Het Vrije Woord
Geschreven door Martin Harlaar
  • 168 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

2 mei 2024 The WPATH Files: Waarom de media er geen aandacht aan besteden (maar wij de hoop niet moeten opgeven)
Op 5 maart 2024 werden The WPATH Files gepubliceerd. Ik heb hier eerder over bericht op deze website. Als ik enkele weken later begin aan het artikel dat u nu leest, kijk ik eerst even op internet wat een aantal dagbladen in Vlaanderen en Nederland er ondertussen over hebben geschreven. Ik zoek op de websites van De Standaard, De Morgen, Gazet van Antwerpen, Telegraaf, Volkskrant, Trouw, Algemeen Dagblad en NRC. Elke keer is het zoekresultaat hetzelfde: 'Geen resultaten voor "wpath files" gevonden'. Iemand wijst mij erop, dat het Reformatorisch Dagblad (RD) er wel aandacht aan heeft besteed. Het orthodox-protestantse RD is vergeleken met bovenstaande titels een kleine krant; het had in 2020 iets meer dan 50.000 abonnees.
Maar waarom hebben (tot nu toe) de grote dagbladen geen aandacht aan The WPATH Files besteed? De ondertitel – 'Pseudowetenschappelijke chirurgische en hormonale experimenten bij kinderen, adolescenten en kwetsbare volwassenen' – zal toch ook de aandacht van journalisten bij deze kranten hebben getrokken? Ik vermoed dat ik het antwoord op deze vraag weet: angst.
_Nieuw! De eunuch
Maar waarom zouden journalisten die The WPATH Files lezen bang zijn om te melden dat WPATH (World Professional Association of Transgender Health) in 2022 in hun Standards of Care-8 (SOC-8) een hoofdstuk heeft opgenomen over 'eunuch' als genderidentiteit (zie ook hier). Er staat informatie in The WPATH Files die opzienbarend genoemd mag worden:
Pagina 51: 'Het Eunuch hoofdstuk bevat niet alleen de bewering dat kinderen zich als eunuch kunnen identificeren, maar ook een hyperlink naar de website van Eunuch Archives waar mannen met castratiefetisjen anoniem contact hebben met elkaar en hun fantasieën over het castreren van kinderen delen.
(…) Tijdens WPATH's 2022 International Symposium in Montreal, sprak de coauteur van het SOC8 eunuch hoofdstuk over de eerste "eunuch-geïdentificeerde" patiënt die hij ooit zag, een 19-jarige man die in de kelder van zijn ouders woonde, die "misschien op het autisme Aspergers spectrum zat", en wilde terugkeren naar een prepuberale staat. De jongeman identificeerde zich niet expliciet als eunuch. De WPATH-expert had het etiket op hem geplakt. "Ik leidde het gewoon af, omdat het op mijn radar stond", legde hij uit aan het publiek.'
Pagina 52: 'Aan het einde van de Eunuch-sessie, die plaatsvond in de grote salon van de conferentiezaal en niet in een zijkamertje, hadden Satterwhite en Dr. Thomas W. Johnson, de hoofdauteur van het SOC8 Eunuch-hoofdstuk, en zijn coauteur, Dr. Michael Irwig, een interessant gesprek. Satterwhite nam de microfoon en vertelde hoe Johnson hem had geholpen zijn emotionele ongemak te overwinnen bij een van zijn eerste gevallen van een homoseksuele man die gecastreerd wilde worden. Hij vroeg Johnson om advies over hoe hij "meer chirurgen aan boord kon krijgen" om dit soort ingrepen uit te voeren, en legde uit dat hij op de conferentie gemengde reacties had gekregen van andere deelnemers op zijn bereidheid om "niet-standaard" genitale chirurgie uit te voeren. Nadat hij Satterwhite had geprezen voor "het openstaan voor nieuwe ideeën", zei Johnson dat hij hoopte "dat het hoofdstuk [eunuch] in de Standards of Care de mogelijkheden zal openen", dat chirurgen het zullen zien en "zullen zeggen, yep, dit is iets dat ik zou moeten willen overwegen". Irwig was het hiermee eens en zei dat het "geweldig" was dat eunuch nu in de SOC stond, omdat artsen nu niet meer bang hoeven te zijn dat ze hun vergunning kwijtraken voor het castreren van deze psychisch getroebleerde mannen.'
Het lijkt mij dat je als journalist toch wel kritische vragen mag stellen als een invloedrijke organisatie als WPATH in haar Standards of Care – na jarenlang actievoeren door Dr. Thomas W. Johnson – de 'eunuch' als nieuwe genderidentiteit heeft erkend.
_'Overal in Vlaanderen hangt de regenboogvlag uit'
Terug naar de vraag waarom journalisten bang zouden moeten zijn, als ze over The WPATH Files berichten. Ik denk dat zij bang zijn voor reputatieschade, voor uitstoting door collega's en vrienden, voor 'Twitter mobs'. De strijd van de genderactivisten wordt gepresenteerd – en door het grote publiek begrepen – als een voortzetting van de strijd voor homorechten en van homohaat moeten de meeste mensen gelukkig niets hebben. 
Op zoek naar een voorbeeld van hoe een en ander aan het grote publiek gepresenteerd wordt, kom ik terecht op de website van Flair: 'Flair is het grootste en leukste mediamerk voor jonge mensen. We bereiken elke maand ruim drie miljoen lezers met onze verhalen. Flair inspireert en empowert met diverse, inclusieve en optimistische verhalen, beelden en meningen. En we willen samen met jullie de wereld nét dat tikje mooier maken.' 
Een 'mediamerk' dat zich richt op jonge mensen en een bereik heeft van ruim drie miljoen lezers lijkt mij als steekproef interessant voor mijn stelling dat het grote publiek de strijd van genderactivisten als een voortzetting van de strijd voor homorechten gepresenteerd krijgt. Het gebruik van de woorden 'divers' en 'inclusief' zijn trouwens aanwijzingen dat ook Flair helemaal mee is met het woke-denken ('diversiteit' en 'inclusie' betekenen in de praktijk van het woke-denken dat afwijkende ideeën niet geaccepteerd worden en bestraft worden met uitsluiting). Webjournalist Ysaline Pollet schreef een jaar geleden het volgende:
Uitsnede screenshot website Flair.be
Wie voor homorechten is, dient als modern, deugdzaam mens ook voor transgenderrechten te zijn. Wie daar niet in meegaat, wordt al snel weggezet als transfoob of extreemrechts. En natuurlijk zit geen journalist erop te wachten om zo'n etiket opgeplakt te krijgen. Overbodig te zeggen, dat hoofdredacties, directies en eigenaren van de betreffende kranten er ook niet blij van zouden worden. Als freelance journalist laat je het wel uit je hoofd om onwelgevallige geluiden te laten horen, want je staat op straat voordat je 'lgbtqia+' hebt kunnen zeggen.
_De lgbtqia+-community
Maar is de strijd van de genderactivisten eigenlijk wel een voortzetting van de strijd voor homorechten? Is de 'lgbtqia+-community' wel één vrolijke, inclusieve, diverse gemeenschap? Hebben transgenders, queers, interseksuelen, aseksuelen plus alles wat er onder de + geschaard wordt wel dezelfde ideeën en belangen? 
Michaël Maerten heeft hierover geschreven in zijn boek De schaduw van het feest (2020): 
Pagina 82: 'Voor de homobeweging waren de bekommernissen van de transgenders geen prioriteit en zelf waren ze te klein in getal om op eigen benen te staan. Dat is vandaag wel even anders. Voor çavaria zijn holebi's en transgenders vandaag even belangrijk. Dientengevolge word ik als homoseksueel bijna gedwongen om een stelling te nemen over genderidentiteitsstoornissen en geslachtsoperaties.'
Pagina 98: 'De holebibeweging moedigde homo's aan om hun anders-zijn te aanvaarden, te omarmen en zelfs te celebreren. Uit die houding sprak een dieper humanistisch ideaal: zelfaanvaarding als basis voor de aanvaarding van zowel de ander als het andere, in al zijn eigenaardigheden. Voor transgenders geldt de omgekeerde order: zij mogen het hun gegeven lichaam radicaal verwerpen. Hun natuurlijke mannelijkheid of vrouwelijkheid – ofschoon volkomen gezond – mag als een kwaadaardige tumor worden weggesneden, omdat er zich een ideaal in hun hoofd heeft genesteld dat zich met dat lichaam niet laat verzoenen. Hier is van zelfaanvaarding dan ook geen sprake.'
Op 4 juli 2019 werd er op de website van de VRT een opiniestuk van Michaël Maerten geplaatst. Een citaat hieruit: 
'In wezen staat de regenboogvlag, ongeacht of ze op een pin of een T-shirt wordt afgebeeld, niet voor homoseksualiteit an sich; ze is het symbool van de LGBT+-beweging. Deze beweging formuleert eisen waarmee men het eens of oneens kan zijn. Ze is derhalve niet "neutraal". Integendeel, ze is door en door ideologisch. Laat ik, nota bene als "lid" van de zogenaamde holebigemeenschap, alvast duidelijk maken dat ik het niet eens ben met een deel van haar eisenpakket. Ik sta bijvoorbeeld nadrukkelijk níét achter de transgenderagenda. Deze agenda vertrekt van de aanname dat de begrippen "jongen" en "meisje" niet langer gebaseerd moeten worden op een objectief gegeven (iemands geslacht), maar op een subjectief element (iemands zogenaamde genderidentiteit). Deze verschuiving is een ideologische keuze. (…) Sowieso zie ik begrippen als "homofobie" en "transfobie" vooral als ietwat vileine etiketjes waarmee de holebibeweging andersdenkenden – ook andersdenkende holebi's – van de debattafel wil weren.
_Het Reformatorisch Dagblad
Op 8 maart 2024 publiceerde het Reformatorisch Dagblad een artikel van freelance journaliste Tineke van der Waal. Een citaat:
'Uit de documenten zou blijken dat WPATH-artsen erkennen dat er een verband bestaat tussen transgenderhormoontherapie en kanker. Ook zouden WPATH-leden de bijwerkingen en langetermijngevolgen van hormonale en chirurgische ingrepen negeren. Permanente onvruchtbaarheid, bekkenontsteking, vaginale atrofie, incontinentie en zware pijn passeren de revue in de gelekte documenten. Verder ontstaat het beeld dat de WPATH-leden zich ervan bewust zijn dat minderjarigen de levenslange gevolgen van de "genderbevestigende zorg" niet kunnen overzien. Bezorgdheid over het blokkeren van de puberteit bij een tienjarig meisje en over genitale chirurgie bij mensen met schizofrenie wuiven de leden als onnodig en bevoogdend weg.'
Tineke van der Waal laat in haar artikel ook de Nederlandse arts Hanneke Kouwenberg aan het woord. Kouwenberg vermoedt dat The WPATH Files weinig gevolgen zullen hebben voor de praktijk in Nederland. Ze zegt: 'Het grote probleem is dat de meeste media hierover niet publiceren. Waarschijnlijk vinden redacties de berichten zo bizar dat ze denken dat het om een complottheorie en om verdachtmakerij moet gaan. Dat dacht ik eerst ook.'  
Ik denk dat Kouwenberg een te positief idee heeft over de afwegingen die redacties maken en dat zij onderschat hoe gepolitiseerd en giftig het debat is en welke uitwerking dat heeft op de beslissing om al dan niet aandacht te besteden aan zoiets als The WPATH Files.
Degenen die zich binnen die redacties met het onderwerp bezighouden kennen ongetwijfeld boeken als Irreversible Damage: The Transgender Craze Seducing Our Daughters (2020) van Abigail Shrier, TRANS: When Ideology Meets Reality (2021) van Helen Joyce en Time to Think: The Inside Story of the Collapse of the Tavistock's Gender Service for Children (2023) van Hannah Barnes. Als ze die boeken gelezen hebben, dan weten ze wat er aan de hand is en zullen ze niet verbaasd zijn over de inhoud van The WPATH Files. En ze weten ook, dat het uiten van kritische geluiden niet ongestraft blijft. Journalisten hebben reden om bang te zijn.
Men is trouwens niet alleen in de media bang voor de gevolgen die het uiten van kritische geluiden kunnen hebben, ook artsen zijn daar bang voor. Terwijl ik dit artikel afrondde, ontving ik van een Belgische kinderpsychiater een link naar de website van Sky News met daarop deze tekst:
Uitsnede screenshot website Sky News
Tot slot. Natuurlijk zijn niet alle journalisten van de kranten die ik in de openingsalinea noemde bang. Een aantal is overtuigd aanhanger van de genderideologie en staat achter de genderactivisten. En wat is voor deze journalisten gemakkelijker om de 'goede zaak' te dienen dan géén aandacht te besteden aan de misstanden die in The WPATH Filesworden onthuld?
_PS
Op 10 april 2024 heeft dr. Hilary Cass, voorzitter van de 'Independent Review of Gender Services for children and young people', haar eindrapport en aanbevelingen voorgelegd aan de National Health Service In Engeland. Als ik de volgende ochtend op internet zoek, vind ik op de website van de BBC een fragment uit een interview met dr. Hilary Cass waarin zij in een halve minuut een ontnuchterend beeld schetst. Ik heb het voor u vertaald:
'Wat er spijtig genoeg voor deze jongeren is gebeurd, is dat ze vanwege de giftigheid van het debat niet door lokale diensten werden geholpen, omdat die erg huiverig waren om ze te zien. Dus in plaats van de dingen te doen die ze zouden doen voor andere jongeren met depressie of angst, of misschien een niet gediagnosticeerd autistisch spectrum, hebben de lokale diensten de neiging om ze direct door te sturen naar de GIDS [Gender Identity Disorder Service, MH]. Deze jongeren belanden dan onderaan een zeer lange wachtlijst, omdat GIDS de stijgende aantallen en de complexiteit van de problemen waarmee zij kwamen niet echt aankon.'
Uitsnede screenshot website BBC
Hoewel de situatie in de Lage Landen zeker niet hetzelfde is als die in Groot-Brittannië, kunnen we er toch het nodige van leren. Om te beginnen zouden we vaker een open debat moeten durven voeren en de genderideologie daar zoveel mogelijk uit moeten verbannen. Tijdens de paneldiscussie naar aanleiding van de presentatie van het boek Het gender-experiment op 20 januari 2024 in Gent werd er aanvankelijk verhit gedebatteerd. De artsen Patrik Vankrunkelsven en Marleen Finoulst leken lijnrecht te staan tegenover psychiater Griet De Cuypere (zij was verbonden aan het UZ Gent en bestuurslid van WPATH) en kinderpsychiater Karlien Dhondt (UZ Gent). In de loop van de discussie werd echter duidelijk dat de standpunten van beide partijen toch de nodige raakvlakken hebben op basis waarvan verder gepraat kan en moet worden. Vooral de volgende uitlatingen van De Cuypere en Dhondt stemden mij optimistisch.
De Cuypere: 'Adolescenten hebben het heel moeilijk in deze wereld. Anorexia is ook enorm gestegen. Sowieso zijn kinderpsychiatrische labels gestegen. Sociale besmetting speelt daarin een rol, en internet.'
Dhondt: 'Eens je labels benoemt, herkennen mensen zich daarin. Ik ben zelf pro-procesdiagnostiek, maar dat is tegenwoordig niet sexy. Het zoeken tolereren is niet voor iedereen eenvoudig. We zien dat ook bij ouders. We leven niet in een maatschappij waarin dat toegelaten is. De maatschappelijke cultuur voedt dit. Elke persoon is een kind van zijn tijd. Ook in de opvoeding op scholen moet men hier alert op zijn. Er moet tijd zijn om een en ander uit te zoeken.'
Nu moeten alleen de media er nog van overtuigd worden dat een open debat dringend gewenst is, in het belang van al die jongeren.
Lees hier deel 1 van deze reeks.
Het Vrije Woord
In het kader van het 'Grote vragen'-project (Diversiteit & Dialoog staan daarin centraal) probeert Martin Harlaar, in samenwerking met het Humanistisch Verbond, tot de kern van belangrijke maatschappelijke thema's door te dringen. In 2021 verscheen zijn boek 'De getemde mens. Waar komt (volgens u) onze moraal vandaan?' en in 2022 'Ben ik wel woke genoeg?'. In januari 2024 verscheen 'Het gender-experiment'.
_Martin Harlaar Martin Harlaar (Amsterdam 1956) is historicus
Meer van Martin Harlaar

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws