooie, witte poes. Sommige doen sterk denken aan die van zijn leermeester de Mesquito, waarvan ook een portret en een inkijkje in zijn “klas”. 
Deze prenten en foto’s staan op aparte pagina’s (grijs, witte tekst) die te maken hebben met het leven van Escher. Want het boek loopt chronologisch wat het voordeel heeft dat je het leven van Escher mee beleeft en ook zijn ontwikkeling als kunstenaar kan volgen. Beide aspecten die het boek wel degelijk doet. Zijn leven “kent” men, natuurlijk, behalve dat er hier handig gebruikt gemaakt wordt van het feit dat de Eschers verwoede (brief)schrijvers waren, waardoor je vele anekdotes tegenkomt – een middeltje bij uitstek om het “kleine”, het privéleven van Escher te weten te komen.
Na zijn studies, als hij 24 is, bevangt hem een razende reiszucht die zich sterk toespitst op Italië, landschappen schetsend waarvan hij stukken zal gebruiken in zijn later werk. Vanuit zijn kunst zou je Escher inschatten als een denkende, beredenerende, zelfs berekenende en teruggetrokken man. Maar eigenlijk is hij iemand die, zoals Pallieter, naar bloemen zingt, naar de sterren kijkt en overloopt van bewondering voor de dingen. Hij kan op reis gaan want zijn vader ondersteunt hem. Hij koopt zelfs een huis met de financiële steun van zijn vader. Langzaam komt zijn carrière op gang, met tentoonstellingen in Italië en Nederland en hij verkoopt zijn eerste prenten. Die prenten geven niet altijd de werkelijkheid weer, zelfs als ze bedoeld zijn voor toeristische informatie. Escher veroorlooft zich ten minste compositionele vrijheid. Sommige van de details komen van verschillende tekeningen, zelfs in zijn iconische prenten staan er in een hoekje bloemen getekend vanuit in zijn reizen, of een groepje huizen als ver landschapsdecor. Hij houdt van het vakkundig gebruik van terugkerende motieven en geometrische figuren, het vullen van vlakken met mozaïek, bewegende figuren en vogelvluchtperspectief. Hij houdt van overdrijving. Zeker hoger en steiler, reisprenten die onmogelijk samen kunnen gezien worden.  Elementen die later zullen uitmonden in de paradoxale, onmogelijke bouwkundige constructies. “Hij zet de wereld naar zijn hand,” is terecht de titel van één van de hoofdstukken.  “Deze prent is een fantasie,” schrijft Escher, “opgebouwd uit elementen die ik stuk voor stuk in werkelijkheid heb aanschouwd.”
Anekdotes zijn een middel bij uitstek om sommige werken van Escher “echt” te zien of “anders”. De “plassen” prenten, bijvoorbeeld. “Tijdens een boswandeling ziet Escher hoe een eekhoorn een eikel in het water laat vallen.  De rimpeling van de weerspiegeling inspireert hem tot deze prent. In plaats van enkel de weerkaatste omgeving te laten zien, toont hij hier echter ook het oppervlak zelf. Het perspectief is correct weergeven van de rimpeling van het wateroppervlak.
Aan de roulettetafel in Monte Carlo wint hij “een flink bedrag”. Dat geeft hij daarna uit aan Italiaanse “souvenirs” in Florence.
Hij is gek van Rome maar dan vooral het donkere Rome. “Ik werkte aldus: des avonds van 8 tot 11 en 12 uur schetste ik in Rome ’s nachts, dat verwonderlijke Rome waarvan ik zoveel meer houd dan van de zelfde architectuur overdag. Alle overmatige, barokke tierlantijnen waarmee Rome over vervuld is, vervagen des nachts.”
Om te kunnen tekenen hangt hij een zaklampje aan een knoop van zijn jas, met wit pastelkrijt legt hij het verlichte Rome op donkere papier vast. In anderhalve maand voert hij de tekeningen uit in 12 houtsneden. Prachtige reeks prenten in dit boek.
Als het Italiaans Fascisme te dichtbij komt verhuist hij naar Zwitserland. Daar aardt hij niet (“vormeloze, met sneeuw bedekte bergen”) zoals later ook Nederland hem niet ligt. Hij betaalt zijn reis op een vrachtschip om naar Spanje te kunnen gaan met tekeningen. Naar het Alhambra, waar hij de schok van een echte openbaring ondergaat en samen met zijn vrouw, Jetta, dagenlang de Moorse-Arabische stijl van vele majolica- en stucmotieven kopieert. “Zowel ’s morgens als ’s middags brachten wij in het Alhambra door waar de tijd omvloog tijdens het kopiëren. Des middags, wegens de vrije zondagsentrée, waren de paleizen vol van inwoners van Granada die ook groot publiek rondom ons vormden terwijl wij tekenden. Thuisgekomen gingen wij nog lang door met het uitwerken van onze kopieën van de tegelmotieven waarmee de muren gedecoreerd zijn.” Het zal nog een tijd duren en veel tekenen, graveren, rijpen en hard werk kosten, vooraleer dit zal uitgroeien tot dat wat wij nu als typisch, volrijp “Escher” aanzien.
Het vermelden overwaard zijn de prachtige reeks houtsneden, houtgravures, lithografieën waarop je de verschillende manieren van arceren en hun effect te zien krijgt. En er telkens moet bij denken: wat een vakman. Terwijl hij zich maar blijft beklagen dat hij niet kan tekenen en wanneer gaat hij dat nu eindelijk leren.
Dan wordt hij ontdekt in Amerika, verbaast zich over zijn succes, vooral bij jongeren. Hij dacht immers: “Geen prent van mij kan ooit succes hebben, omdat ik iets najaag dat onmogelijk is. Ik jaag enkel op de verwondering.”
Die verbazing blijft niet erg lang duren en zijn succes is zo groot dat hij in tien jaar tijd slechts tien werken zal produceren. Hij legt zijn werk onvermoeibaar uit aan anderen. Hij ontpopt zich tot een gloedvol spreker en schrijft over zijn theorieën. Ook correspondeert hij met mathematici hoewel hij zichzelf uitdrukkelijk niet ziet als een wiskundige. Hij heeft het zo druk met zakencorrespondentie, tentoonstellingen en opdrachten, dat nieuw werk maken er amper nog van komt. In het laatste decennium van zijn leven maakte hij slechts 10 nieuwe prenten. Dan krijgt hij darmkanker. Er volgen verschillende operaties en hij kan niet meer werken. In december 1971 wordt nog het boek “De Werelden van Escher” gepubliceerd waarna hij overlijdt op 27 maart 1972.

“Escher op reis” is een boek om van te genieten.

Victor De Raeymaeker
Federico Giudiceandrea is een ingenieur elektronica, oprichter en voorzitter van Microtec Srl van Bressanone, een wereldleider op het gebied van industriële diagnostische systemen voor de hout- en voedingssector. Sinds zijn middelbare schooltijd is hij een groot bewonderaar van de kunst van M.C. Escher en heeft in meer dan 40 jaar een van de grootste collecties ter wereld van het werk van de Nederlandse meester verzameld. Zijn collectie is tentoongesteld in New York, Singapore, Barcelona, ​​Milaan en Rome. Als expert op het gebied van de kunst van M.C. Escher wordt hij gevraagd als curator van M. C. Escher-tentoonstellingen over de hele wereld. Tijdens zijn carrière heeft hij verschillende professionele onderscheidingen ontvangen, waarvan de belangrijkste de Wallenberg-prijs in 2016 was, die hem rechtstreeks door de koning van Zweden in Stockholm werd uitgereikt.

Federico Giudiceandrea
Federico Giudiceandrea, Kris Calleris en medewerkers Fries Museum
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
-
_Victor De Raeymaeker - Recensent
Meer van Victor De Raeymaeker

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies