Kwintessens
Geschreven door Johan Braeckman
  • 1426 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

11 augustus 2023 Zesde brief van Johan Braeckman aan Hans Van Dyck
Beste Hans
Andermaal mijn oprechte dank voor je mooie en boeiende brief. Ik ben altijd blij als goed geïnformeerde vrienden me literatuurtips geven. Het boek van Ed Young waarnaar je verwijst, over de zintuigen van dieren, moet ik opzoeken. Ongetwijfeld zal ik het met bijzonder veel plezier lezen, maar ik zal je maar meteen bekennen dat het nog een poosje zal duren eer ik er toe kom. Ik ben al enkele jaren bezig met het opnemen van een reeks hoorcolleges over de geschiedenis van de westerse filosofie, voor uitgeverij Home Academy. Ik weet het, een enigszins megalomaan project. Maar ik ben er nu eenmaal aan begonnen en probeer er het beste van te maken. Er is maandelijks één opname, die telkens ruim twee uur duurt. Ik hoef je niet te vertellen dat daar veel voorbereiding in kruipt. Er zijn periodes in die hele geschiedenis waarvan ik reeds een en ander afweet. Dan kost het me minder tijd om alles uit te schrijven. Maar van andere periodes weet ik weinig af. Dan moet ik in sneltempo een reeks boeken en artikelen lezen om net op tijd een college te kunnen geven dat een goede en betrouwbare samenvatting brengt van het leven en werk van een of meerdere filosofen. Het moet bovendien begrijpelijk zijn voor leken, er zitten liefst niet te veel blunders en dode momenten in, en als het enigszins kan leg ik hier en daar een verband met een actueel probleem, om de relevantie van die mannen (het zijn helaas zelden vrouwen) aan te tonen. Het mag vreemd klinken, maar eerlijk waar, ik beleef er geweldig veel plezier aan. En niet te vergeten: ik leer veel bij. Je geeft zelf les, je zal het wellicht beamen: als je gedwongen bent om iets duidelijk uit te leggen voor een publiek, dan is het allerbelangrijkste dat je het zelf eerst snapt. Anders lukt het niet. 'Ce que l'on conçoit bien s'énonce clairement, et les mots pour le dire arrivent aisément', toegeschreven aan de Franse dichter Nicolas Boileau. Of dat echt klopt, weet ik niet, zeker wat het tweede deel van de uitspraak betreft. Ik denk dat we cognitief iets goed kunnen vatten, maar toch moeite ervaren om het helder in woorden uit te leggen. Neem de werking van het menselijk lichaam: tekeningen zijn vaak veel efficiënter dan taal. De Engelse arts John Gray publiceerde de eerste editie van zijn beroemde handboek over menselijke anatomie in 1858, een jaar vóór Darwins On the Origin of Species. De oorspronkelijke illustraties zijn van de hand van zijn collega arts, tevens kunstenaar, Henry Vandyke Carter. Het boek wordt nog steeds gebruikt in medische opleidingen, al gaat het ondertussen over de 42e editie, aangevuld met histologie, embryologie en pathologie. Wie menselijke anatomie wil doceren zonder visuele toelichtingen is eraan voor de moeite. Dat geldt uiteraard niet enkel voor ons lichaam, maar voor biologische fenomenen in het algemeen. Ik denk ook aan wiskundigen die iets moeten uitleggen waarbij meer dan vier dimensies betrokken zijn, of de prof fysica die kwantumtheorie doceert. Feynman diagrammen zijn handig omwille van een goede reden.
Maar afgezien daarvan, heeft Boileau een punt. Wil je iets naar behoren kunnen uitleggen, dan moet je het eerst zelf goed doorhebben. Dus ja, ik ervaar zo nu en dan een beetje stress, omdat de eerstvolgende datum voor een opname telkens veel dichterbij is dan ik zou willen. Soms voelt het alsof ik terug in een examenperiode ben beland, als student welteverstaan. Het ene examen is nog maar afgelopen, of het volgende komt er reeds aan, en er is te weinig tijd om alles even grondig onder de knie te krijgen, en al zeker niet om te herhalen. Desondanks, zoals ik al zei: ik leer veel bij en beleef er veel plezier aan. Momenteel zit ik verdiept in de geleerden uit de middeleeuwse islamitische wereld. Dat gaat zowel over wetenschappers en filosofen die moslim waren, zoals Avicenna en Averroes, maar ook over joodse geleerden, zoals Maimonides. Ik moet de betekenis van hun werk duiden, maar ook in hoeverre ze bijdroegen tot de heropleving van het filosofische denken in de latere middeleeuwen in het westen. Veel daarvan heeft te maken met hun vertrouwdheid met werken van Aristoteles die elders in de vergetelheid waren geraakt. Allemaal erg ingewikkeld, en daar komt nog bij dat de oorspronkelijk louter academische discussie over het belang van de Arabische denkers ondertussen in ideologisch vaarwater is terechtgekomen. Wat heeft het westen aan de islamitische wereld te danken? Volgens sommige auteurs zeer veel, volgens anderen is dat allemaal sterk overdreven … Je begrijpt de gevoeligheden.
Maar goed, ik geef je die hele uitleg natuurlijk als excuus om je boekentips te negeren. En er is nog zoveel meer. Vanuit mijn linkerooghoek zie ik een stapeltje boeken liggen met titels als Tomorrow’s People. The Future of Humanity in Ten Numbers (Paul Morland), How the World Really Works (Vaclav Smil) en The Great Escape. Health, Wealth and the Origins of Inequality (Angus Deaton). Geef toe, wie wil die nu niet zo snel mogelijk lezen? En dan moet ik de boeken nog vermelden die ik vanuit mijn rechterooghoek waarneem (als ik niet oplet, begin ik nog op Tommaso Inghirami te lijken): The Dancing Plague (John Waller), Dictator Literature (Daniel Kalder) en de Miserabelen van Victor Hugo. Hoe mensen zich kunnen vervelen met zoveel boeiende titels, het gaat mijn verstand te boven, Hans. Om over al die documentaires, films, muziek, podcasts en musea maar te zwijgen. En ook nog: mensen! Ik vrees dat ik al over de helft van mijn leven zit en ik moet nog zoveel gesprekken voeren, over van alles en nog wat, liefst met mensen vanuit alle hoeken en bochten van de hele wereld. En op een of andere manier zoek ik ook de eenzaamheid en afzondering, want anders lukt het lezen niet.
Wat de evolutionaire en genetische oorzaken van veroudering ook mogen zijn, er zit geen enkele redelijkheid en rechtvaardigheid in de biologie. Ik weet dat je dit niet persoonlijk zal opvatten Hans, ook al ben je een bioloog. De General Sherman Tree in het Sequoia National Park in Californië is ongeveer 2500 jaar oud, en het einde is nog niet in zicht. Ikzelf heb met wat geluk nog enkele decennia. Terwijl die boom niet eens weet dat hij bestaat! Enfin, een reden te meer om van elke dag het beste te maken.
Tot slot - eindelijk - wil ik nog iets zeggen over het belangrijke punt dat je in je brief naar voren brengt. Het belang van intellectuele kruisbestuiving, en de context waarin zich dat moet voordoen. Op het gevaar af van opnieuw pessimistisch te klinken: ik zie het niet meteen gebeuren aan de universiteit. Er zijn hier en daar enkele lovenswaardige initiatieven en een paar enkelingen die pogingen doen, we hadden het daar al eerder over. Maar erg veel enthousiasme wekt dat allemaal niet op. De overweldigende meerderheid van academici zit opgesloten in een deelgebied van een onderdeel van hun vakgebied, dat zelf een takje is aan de kennisboom. De vraag is niet eens wie de boom nog ziet, zelfs niet wie hem kan zien, maar wie de boom nog wil zien. En dit terwijl de belangrijkste problemen van onze tijd niet enkel gespecialiseerde kennis vergen, maar meer dan ooit ook een globale visie die uiteenlopende inzichten integreert. Hoe pakken we de klimaatopwarming aan, de migratiecrisis, oorlog en geweld en verslavingspandemieën, om maar een paar voorbeelden te geven, als we niet inzien dat we daarvoor kennis nodig hebben uit tientallen disciplines? Ik was een poosje geleden in San Francisco. (Of vliegen nog ecologisch en moreel verantwoord is, daarover moeten we het maar een andere keer hebben.) Prachtige stad, maar het aantal verslaafde daklozen, en de erbarmelijke situatie waarin ze verkeren, is choquerend. Men is er inventief en creatief genoeg om zelfrijdende auto’s te bouwen, maar het daklozenprobleem indijken, dat lukt blijkbaar niet. Jaarlijks overlijden honderden mensen letterlijk langs de straatkant, meestal door een overdosis. Welnu, geen enkele academische discipline is bekwaam om in haar eentje een oorzakelijke verklaring te vinden voor zo’n complexe kwestie, laat staan een oplossing. Natuurlijk heeft het iets te maken met de scheikundige samenstelling van methamphetamine en andere drugs, en met de manier waarop onze hersenen en ons lichaam erop reageren, maar evengoed met tientallen andere factoren: gebrek aan opvangmogelijkheden, een tekort aan betaalbare huizen en medische zorg, een onzekere arbeidsmarkt, politieke onverschilligheid, en ga zo maar door. Er komen tientallen disciplines bij kijken, willen we de verslavings- en daklozenproblematiek begrijpen en wetenschappelijk verantwoord aanpakken.
De kennis is er wel, tot op zekere hoogte, maar hoe brengen we ze samen? Individuele puzzelstukjes zijn belangrijk, maar als we ze niet aan andere stukjes vastklikken zijn ze waardeloos. Aan de universiteiten lukt het niet. Toch niet zoals ze nu functioneren, met oubollige facultaire opdelingen en vakgroepbastions die nauwelijks coalities toelaten met collega’s die hun inspiratie uit andere invalshoeken halen.
Ik ben zeer benieuwd hoe jij hiertegenover staat, Hans. Laat me je tot slot toch ook maar een boekentip geven, een die aansluit bij mijn geweeklaag van hierboven: The Polymath, van Peter Burke. Een zeer lezenswaardige beschouwing over het uitstervende ras van veelweters, die zich niks aantrekken van academische en andere hokjes en vakjes, maar zich louter laten leiden door hun nieuwsgierigheid en de informatie zoeken om het even waar ze zich bevinden mag.
Hartelijk groet
Johan
Kwintessens
Voormalig hoogleraar wijsbegeerte, auteur en lid van de humanistische denktank Kwintessens
_Johan Braeckman -
Meer van Johan Braeckman

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws