Kwintessens
Geschreven door Ronald Soetaert
  • 143 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

29 februari 2024 Achtste brief van Ronald Soetaert aan Johan Braeckman
Beste Johan
Ik ga nu even niet in op jouw brief omdat ik al een tijdje klaar was met een tekst die ik presenteerde tijdens de studienamiddag in zaal De Corridor.
Die tekst is zelf in briefvorm opgesteld en je suggereerde dat ik die maar eerst moest sturen. Even dus over iets anders dan de boeiende vragen die je me stelde, hoewel we in hetzelfde potje blijven roeren. 
Je stuurde me een mailtje: 'zaterdag 2 maart willen we het met onze Kwintessens-groep over "het nut van verhalen" hebben. Ben je vrij?'
Ach, de vrije wil … We hebben het daarover al gehad, maar laat ik het antwoord eenvoudig houden: ik maak mij vrij. 
Meer dan een halve eeuw draait mijn leven & werk rond die nutsvraag. Ik zocht de zin van het leven vooral in het lezen van verhalen. Is dat nuttig? Ik zal mijn wijsheid uit verhalen halen. Misschien moet ik daar zelf een verhaal over vertellen. Een verhaal met een held of antiheld op zoek naar een antwoord op dit probleem. Maar om dat spannend te maken, zou er een moord moeten gebeuren en en passant zou er best een verhaal over een ontluikende verliefdheid moeten bij komen. Umberto Eco heeft dat al zo opgelost in De Naam van de Roos. Een titel die hij zou gekozen hebben omdat de roos zoveel symbolische betekenissen kreeg dat het woord bijna betekenisloos is. Misschien geldt dat ook wel voor de betekenis van verhalen? In elk geval, ik blijf ze lezen om wat betekenis te verzinnen in een wereld die an sich betekenisloos blijkt. Waarheidjes en leugentjes om bestwil. 
Verder dacht ik na over het genre waarin ik zelf zou schrijven. Fragmenten uit mijn dagboek? Auto-fictie? Een academisch of verhalend essay? Een wervende speech?
Uiteindelijk besloot ik een brief te schrijven omdat ik dat nu eenmaal al een paar jaren doe als oplossing voor het genre probleem. Een brief dus. Als een man van de post, presenteerde ik mezelf. Ik ben ook een beetje postmodern light geworden met de jaren. Al die perspectieven van verhalen in het algemeen en literatuur/film/theater in het bijzonder die ik verzameld heb, zoveel dat ik uiteindelijk opnieuw bij de vraag van Montaigne terecht kom: Que sais-je? Dat laatste wordt een spoiler alert want inderdaad, ik weet het niet. 
En beschouw dit ook als een manier om te zeggen dat ik niet met vijandige bedoelingen zal komen en alle andere sprekers – en specifiek hun publicaties – hoog waardeer. Ze hebben allemaal gelijk en ongelijk (dat geldt voor mij ook). 
Heb je mijn cv nodig? Ik lees de oudere cv's als verhalen die nuttig waren voor ik met pensioen ging. Aan de universiteit had ik een sterk verhaal nodig om onderzoeksprojecten binnen te halen. 
Zo'n cv lijkt me deze keer enerzijds niet nodig, anderzijds wel ergens handig. Ik wil immers mijn ik niet schrappen en ook niet verbergen vanuit welke discipline, volksstam ik schrijf. Ik zou kunnen beweren dat in wat volgt het niet over mezelf zal gaan, maar kan dat wel? 
Dus dan toch mijn cv als het verhaal dat ik fantaseer voor deze bijdrage. Ooit studeerde Soetaert 'Germaanse filologie', hij verving dat door taal en verhalen, of meer academischer geformuleerd: retoriek en narratologie. Steeds meer presenteer ik mezelf als retoricus, een woordenaar die nadenkt over taal en verhalen. 
Zo kwam ik in het kamp van de Humane Wetenschappen terecht die ik liever Humanities noem want bij de woorden 'humane wetenschappen' vraag ik me af: 'zijn er andere?' En humane wetenschappen ervaar ik min of meer als een oxymoron. Een paradox. Maar over de Two Cultures zwijg ik voorlopig. 
Wie het over het nut van verhalen wil hebben, komt in het vaarwater van de vraag naar het nut van de Humanities. Ik ben voorbestemd om mijn eigen werk nuttig te vinden … En als retorische strategie vermelden mensen dan graag dat ze bedreigd zijn, hoewel ik dat wil vermijden. 
Geef toe, die vraag heeft een wat dreigende toon binnen een sfeer van 'meten is weten’'in de faculteit en onderzoeksgroepen waar ik ooit werkte als lid van een bedreigde soort. Een mens heeft dan de neiging om met Oscar Wilde te antwoorden: 'All art is quite useless'. Of Nussbaum te citeren: 'Not for profit'. 
Het is duidelijk dat het woord nut literatuurliefhebbers doet huiveren.
Sowieso hangt de betekenis van nut af van wie het in de mond neemt.
Is dat een econoom of een manager? Is het een bioloog, een filosoof, een socioloog, een psycholoog etc.?  Het zijn allemaal brillen die ons naar een bepaald type antwoord zullen leiden. In de retoriek heet dat 'getraind onvermogen' wat zoveel betekent dat iedereen wel ergens gelijk heeft maar …  onvermijdelijk vanuit een bepaald perspectief. Retoriek presenteert een perspectief op perspectieven. 
Wat heb ik ondertussen geleerd? Wel, wie over woorden nadenkt, ziet ze onvermijdelijk overal verschijnen. Een taalkundige noemde dat de frequentie illusie. Zo botste ik voor een andere lezing op het bestaan van de 'Maatschappij voor 't Nut van 't Algemeen'. Een ondertitel die ik voorstel voor jouw Corridor.
Maar dan mogen we hopen dat er niemand is die als we ons hier 's avonds vermaken met een trappist, plots de vraag stelt: wat voor nut heeft dat? Een 'party pooper' heet dat in het Engels.
En mijn zoon – een tuinier nota bene - stuurt me een artikel uit de Tuinkrant van Volkstuinvereniging 'Nut en Genoegen'. Misschien is het zo eenvoudig en moet ik dat antwoorden. 
Zo. Binnenkort schrijf ik verder. 
Kwintessens
-
_Ronald Soetaert em. prof. UGent
Meer van Ronald Soetaert

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws