Helen Joyce
Nick De Clippel
Non-fictie
  • 52 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

13 september 2024 TRANS: wanneer ideologie de realiteit ontmoet
Een turf voor terf. Terf (trans-exclusionary radical feminist) is een scheldwoord geworden omdat transactivisten het zo gebruiken. Ik vermoed dat Joyce niet opgezet is met scheldwoorden aan haar adres, maar het is onmiskenbaar zo dat ze flink wat bedenkingen heeft bij de transideologie. Zelf houdt ze het hoffelijk en onderscheidt ze het feit van genderdysforie en transmensen enerzijds van de transideologie en de ontspoorde zelfidentificatie anderzijds.
Haar insteek is feministisch, want volgens Joyce zijn vrouwen en de goede zaak absoluut niet gediend van de transideologie. Integendeel, de eisen van het transactivisme zetten vrouwenrechten en -vrijheden onder druk. Het andere grote slachtoffer van de nieuwe waanzin zijn de jongeren die veel te vroeg kunnen kiezen voor een transitie en er zelfs toe aangezet worden. Die gaan ervoor omwille van genderdysforie, maar – zo leert ons het boek - die verdwijnt in de overgrote meerderheid van de gevallen vanzelf na de puberteit, terwijl de jongeren die op een transitietraject worden gezet er meestal mee doorgaan. Transmannen ten slotte spelen in het boek hooguit een bijrol.
Joyce is noch conservatief, noch preuts. In haar ideale wereld leeft eenieder volstrekt zoals hij of zij dat wil. Er zit pas een haar in de soep als wat ‘zij’ of ‘hij’ betekent alleen maar afhangt van zelfbepaling en die vrije keuze dan ook nog eens geratificeerd wordt door administraties, rechtbanken, medische zorg en andere publieke en private instituten. Volgens de transideologie is een transvrouw een vrouw en het enige criterium om vrouw te zijn, is dat een persoon zegt ‘ik ben een vrouw’ en daaruit volgen alle rechten en vrijheden die daarbij horen. Dat er bovendien geen onderscheid gemaakt wordt tussen pre-operatieve en post-operatieve transvrouwen gaat er bij Joyce niet in. Dat een zelfbepaalde genderidentiteit voorrang krijgt op biologisch geslacht zorgt sowieso voor grote problemen in kleedkamers, gevangenissen, sportcompetities, ziekenzorg en zelfs rechtbanken. Rechters worden immers geacht de wet te volgen en tot grote verbijstering van de schrijfster worden er wetten geschreven op maat van de meest extreme standpunten van het transactivisme. Ik voeg er zelf graag een bekende quote van Aldous Huxley aan toe: ‘facts do not cease to exist, because they are ignored’. In de woorden van Joyce: ‘of je je nu zo of zo identificeert, als je je broek uittrekt, dan is dat de realiteit.’ Bovendien is ‘het idee dat hetgeen iemand een man of een vrouw maakt de verrichting van of de identificatie met gender is, niet te rijmen met het fundamentele feministische geloof dat vrouwen, net als mannen, volwaardige mensen zijn die niet door stereotypen beperkt moeten worden (blz. 233).’
In 308 bladzijden (dat is een turf) volgegoten met talloze confrontaties tussen ideologie en realiteit, fileert Helen Joyce de logische inconsistenties, extreme standpunten, drogredeneringen, strategieën en rücksichtsloze eisen van de transideologie. Ze wijst op het zwakke wetenschappelijke onderzoek, gemanipuleerde cijfers, niet-representatieve studies, onfalsifieerbare theorieën en de grote impact van sociale media. Ze besluit: ‘stellen dat transvrouwen vrouwen zijn, is geen argument, maar een politiek standpunt, dat betuigt zoals een religieus geloof’ (blz. 151). Dat het om politiek gaat, verklaart een occasionele sneer naar links dat volgens Joyce ‘afgedaald is naar de krochten van de anti-wetenschap.’ Op bladzijde 203 stelt ze daartegenover; ‘het enige wat we kunnen doen, is ons beroepen op logica en wetenschappen. Terzijde: Helen Joyce staat bekend als journaliste en opiniemaakster, maar ze behaalde ook een Ph.D. in wiskunde. Een volgens mij belangrijk punt haalt ze even aan om het vervolgens te laten liggen: ‘En als we het netelige vraagstuk wat het betekent om je male of female te voelen even naast ons neerleggen …’ Voer voor psychologen, maar zowat de basis van het hele discours.
Samen met haar vraagt de lezer zich af hoe een absurd discours het zover heeft kunnen brengen. Dat komt voor een groot deel omdat trans het karretje heeft vastgehangen aan gevechten die wél zinnig zijn, zoals de strijd tegen racisme. Dat laatste speelt in de Verenigde Staten heel erg mee, maar wat ‘het homohuwelijk, het vrouwenkiesrecht en het einde van de segregatie met elkaar gemeen hebben, is dat ze de rechten van een geprivilegieerde groep uitbreiden naar iedereen, [terwijl] wat bepleiters onder ‘transrechten’ verstaan, is […] dat transmensen onder alle omstandigheden worden behandeld als leden van het geslacht waarmee ze zich identificeren, niet met het geslacht dat ze eigenlijk hebben. Dat is helemaal geen mensenrecht. Het is een eis dat alle anderen hun rechten verliezen op naar sekse gescheiden ruimtes, diensten en activiteiten (blz. 212)’. Het is geen toeval dat verderop J.K. Rowling geciteerd wordt: ‘[…] noem jezelf wat je wil. Ga naar bed met elke volwassene die daarmee instemt […], maar vrouwen hun baan ontzeggen omdat ze zeggen dat geslacht echt bestaat?’
Ook deugdpronken zou een rol spelen, want wie wil er nu niet tonen aan de kant van inclusie en tolerantie te staan? Er is zeer zeker sprake van lobbywerk en financiële steun van een aantal miljardairs die de zaak genegen zijn. En kleine toegevingen leiden naar nog meer toegevingen, zodat uiteindelijk een grote buit werd binnengehaald. Gehaaide advocaten en activistische rechters halen het maximum uit het spel tussen de letter en de geest van de wet … Welmenende journalisten en slecht geïnformeerde beleidsmakers laten zich blijkbaar makkelijk voor de kar spannen. Toch slaagt Joyce er volgens mij niet in het (relatieve) succes van de transideologie te verklaren.
‘Trans’ is vlot geschreven, erg breed en breedvoerig, soms wat te juridisch en met erg veel Amerikaans materiaal, ook al is de auteur een Ierse. Het boek sluit af met goed nieuws. De tegenbeweging zou eindelijk op gang gekomen zijn, vooral in het Verenigd Koninkrijk. Misschien dat de kakelverse vertaling onze beleidsmakers kan helpen in hun argumentatie pro of contra. Joyce zal vooral de contra’s plezieren, maar dan is het aan de pro’s om beter te doen.

Nick De Clippel
Helen Joyce
Nick De Clippel
Non-fictie
Nick De Clippel is master in de filosofie (KULeuven). Hij is auteur van het boek 'Waarom Jezus van school werd gestuurd (en Mohammed ook)', dat onlangs verscheen in de publicatiereeks van Kwintessens. Hier kan u een recensie lezen.
_Nick De Clippel -
Meer van Nick De Clippel

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies