Kwintessens
Geschreven door Lieven Pauwels en Ann De Buck
  • 602 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

18 januari 2024 Robert Sapolsky over wetenschap en de illusie van vrije wil (deel 2)
In Deel 1 van deze tekst bespraken we de eerste helft van het boek 'Determined: a life of science without free will' van de Amerikaanse gedragsbioloog Robert M. Sapolsky. Hij beargumenteert hoe sociaal gedrag (prosociaal en antisociaal) bepaald wordt door een onafgebroken reeks van voorafgaande biologische factoren die in wisselwerking met de omgeving ons maken tot wie we zijn en wat we doen. De huidige stand van de wetenschap laat volgens Sapolsky geen ruimte voor 'oorzaakloze oorzaken' van gedrag waar vrije wil kan worden ingeroepen.
In de tweede helft van het boek verduidelijkt Sapolsky hoe de wereld er dan uitziet en hoe we kunnen functioneren als we accepteren dat er helemaal geen vrije wil is. Zal de samenleving op hol slaan of instorten? Integendeel, beargumenteert Sapolsky, de wereld zal een humanere plek worden. Want we deden dit al eerder. Als voorbeeld bespreekt Sapolsky twee concrete gevallen waarin de samenleving heeft aanvaard, op basis van nieuwe inzichten uit de medische wereld, dat bepaalde gedragingen veroorzaakt worden door gezondheidsproblemen zoals epilepsie en schizofrenie, volledig buiten iemands schuld.
Toch erkent Sapolsky dat het erg moeilijk en soms onmogelijk is om ons los te maken van onze neiging om anderen (en onszelf) te beoordelen. Sapolsky past het nieuwe begrip van een leven zonder vrije wil toe op enkele van onze meest essentiële vragen over bestraffing, moraliteit en samenwerking. Stel dat we rechtszaken afschaffen en vervangen door onderzoeken om na te gaan wie een bepaalde daad heeft uitgevoerd, in welke gemoedstoestand, met welke voorgeschiedenis. Geen gevangenissen, geen gevangenen, geen verantwoordelijkheid in morele zin, geen schuld of vergelding. Dergelijk scenario zou onvermijdelijk leiden naar de reactie of we gewelddadige criminelen dan maar vrij moeten laten rondlopen zonder verantwoordelijkheid voor hun acties. Natuurlijk niet, antwoordt Sapolsky, en hij maakt een analogie met een auto met defecte remmen (buiten zijn schuld) die we van de straat halen, net zoals we een persoon met COVID-19 (buiten zijn schuld) ervan weerhouden een druk concert bij te wonen. Wat moet er dan gebeuren met criminelen? Mogelijke alternatieven kan men modelleren naar het voorbeeld van 'waarheids- en verzoeningscommissies, zoals aanvankelijk opgericht in het postapartheidsregime van Zuid-Afrika en nadien toepast in verschillende landen na een burgeroorlog of gewelddadige dictatuur.  Een ander alternatief waar Sapolsky meer heil in ziet, is het medische quarantainemodel, zoals ook gepropageerd door Derk Pereboom en Gregg D. Caruso. Het medische quarantainemodel is volledig compatibel met de illusie van vrije wil. Het model berust op vier basisprincipes. Ten eerste kan een persoon met een medische aandoening besmettelijk, gevaarlijk of schadelijk zijn voor de omgeving. Ten tweede is dat niet zijn of haar schuld. Ten derde, om de omgeving te beschermen, is het verdedigbaar om die persoon zijn of haar vrijheid in te perken als een soort van collectieve zelfverdediging. En ten vierde moet het inperken van vrijheid tot een absoluut minimum beperkt worden. Het medische quarantainemodel is bekend in het dagelijkse leven. Bijvoorbeeld, als je griep hebt, dan wordt verwacht dat je thuisblijft tot je beter bent, als ouderen aan dementie lijden, dan mogen ze niet meer met de auto rijden.
De uitbreiding van dit model naar de criminologie ligt voor de hand: (1) sommige mensen zijn een gevaar voor de omgeving omwille van bijvoorbeeld gebrek aan impulscontrole, onvermogen tot empathie, neiging tot agressie; (2) als je accepteert dat er geen vrije wil is (maar dat gedrag het resultaat is van biologie, omgeving en interacties), dan is persoonlijke verantwoordelijkheid niet meer verdedigbaar en is het niet hun eigen schuld; (3) om het publiek tegen hen te beschermen, is het te verrechtvaardigen dat hun vrijheid wordt beperkt; en (4) de 'quarantaine' moet proportioneel gebeuren en zo min mogelijk beperkingen opleggen – net genoeg om de omgeving en henzelf veilig te maken en net zolang tot ze opnieuw gerehabiliteerd zijn. Toegegeven, argumenteert Sapolsky, een persoon kan gevaarlijk zijn voor anderen omwille van oorzaken waar hij of zij geen controle over had, dus laten we hem of haar minimaal in vrijheid beperken om iedereen veilig te houden. Maar laat ons tevens de onderliggende oorzaken aanpakken, vaak het domein van sociale rechtvaardigheid. Net zoals gezondheidswerkers denken over sociale determinanten van gezondheid, zou een quaraintainemodel dat het strafrechtelijk systeem vervangt, aandacht hebben voor de sociale determinanten van crimineel gedrag. Sapolsky erkent echter de controverse tussen de rechten van het individu en het algemene belang (en andere kritieken) dat het medische quarantainemodel oproept. Toch beklemtoont hij het belang ervan omwille van de focus op preventie en sociale rechtvaardigheid.
Het is in het tweede boekdeel dat Sapolsky's humane mens- en wereldbeeld naar voren komt. We kunnen een bepaald verlangen, een bepaalde intentie hebben maar het is niet mogelijk om succesvol te wensen dat verlangen niet te hebben. Integendeel, het is veel waarschijnlijker dat ze progressief sterker worden. Iemands geschiedenis kan niet genegeerd worden omdat dat immers letterlijk alles is wat we zijn: niet alleen persoonlijke eigenschappen en bekwaamheden maar ook ons karakter, veerkracht, en doorzettingsvermogen. Het besef dat we geen vrijheid hebben, kan juist een reden zijn om te leven met vergevingsgezindheid en begrip om 'in te zien hoe absurd het is mensen te haten om wat ze gedaan hebben' (p. 403: vrije vertaling). Want, waar je moet kiezen tussen de makkelijke weg en de moeilijkere maar betere weg, zijn de acties van de frontale cortex het resultaat van precies dezelfde mantra van wat er één-seconde-en-één-minuut-enzovoort aan voorafging. Het is de reden dat we, hoe we ook proberen, onszelf niet kunnen dwingen om meer wilskracht te hebben.
Determined is boeiende lectuur. Sapolsky is intelligent, welbespraakt en heeft een zeer brede wetenschappelijke kennis. De vraag is echter of iemands standpunt over de vrije wil zal veranderen na deze inventarisatie van biologische mechanismen van menselijk gedrag. Maar dat is ook het doel niet van de auteur. Sapolsky beseft dat vele mensen in het dagelijkse leven hardnekkig vasthouden aan het begrip vrije wil en aan de neiging om anderen (maar ook zichzelf) te beoordelen. Trouwens, het is nooit het doel geweest van Sapolsky om elke lezer te overtuigen want hij beseft dat hij zich met zijn standpunten in de marge bevindt, samen met een handvol andere geleerden, zoals Gregg Caruso, Sam Harris, Derk Pereboom en Peter Strawson. Dichter bij huis worden vergelijkbare standpunten verdedigd door Jan Verplaetse en Farah Focquaert. Finaal neemt Sapolsky genoegen met het besef dat hij wellicht wel enkele lezers laat twijfelen over hun geloof in de vrije wil. Zodanig dat iemand zijn of haar denkwijze zal herzien over morele verantwoordelijkheid, schuld en bestraffing, maar ook over lof en verdienste, zowel in ons dagelijkse leven als bij het beoordelen van het gedrag van anderen.
Lees hier deel 1 van dit essay.
_Literatuur
  • Kane, R. (Ed.) (2011). The Oxford handbook of free will. Oxford University Press
  • Oerton, R. (2012). The nonsense of free will: Facing up to a false belief. Troubador Publishing Ltd.
  • Verplaetse, J. (2011). Zonder vrije wil: een filosofisch essay over verantwoordelijkheid. Uitgeverij Nieuwezijds.
  • Verplaetse, J., De Schrijver, J., Vanneste, S., & Braeckman, J. (Eds.) (2009). The moral brain. Essays on the evolutionary and neuroscientific aspects of morality. Springer.
  • Walsh, A. (2023). Free will and determinism in criminology and criminal justice. Nova Science Publishers
  • Zie ook het recent gepubliceerde essay van Patrick De Reyck: deel 1, deel 2, deel 3 en deel 4.
Kwintessens
Lieven Pauwels doceert onder meer biologische antropologie en criminaliteitspreventie aan de Universiteit Gent.

Ann De Buck is doctor-assistente aan de Universiteit Gent. Haar onderzoek focust op de rol van morele emoties in de verklaring van antisociale gedragskeuzes.
_Lieven Pauwels en Ann De Buck Auteur
Meer van Lieven Pauwels en Ann De Buck

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws