Kwintessens
Geschreven door Dirk Ooms
  • 1689 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

27 april 2023 'War. What is it good for …'
'Absolutely nothing? Say it again', als je wil, maar het zal geen moer helpen. Ik hoorde de paus onlangs nog verzoeken dat men neen tegen oorlog moet zeggen. Sommigen zullen zo goed en moedig zijn om dit enkele malen per dag te doen. Wat leuk is.
Tijdens het lezen van het vijfde deel Wereldgeschiedenis werd ik er nogmaals aan herinnerd hoezeer de geschiedenis van de mensheid in oorlog gedrenkt is. Dit deel vertelt van Attila de Hun, Clovis, Karel de Grote en vele andere krijgsheren met nog eenvoudiger namen, maar aangezien het over wereldgeschiedenis gaat, komen ook enkele eeuwen in Arabië, India en China aan bod, met krijgslustige machtshebbers als Ya'qub ibn Laith, Muizz ud-Din Muhammed, Chao K'uang-yin en zovele andere ingewikkelde namen die leiden tot scheelzien. Tussendoor gaat er ook enige aandacht naar samenlevingsvormen, tempelbouw, pottenbakken en andere vrij vredige zaken. Maar er is geen jaar te vinden waarin niet minstens één oorlog woedde. En het zal er niet op beteren in de volgende delen van die Wereldgeschiedenis, waar ook ter wereld. Vanaf de negentiende eeuw werd het rustiger in Europa, maar áls daar nog eens een treffen werd georganiseerd, dan was het met panache: wereldoorlogen, met uitzinnig veel doden en onmenselijkheid. Twee ervan heeft de mensheid ondertussen achter de rug, af en toe menen we het startschot te horen van de derde wereldoorlog. Maar de alsmaar stijgende welvaart heeft de mens schijnbaar vreedzamer gestemd. Er zijn evenwel nog oorlogszones, daar waar tekorten zijn en ver van ons zalig bedje. En zolang er hier voorspoed is, met voedseloverschotten, betaalbare energie …
Oorlog, waarom toch? Waar ligt de oorsprong van dit kwaad? Worden we oorlogszuchtig geboren? Ik hoor wel eens beweren dat de mens goed geboren wordt. Ik heb dit altijd een kwalijk infantiele opvatting gevonden, tot ik recent statistieken zag die onverbloemd weergeven dat ik het bij het verkeerde eind heb! Die statistieken behelsden allerlei vormen van misdaad: doodslag, diefstal, fraude, geweldpleging, belastingontduiking enzovoort. Wat toen overduidelijk opviel was het zo goed als blanco strafregister van één welbepaalde leeftijdscategorie: de min-éénjarigen! Aan één misdrijf bleken sommigen zich wel een beetje schuldig te maken: sluikstorten (fopspenen, voeding, feitelijk kleine overtredingen), maar voor de rest bleken het echt allemaal deugdzame borelingen. Sterk.
Ernstig nu. De mens is de meest sociale diersoort. Zorg gaat niet alleen uit naar kroost, maar ook naar grootouders. Vele diersoorten kennen broedzorg, maar zorg voor bejaarde soortgenoten komt zelden voor. Zo goed als onbestaande bij zowat alle diersoorten is zorg voor soortgenoten waarmee geen familiale band bestaat, terwijl mensen zich vreemd genoeg bekommeren om stiefkinderen, vrienden, buren en een overstekend onbekend oudje. Dit zorgde mede voor het evolutionaire succes van onze soort: ondertussen acht miljard individuen! Dat moet je verdienen! Je zou haast denken dat moeder natuur zich vergist heeft: ze riep een verstandige en sterk sociale omnivoor in het leven! Daar komt toch geheid overbevolking van? Of is moeder natuur – een moordwijf, vind ik – misschien niet zo dom als ze zich voorgeeft? Houdt ze misschien iets achter de hand?
Wat is oorlog? Twee legers die mekaar confronteren. Liefst meermaals, verspreid over een periode, want anders betreft het een gewone veldslag, dus een besef van toekomst en de mogelijkheid van planning is mooi meegenomen. Maar in de eerste plaats is een leger nodig, een groep van soortgenoten die samen en solidair optrekken. Je zult nooit een leger van tijgers of berggorilla's zien. Dieren die wel veldslagen leveren zijn stokstaartjes, ringstaartmaki's, Afrikaanse wilde honden, chimpansees, dieren die leven in een sociale structuur. Gevochten wordt om territorium, om voedselbronnen die iets moeilijker te vinden en/of te verschalken zijn dan grassen en bladeren. En wat zou zoal de doorslag kunnen geven in zo'n strijd? Wel: de troepensterkte. Kwantiteit telt.
Op een gegeven moment in de geschiedenis van Homo sapiens moet deze soort fundamenteel het concept van de sociale eenheid – de eigen familie, neem ik aan – veranderd hebben: uitbreiding. Onze prehistorische jagende en verzamelende voorzaat zal wel eerder vreemde wijfjes verwelkomd of veroverd hebben (is het een toeval dat een van de eerste verhalen gaat over de verovering van een wijfje, namelijk Helena?). Inteelt is immers best te vermijden. Maar ooit moeten ook mannetjes zich aangesloten hebben bij een familie, aanvankelijk misschien als slaven, of verenigden twee groepen zich in samenwerkingsverbanden, zodat er stammen ontstonden, machtig in veldslagen en bijgevolg succesvol door hun omvang. Wat toen ontstonden waren 'mensheden'.
Met de term 'mensheid' drukken wij het geheel der mensen uit: de hele wereldbevolking. Een eenvoudige optelsom, zo je wil, maar echt meer inhoud, meer 'body' heeft dat woord niet. Het lijkt een eenheid uit te drukken maar concreet is die niet. De mensheid is immers verdeeld en is dat zo goed als altijd geweest. Toen mensen nog leefden in stammen, gaven ze vaak zichzelf in hun taal de naam 'mensheid'. Andere stammen behoorden niet tot hun soort, waren immers anders door huidskleur, gebruiken, taal, enzovoort. Barbaren. De Inuit in het hoge noorden, de Koori in Australië, de Khoikhoi in Afrika, de Quechua in Zuid-Amerika: de naam die zij aan zichzelf gaven, betekent in hun taal 'de mensen'. In Noord-Amerika heb je zo de welbekende Apachen, die zichzelf feitelijk N'de noemden, 'de mensen'; zij werden door de Zuni echter 'Apache' genoemd, wat 'vijand' betekent …
Wil je als grote groep goed samenwerken, dan heb je een bindmiddel nodig. Er valt niets beters te verzinnen dan een geschikte vijand: buitenstaanders, een andere mensengroep. Hoe krachtiger het beeld van een vijand, hoe sterker de samenhang van de groep. Geen sterkere band dan die van een legereenheid in het heetst van de strijd: hier vind je de innigste broederband. Alsof er een balans bestaat waarin samenwerking en competitiviteit, vriendschap en vijandigheid elkaar in evenwicht houden. Vijanden zijn er altijd wel te vinden. Andere stammen, andere volkeren, andere naties. Of mensen met een andere huidskleur, een andere geaardheid, een andere politieke overtuiging of levensvisie, zelfs politici en virologen zijn geschikt, wat je maar uitkomt. Uitstekend hulpmiddel hierbij: generaliseren, een populair gezelschapsspel, goed voor een deugddoend groepsgevoel. Daar heb je zelfs geen verstand voor nodig.
Wat ikzelf zou suggereren om een groep cohesie te geven is … een god. Eén god welgeteld, niet enkele goden! Polytheïsme houdt immers de deur naar verdraagzaamheid open: je kunt dan goden uitwisselen of vrijblijvend aanbevelen: deze is goed voor vruchtbaarheid, deze helpt tegen jeuk. Maar monotheïsme is per definitie onverdraagzaam. Neem nu dat exemplaar bekend van de Bijbel! Eigenlijk en niet verwonderlijk een gepromoveerde oorlogsgod. De eerste regel van de wetgeving luidt: er is maar één god. Met andere woorden, al die andere goden bestaan niet eens! Maak er vervolgens een 'vader' van, in den hoge of waar dan ook, dan krijgt die eigen gemeenschap, hoe groot ook, een familiaal cachet. Een groot maar gezellig gezinnetje. En wil je de eigen groep goed afschermen van de anderen, pak dan aan wat mensen samenbrengt: de dis. Verzin enkele speciale voedingsregels om het onderscheid klaar en duidelijk te houden. Eer de verdeeldheid! En niet te vergeten: wees vruchtbaar. Wees talrijk als de sterren aan de hemel, als zandkorrels op het strand. Wees met velen. Bemin mekaar door anderen te haten. Zo'n groep kan uit de voegen barsten, bijvoorbeeld door een gebrek aan opponenten, een tekort aan afkeer. Geen nood: kom dan op de proppen met een zoon van god, of een nieuwe profeet, of een neef van de profeet. Solidariteit en strijd kunnen niet zonder elkaar, 't is yin en yang.
Oorlog is er. Zo natuurlijk als kanker. Tegen beide kan men desgewenst opkomen, maar ze de wereld uit helpen lijkt me onmogelijk, wat niet wegneemt dat men moet ijveren voor een vreedzame samenleving. Dat men moet strijden tegen oorlogen. En vechten voor vrede. Tot de laatste snik desnoods.
Kwintessens
Dirk Ooms is huis- en tuinman, en boekenwurm
_Dirk Ooms - Recensent
Meer van Dirk Ooms

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws