Jim Forest
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
  • 1678 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

28 september 2021 Alles is genade
De Dorothy Day (1897-1980) zoals we haar leren kennen in dit boek van Jim Forest, kan maar enkel geleefd hebben in Amerika, en dan in het Amerika van de beginjaren van de 20e eeuw. Zoveel radicale en contrasterende aspecten verenigd in één persoon… De idealen en gedachtewereld, de principes, het rechtlijnig (en wonderbaarlijk logisch) denken van Dorothy Day konden maar enkel ontstaan en gedijen in de kokende ketel van tegenstrijdigheden die de VS toen waren.
Dorothy Day kende een min of meer “gewone”, jeugd, leidde daarna een  ietwat “bohémien” bestaan tot op haar dertigste (1927). Ze schreef journalistieke artikels voor meestal socialistische kranten en tijdschriften, had een relatie met journalist Lionel Moise, raakte in verwachting en pleegde abortus op aandringen van haar vriend die haar daarna in de steek liet. Later ging ze wonen bij Foster Batterham van wie ze een dochter, Tamara, ter wereld bracht. Ook deze keer bleven ze niet samenwonen want voor Foster was het onbegrijpelijk dat ze toenemend religieuze boeken begon te lezen, de mis ging bijwonen, zelfs hun dochtertje zou willen laten dopen en met hem trouwen in de Kerk. Nochtans bleef ze “links” denken, voelen, leven. Ze schreef zeer “linkse” artikels, tegen de nucleaire wedloop bijvoorbeeld en voor de burgerrechtenbeweging. Ze stapte mee in betogingen en vloog regelmatig de gevangenis in.
Toch is de Bergrede een telkens weerkerende bron van steun en inspiratie. Ze schreef een semi-autobiografische roman “ The eleventh Virgin”, die vertelde over haar relatie met Lionel Moise en die voldoende succes kende om er een huisje mee te kunnen kopen op Staten Island. Dan bekeerde Dorothy  zich op dertigjarig leeftijd: (Bekeren is ”het geloof omarmen alsof je de sprong waagt over een ravijn van de ene wereld naar een andere”) tot het Rooms-Katholicisme (“De enige ware Kerk en de Kerk van de massa’s”) maar ze was ondertussen even overtuigd communist geworden en gebleven, gepassioneerd strijdster voor rechtvaardigheid, die altijd opkwam voor de zaak van de onderdrukten en de armen, geïnspireerd door de Bijbel maar evenzeer door Marx en het Communistisch Manifest. Ze ging van nu af elke dag naar de mis en bad voor vijanden zowel als voor vrienden, ging iedere week te biechten,  leefde in gemeenschap met de armen, in hetzelfde gebouw, zonder enige luxe of comfort, weigerde belasting te betalen (tenminste die belasting die voor oorlogsvoering bestemd was), weigerde de Amerikaanse vlag te groeten, bleef regelmatig de gevangenis invliegen omdat ze protesteerde tegen de oorlog en allerlei soorten sociaal onrecht, gaf de Kerk ervan langs omdat die niet leefde volgens haar eigen Rooms-Katholieke idealen en veeleer aan de kant stond van het bezit, de machthebbers en de rijken in plaats van een Kerk te zijn van liefdadigheid en sociale gerechtigheid. Ze wees sommige vooraanstaanden in de Kerk met de vinger en schrok er niet voor terug ze allerlei minder prettige namen te geven.
Ze kwam altijd op tegen elke vorm van dictatuur maar ging nooit stemmen, was activiste en tegelijk een beschouwend en bezinnend iemand, theologisch behoudsgezind maar politiek radicaal links. Ze had werkdagen die begonnen met een vroege mis en die duurden tot middernacht. In 1933 richtte ze een krant op: “The Catholic Worker”, waarin ze zelf natuurlijk ook haar columns pleegde en van waaruit een netwerk van ”Catholic Worker”-huizen groeide. Opvangtehuizen, die overal in de wereld bijna spontaan ontstonden. Ze kwam op voor betere levensomstandigheden voor de armen en verworpenen, was tegen de moderne leegte en het blind winstbejag van het Kapitalistisch Materialisme. Ze was natuurlijk zeer blij met het onverwachte mirakel van de pauskeuze van Johannes XXIII die met zijn persoonlijkheid en de encycliek Pacem in Terris over wereldvrede de langverwachte en erg nodige veranderingen in het instituut Kerk aanpakte. Ze reisde opvallend veel, reizen die ze gebruikte om de ideeën van de “Catholic-Worker” en initiatieven te ondersteunen en om de “groten”, maar vooral de  geestelijk “groten” van deze aarde, zoals moeder Theresa, te ontmoeten.
Ze was iemand die op het eerste zicht de meest tegenstrijdige ideeën en principes samen wist te brengen en toe te passen zonder ooit onlogisch te zijn maar integendeel bewonderenswaardig consequent en herhaaldelijk verrassend en onverwacht juist. Slechts één enkele keer komt het tot een botsing: Ze had uitdrukkelijk de volledige gehoorzaamheid aan de Paus beschreven als één van haar vaststaande principes. Tot de paus besliste dat ze haar “Katholieke Werkman”-krant moest opdoeken.
Dat is tenminste de vrouw zoals ze door Jim Forest beschreven wordt in “Alles is Genade” en waarvan je een beeld kan scheppen, vertrekkend vanuit de bijdragen en columns die ze 50 jaar lang zal schrijven en publiceren in de “Catholic Worker” en  getoetst aan de werkelijkheid vanuit het leven in de “Catholic Worker”-gemeenschappen. “Workers”-artikels en ”Workers”-huizen steunen vakbonden, mensenrechten, coöperatieven, geweldloosheid, zijn tegen de dienstplicht tijdens periodes van gewapende conflicten en oorlogen, tegen sociale onrechtvaardigheid, racisme en gewapende conflicten, willen geen belastinguitzondering of vermindering aannemen omdat dat hun onafhankelijkheid zou beperken, leggen de nadruk op onthechting, gemeenschap, gebed, gastvrijheid, geloof, zonder dat er nochtans iemand uitgesloten zou worden en mensen met alle soorten geloof en zelfs atheïsme aanvaard worden. Iedere “worker”-gemeenschap is onafhankelijk en heeft geen vaste structuur en erkent geen centraal gezag, ook nu nog, zoveel jaren na het overlijden van Dorothy Day. In 1983 wordt er een oproep gedaan tot haar heiligverklaring. Dit niettegenstaande ze daar nadrukkelijk tegen was.
De biografie lezen van een ongewoon, merkwaardige vrouw, geschreven door iemand die toch enkele jaren samenwerkte met haar tijdens de beginfase van de “Catholic Worker” zou boeiend moeten zijn. Toch blijkt het een opgave dit boek te lezen. Gedeeltelijk omdat Jim Forest blijkbaar ieder detail van zijn opzoekingswerk wil gebruiken waardoor het boek op een 385 bladzijden lange Dorothy Day litanie begint te lijken, dichtbevolkt  zonder élan, zonder hoogtepunten, zonder ergens een soort spanningsboog en van een auteur die zonder aflaten bezig lijkt met objectief te zijn en dus geen sympathie of kritiek toont.
Maar misschien is het ook omdat je enkel met moeite een beetje mee kan voelen met het hoofdpersonage. Je kan wel vol bewondering zijn voor de manier waarop ze consequent en logisch weet te zijn, ook als het over het algemeen aanvaarde of net om zeer tegenstrijdige dingen gaat. Vanuit haar Links-Christelijke idealen en standpunten kiest ze de enig juiste, soms verrassende conclusie. Het geen subsidies aanvaarden, maar ook geen oorlogsbelasting betalen is daar een goed voorbeeld van.
Ze spaart zichzelf niet. Ze wekt bewondering op, boezemt ontzag in, maar nergens genegenheid, warmte, hartelijkheid, vriendschap. Als je naar de vele foto’s kijkt in dit boek is er zelfs niet één bij waarop ze zelfs een zweem van een glimlach vertoont. De schrijver legt uit dat Dorothy verkoos niet te glimlachen voor foto’s. Wat het feit nog meer benadrukt. Waarom die afkeer van elke natuurlijke reactie?  Er komt trouwens ook geen enkel grappig voorval voor in het boek, er wordt nooit in gelachen. Vrolijkheid en humor ontbreken volledig. In het ganse levensverhaal is er geen enkel ogenblik van vreugde, enkel vasthoudendheid, taaiheid en onverzettelijkheid zijn van belang.
Wel opvallend hoe in de States in de periode voor de eerste wereldoorlog de sociale werkelijkheid van bijzonder groot belang was, de vakbonden floreerden, de politiek stond positief tegenover sociale initiatieven en groeperingen. Wat het nog veel bitterder maakt te moeten vaststellen dat net de VS het kapitalistisch land bij uitstek geworden zijn, waar vakbonden te versmaden zijn en zelfs de minste sociale reflex: gezondheidszorg, vakbond, pensioenen goede werkgelegenheid en werkomstandigheden, staking, medezeggenschap in de bedrijven, loonverschillen tussen management en werkers, onthaald worden met het boe-woord “socialisme”, laat staan “communisme”, dat helemaal op de lijst van duivelse begrippen terecht gekomen is.

“Alles is genade” is natuurlijk wel het lezen waard, als je bereid bent er de nodige inspanning voor te leveren.

Victor De Raeymaeker
Jim Forest
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
-
_Victor De Raeymaeker - Recensent
Meer van Victor De Raeymaeker

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies