Danny Praet (red.)
Karel D'huyvetters
Non-fictie
  • 111 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

31 augustus 2024 Satan. Een geschiedenis van de duivel
Een in alle opzichten imposant boek, met zijn ruime afmetingen, drie centimeter dik en een gewicht van 850 gram, met een opvallende voorflap, met talloze afbeeldingen in kleur en in groot formaat, en met een schare van auteurs, allen verbonden aan de Universiteit Gent. Het boek is de weerslag van een gelijknamige lezingenreeks, georganiseerd door het Centrum voor de Studie van Christelijke Tradities van dezelfde universiteit.
Wat vooral opvalt, al is het natuurlijk niet verwonderlijk gezien de ‘afkomst’, is de onbevangen wetenschappelijke benadering van een fenomeen dat toch onlosmakelijk verbonden is met geloofstradities. Het is verfrissend om godsdienstige verschijnselen voorgesteld, geïllustreerd, toegelicht en geanalyseerd te zien zonder dogmatische vooropstellingen. Dat kan evident lijken voor wetenschappers en (andere) ongelovigen, maar wie opgebracht is in een triomfalistisch christendom of een theocratische islam beleeft op elke bladzijde een fundamentele paradigmashift. De duivel en andere wezens, en allerlei rituelen, praktijken en concepten worden herleid tot wat ze zijn: louter producten van de menselijke verbeelding en drijverijen. Hun afbeeldingen en voorstellingen in beeldende kunsten en in de literatuur zijn daarvan de stille getuigen.
Uit de studie van dat in onze cultuur zo rijkelijk aanwezige materiaal blijkt – mijns inziens althans – dat de ideeën die eraan ten grondslag liggen niet zozeer spontaan mythisch opgeweld zijn bij eenvoudige mensen, maar veeleer ontsproten zijn aan de perverse bedoelingen van sluwe lieden, met als enig doel eigen gewin en macht. Dat is misschien het enige aspect dat enigszins onderbelicht blijft in deze overigens uiterst verhelderende bundel essays. Culturele antropologen en archeologen leveren waardevol werk bij het ontsluiten van gegevens vanaf de vroegste oudheid, maar zij doen er goed aan de rol te ontsluieren van de aanstichters van de ideeën die zij aantreffen, en van hun motiveringen.
Het lijkt me veel minder waarschijnlijk dat mensen, vroeger en nu, schrikbarende ideeën en afbeeldingen bedenken om zichzelf te verontrusten, dan dat sommige mensen anderen schrik willen aanjagen om daarvan zelf beter te worden. Dat blijkt zowel uit allerlei praktijken in de oudheid, de middeleeuwen en zelfs onze modernere tijden, als uit onze hedendaagse tijd. Een overtuigend voorbeeld daarvan is de laatste bijdrage in de bundel, over de duivel in de film. De enige reden om een film te maken over duivelse toestanden is geld verdienen met horror. De enige reden voor het christendom om de duivel in het leven te roepen was om de mensen ‘den duvel aan te doen’, hun schrik aan te jagen, en zo het eigen gezag en de eigen macht en welstand te versterken. Griezelen kan dan al een algemeen menselijk verschijnsel zijn, maar men moet een onderscheid maken tussen de natuurlijke angsten van mensen, bijvoorbeeld voor het donker, of hoogtevrees, of de aanblik van vervaarlijke mensen en dieren, en kunstmatige horror en walg zoals de braakscène in The Exorcist.
De bijdragen van de auteurs zijn van een hoog niveau, zonder te vulgariseren, maar vlot toegankelijk voor een ruim publiek. We krijgen inderdaad een geschiedenis van het culturele verschijnsel ‘de duivel’, in de prehistorie, de oosterse, Griekse en Romeinse oudheid, de christelijke middeleeuwen en hun nawerking, een nuchter bijdrage over magie, een gedegen voorstelling van Satan en demonen in het islamitische culturele erfgoed, een uitvoerige studie van Goethes Faust. De bijdrage over de duivel in Afrika is naar mijn aanvoelen te veel beschrijvend en te weinig duidend. Er zijn gelukkig geen voet- of eindnoten, wel een bibliografie voor elke bijdrage.
We kunnen niet anders dan dit voorbeeldige boek ‘warm’ aanbevelen. Het zal er ongetwijfeld toe bijdragen om het verschijnsel ‘duivel’ in zijn ware, fictieve gedaante te zien, en zo mensen te bevrijden van onnodige irrationele en aangeprate angsten. Dat dat vandaag nog hard nodig is, moge blijken uit de aanwezigheid van de duivel in tal van godsdienstige, fundamentalistische en reactionaire discours.

Karel D’huyvetters
Danny Praet (red.)
Karel D'huyvetters
Non-fictie
Karel D’huyvetters (°1946) legt zich toe op de geschiedenis van het atheïsme en het antiklerikalisme. Van hem verschenen Nederlandse vertalingen van de belangrijkste werken van Spinoza, met uitvoerige commentaren. Hij onderhoudt een website over Spinoza en een persoonlijke website.
_Karel D'huyvetters -
Meer van Karel D'huyvetters

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies