Herman De Dijn
Mark Behets
Non-fictie
  • 1012 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

27 juni 2023 Het Rooms-katholicisme - Een ongelooflijke godsdienst
De enigszins provocerende titel van dit boek dekt de lading: De Dijn verdedigt het traditionele Rooms-katholicisme, meer zelfs, hij brengt er een lofzang op. De Dijn behandelt het onderwerp vanuit filosofisch, antropologisch en sociologisch standpunt, alsook vanuit zijn persoonlijk standpunt als praktiserend katholiek. De auteur stelt in zijn voorwoord dat het boek bedoeld is ‘vooral [voor lezers die] zelf niet religieus zijn en dat ook niet willen zijn’, om hen te brengen tot meer begrip voor het fenomeen religie. Daarom meen ik dat het boek hier op dit forum een bespreking verdient.
Herman De Dijn is professor emeritus aan de KU Leuven, waar hij o.a. moderne wijsbegeerte doceerde. Hij is specialist in de filosofie van Hume en vooral Spinoza, waarover hij verschillende boeken publiceerde. Daarnaast is hij auteur van heel wat artikels in katholieke tijdschriften. Een aantal jaren geleden las ik een interview met hem waarin gevraagd werd hoe hij als filosoof de katholieke dogma’s kon aanvaarden. De Dijn antwoordde: dogma’s moet je niet rationeel begrijpen, je moet ze zingen in de misviering. In het hier besproken boek vond ik nu de verklaring van dit merkwaardig antwoord.
Het boek bestaat uit twee delen: een eerste deel met de analyse, verklaring én verdediging van het bestaan van riten en mythen, godsdienst, en katholicisme in het bijzonder. In een tweede deel getiteld ‘Katholicisme zonder modernisme’, wijst de auteur de vernieuwingen (Vaticanum II en later) in het katholicisme af, en denkt hij na over hoe het katholicisme kan overleven.
Het eerste deel start met het betoog dat mensen -ook vandaag- niet volgens de ratio alleen kunnen leven, maar onder leiding staan van het hart en de verbeelding. Naast de ‘wetenschappelijke waarheid’ is er een ‘existentiële waarheid’ die de mens vertelt wat de zin en de waarden zijn in zijn leefwereld. Religies -die cultuurgebonden zijn, nooit universeel- bieden deze existentiële waarheid aan en geven die als een traditie door, die altijd verbonden is met symbolen en rituelen. Hierbij horen ook ‘levensregels’ (ethiek) waarvan vele regels –b.v. over voeding- rationeel bekeken volledig nutteloos zijn, maar die binnen de religieuze leefwereld een teken zijn van trouw aan de religie.
Het katholicisme is ‘een ongelooflijke godsdienst’ om twee redenen: het unieke verhaal van Christus, de god-mens die vernederd wordt en zelfs de dood stierf van een misdadiger. Ten tweede de zeer rijke, door de eeuwen opgebouwde traditie van rituelen en symboliek. Zoals al gesteld, gaat het katholicisme niet over rationele maar wel over existentiële waarheden, die pas ‘begrepen’ kunnen worden door deelname aan die rituelen, niet door rationele analyse. Men moet dus de katholieke dogma’s niet rationeel willen verklaren maar wel zingen in de liturgie.
Het katholicisme schrijft een gedetailleerde moraal voor, die deel is van de religieuze wijze van leven. Maar volgens De Dijn moet deze door de gelovigen ‘niet uit dwang, maar vanuit hun (goedgevormde) geweten beoordeeld worden’.
Vanaf de jaren 60 van de twintigste eeuw is het katholicisme in West-Europa geïmplodeerd. Dit ligt niet aan de opkomst van de moderne wetenschap, gezien deze laatste al ontstond in de 17e eeuw en niet verhinderde dat het katholicisme zeer succesvol bleef. De implosie heeft volgens De Dijn twee oorzaken: een interne, de ‘modernisering’ van het katholicisme, maar vooral een externe: de culturele revolutie van de jaren 60. Die bracht de opkomst van het ‘postmodernisme’, een mythe van het zelfbeschikkende ik dat op een creatieve manier zelf betekenis en identiteit moet vinden.  Spiritualiteit is echter niet verdwenen in het postmodernisme: individuen ‘bricoleren’ hun eigen mythen en rituelen waarbij ze elementen ontlenen zowel aan de christelijke godsdienst als aan boeddhisme, hindoeïsme, primitieve religies… Een sprekend voorbeeld zegt De Dijn: het dansfestival Tomorrowland doet hem denken aan de primitieve stammen die zich rond het vuur in trance dansen…
Deze evolutie ziet De Dijn als zeer negatief, zelfs als een beschavingscrisis, een ‘crisis van het Avondland’. Mensen kunnen hun geluk niet vinden in een eindeloze zoektocht naar erkenning en bewondering.
Hiermee is het eerste deel ten einde en wordt een naadloze aansluiting gemaakt met het tweede deel van het boek: ‘Katholicisme zonder modernisme’. Dit deel is mijns inziens vooral bedoeld voor het gelovige publiek, en daarom hou ik het hierover heel kort. De Dijn verdedigt de traditionele strekking in het katholicisme tegen de modernistische, die van het geloof een godsdienst maakt zonder mythe-en-rite, die de nadruk legt op de geloofsleer in plaats van op de liturgie, en die het geloof rationeel meent te moeten verdedigen. De Dijn meent dat het katholicisme slechts kan overleven als het trouw blijft aan de traditie en de wezenlijke elementen daarin: liturgie, sacramenten en de werken van barmhartigheid.
Wat is nu mijn oordeel over dit boek? Het gaat om een erudiet en beargumenteerd verhaal wat ik graag gelezen heb (hoewel ik het er op belangrijke punten niet mee eens ben – zie hieronder). Ik kan het boek aanbevelen aan iedereen die geïnteresseerd is in het fenomeen religie en in het katholicisme in het bijzonder.
De stelling waarmee het boek van start gaat, is m.i. volledig juist: de mens kan niet leven van de rede alleen. De zin van het leven vindt men in de emoties en die moeten gevoed worden met symboliek en rituelen. Ook de seculiere wereld kent baby-borrels, lentefeesten, begrafenissen… (qua vorm en symboliek ben ik het persoonlijk wel met De Dijn eens dat de katholieke rituelen veel rijker zijn).
Ik kan me echter niet vinden in twee andere stellingen: ten eerste de idee dat godsdienst en rede quasi niets met mekaar te maken hebben, en ten tweede dat we vandaag een ‘crisis van het Avondland’ beleven.
Religie hanteert een symbolische taal die uiteraard geen wetenschappelijke waarheid hoeft weer te geven. Maar dit impliceert m.i. niet dat we de leefregels van een godsdienst moeten accepteren wanneer de rede zegt dat die verkeerd of zelfs schadelijk (kunnen) zijn. Een voorbeeld: het ‘gaat en vermenigvuldigt u’ leidt in de katholieke moraal tot een afwijzing van voorbehoedsmiddelen. Maar wanneer overbevolking dreigt, zegt de rede dat die regel het onmogelijk zou maken om de bevolkingsgroei in de hand te houden.
En zitten we vandaag in een beschavingscrisis? Was het in de tijd van het ‘rijke Roomse leven’ zoveel beter dan nu? Is het niet zo dat eenvoudige gelovigen dom werden gehouden, en dat er veel schijnheiligheid voorkwam uit de sociale druk om de katholieke regels te volgen? De Dijn lijkt dit verleden te verkiezen omdat ze ‘heil’ bracht in de vorm van een persoonlijke gemoedsrust en een vorm van geluk. Maar de prijs hiervoor was m.i. … de vrijheid. Ik denk hierbij aan de film The Matrix waarin de hoofdpersoon Neo de keuze krijgt tussen een blauwe en een rode pil. De blauwe liet toe verder comfortabel in de illusie te leven, de rode liet toe de échte wereld te leren kennen. De postmodernisten onder ons weten welke pil ze zouden kiezen. Ik weet het ook.

Mark Behets
Herman De Dijn
Mark Behets
Non-fictie
Lid Humanistisch Verbond Haacht-Rotselaar. Favoriete onderwerpen Spinoza en fundamentele fysica.
_Mark Behets Recensent
Meer van Mark Behets

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies