Kwintessens
Geschreven door Sophia De Wolf
  • 2907 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

25 mei 2023 Het zit in ons DNA
Bepaalde uitdrukkingen zijn soms net modeverschijnselen. Ze komen op, worden volop gebruikt en maken dan weer plaats voor andere. Het is nu heel erg in om te verklaren dat 'iets in je DNA zit'. Elke eigenschap, gewoonte of kenmerk zit tegenwoordig in het DNA, eerder zat het gewoon in je bloed of in de genen. We drukken ons blijkbaar graag alsmaar intelligenter uit. Onlangs was er toch een winkelketen die tegen die stroom inging en verklaarde dat het verkopen van speelgoed níét in hun DNA zit. Het was eens wat anders. En tot nu toe de uitzondering, want werkelijk bijna alles wordt nu ter hoogte van het DNA gesitueerd. Voetbalsupporters bijvoorbeeld vinden dat vuurwerk maken nu eenmaal in hun DNA zit. Het is daar dus momenteel heel druk op die dubbele helix. Of krap, zo u wil. Watson (1928) heeft goeie genen want hij leeft nog, Crick (1916-2004) draait zich wellicht om in zijn graf. Al is dát dan weer een uitdrukking die sedert geruime tijd misschien vervangen zou kunnen worden door: 'de as van X wervelt ongetwijfeld in de urne rond zoals een storm'. Of zoiets. Ik blijf bescheiden en vermoed niet dat ik hier en nu met succes een nieuwe uitdrukking lanceer. Laat ik dus maar terugkeren naar de populariteit van het DNA. En haast ik me om te schrijven, vooraleer feministen terecht weigeren om verder te lezen, dat ook Rosalind Franklin (25 juli 1920-16 april 1958) haar verdiensten in de ontdekking mocht claimen. Ere wie ere toekomt. De Londense chemica droeg immers ruim bij tot de ontdekking van de structuur van DNA met behulp van röntgendiffractie. Dat Watson, Crick en ook de natuurkundige Maurice Wilkins (1916-2004) in 1962 de Nobelprijs mochten ontvangen, hebben ze dus ook voor een groot deel aan haar te danken.
Maar wat zit er nu echt létterlijk in ons DNA? Desoxyribonucleïnezuur vormt in al onze levende cellen de basis voor erfelijkheid en heeft een ingewikkelde chemische structuur. De molecule is opgebouwd uit twee ketens van nucleotiden die in de vorm van een dubbele helix met elkaar vervlochten zijn. Een nucleotide bestaat uit een stikstofbase, een suikergroep en een fosfaatgroep. Het DNA bevat codes waarin onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. En zo heeft Wikipedia alweer eens mijn geheugen opgefrist. En wie weet ook het uwe.
Wat betreft de min of meer als 'figuurlijk' te beschouwen erfelijkheid, zat 'iets' eerst in ons bloed, later in onze genen, tegenwoordig dus in ons DNA. Kunnen we nog iets anders verzinnen? Of zit er niets anders op dan terug te keren naar vagere varianten. 'Het zit ontegensprekelijk in onze aard.' 'Het is zonder twijfel onze manier van doen.' 'Het zit in onze natuur.' 'Het is een familietrekje.' Veelal houdt het steek. Of men toont hiermee gewoon zijn gehechtheid aan zijn familie.
Het wordt iets lastiger wanneer overheden, politici, journalisten, opiniemakers ermee uitpakken als was het een vanzelfsprekendheid om zonder schroom in naam van groepen te kunnen spreken. Waarbij men kenmerken of eigenschappen soms zodanig veralgemeent dat het lijkt alsof we klonen zijn van elkaar. Wij Belgen zijn Bourgondiërs. Wielerminnend Vlaanderen. Luie Walen. Werklustige Vlamingen. Stereotypen. Alsof het automatisch het gevolg is dat je de bijhorende kenmerken hebt wanneer je tot deze of gene afgebakende groep behoort. Alsof iemand meteen weet welk vlees hij of zij in de karakterkuip heeft van zodra de nationaliteit gekend is of zodra men weet uit welke stad iemand komt. 'Het zit in hun DNA.' Italianen zijn vrouwenversierders, Nederlanders zijn gierig, Antwerpenaars weten het altijd beter. Het doet me de bedenking maken dat je deze manier van categoriseren een beetje kan zien als de 'innerlijke' variant van de theorie van de fysiognomie van Johann Kaspar Lavatar (1741-1801), de wetenschap om uit het uiterlijk – vooral het gezicht – het karakter van een mens af te kunnen lezen. Er waren toen zelfs kleine handige pocketboekjes voorhanden waarin men onderweg snel wat opzoekingswerk kon verrichten. Al heel snel kwamen zijn tijdgenoten tot de conclusie dat het pseudowetenschap betrof. Ik heb verwoed gezocht maar niet kunnen achterhalen welke kenmerken Lavatar associeerde met een grote neus. Het doet er niet toe, Kwintessens houdt geen rekening met uiterlijke kenmerken van tekstleveranciers en al zeker niet met pseudowetenschap.
Die ingebakken neiging om (karakter)eigenschappen af te leiden van de groep waartoe iemand behoort, heb ik altijd al raar en twijfelachtig gevonden, dat zit waarschijnlijk in mijn DNA. Maar het wordt pas ongemakkelijk wanneer bepaalde politici ons een gezamenlijke 'identiteit' aanmeten. Met de bedoeling 'ons' als groep te kunnen profileren, ons te kunnen afzetten tegen anderen of ons doelbewust of met voorbedachte rade te onderscheiden van een andere groep. Vooral dan groepen die een bedreiging zouden kunnen vormen. Liefst zou ik mezelf dus willen onttrekken aan dat specifieke 'ons'. Ik zie dat 'wij' eerder als een geografische of administratieve afbakening. Indien men uitgaat van de veronderstelling dat ik met om het even wie van de groep waarin men mij rangschikt, als was het een vanzelfsprekendheid, zonder probleem graag op een onbewoond eiland zou willen stranden, dan moet ik dat ten stelligste tegenspreken. Ik zal mijn best doen om het verplichte samenleven te doen slagen, maar het zal niet van harte zijn. Veel kans dat het beter lukt met een persoon die qua nationaliteit, kleur enzovoort niet tot mijn groep behoort, maar waarmee de affiniteit op allerlei gebied veel groter is. Alles is mogelijk. Gelieve mij dus niet vast te pinnen. Ik ben er namelijk bovendien van overtuigd dat de verdeling net anders moet en splitsen vooral een splitsen is in opbouwers en afbrekers. Degenen die graag verdelen en polariseren op basis van wat dan ook, de afbrekers dus, hou ik liever voorlopig wat op afstand, in afwachting dat ze eveneens inzien dat we verder gaan komen als we onderlinge solidariteit betrachten en resoluut kiezen voor menselijke waardigheid, vrijheid en zelfontplooiing.
U vindt mijn eindconclusie wat naïef of utopisch, u vindt mij wat wollig, zeemzoeterig of wat dan ook? Het klopt, u heeft gelijk, één grote groep gaan we nooit worden. Neem het me evenwel alstublieft niet kwalijk dat ik vind dat we het toch minstens moeten proberen, ik kan het niet verhelpen, dat is mijn humanistisch trekje. Het zit in mijn DNA.
Kwintessens
Recensent
_Sophia De Wolf Vrijwilliger bij het Huis van de Mens Zottegem
Meer van Sophia De Wolf

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws