Lionel Shriver
Dirk Ooms
Non-fictie
  • 986 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

8 december 2022 Tegendraads
De Engelse titel van deze verzameling essays van de Amerikaanse schrijfster Lionel Shriver luidt “Abominations” en dat klinkt een tikkeltje erger dan “Tegendraads”. Zij heeft dan ook uitgesproken meningen over soms zeer gevoelige onderwerpen waardoor ze “meer dan eens een hoop bagger van sociale media” over zich heen krijgt.
Ze durft tegen heilige huisjes aan te trappen die, zoals ze zelf ook opmerkt, de laatste tijd veeleer opgetrokken lijken door de zogenaamde politieke linkerzijde. Ik kan me niet voorstellen dat iemand akkoord gaat met alles wat ze beweert. Men kan aanstoot nemen aan wat ze schrijft maar ook aan wat ze beschrijft. Hoe dan ook weet ze je te prikkelen. En dat is niet slecht. Shriver schrijft vlot, onvervaard, pittig, vlijmscherp, vrank en bij gelegenheid vrolijk, zonder te hengelen naar appreciatie of instemming. Zoals ze het zelf in één van haar opiniestukken schrijft: “Ik heb een kolossale neiging tot recalcitrantie”. Laat ik nu net een zwak hebben voor zulke eenlingen.
Margaret Ann Shriver werd in 1957 geboren in North Carolina maar besliste op vijftienjarige leeftijd dat ze Lionel moest heten want ze vond dat een mannelijke naam beter bij haar paste. Het eigengereide zat er al vroeg in. Ze heeft gewoond in Nairobi en Belfast (tijdens de Troubles!) en verblijft momenteel in Londen. Ze heeft tot dusver een achttal romans geschreven waarvan de bekendste titel wellicht “We Need to Talk About Kevin” is, een boek dat gebruikt kan worden als middel tegen procreatiedrang (en voor het geval je een trage lezer bent en de kinderwens acuut is: er bestaat een verfilming van dat boek).
“Tegendraads” bevat opiniestukken, toespraken, zelfs enige vrijblijvende columns over bijvoorbeeld haar tennis en over de “onofficiële olympische sport van Londen”, zijnde fietsen in die hoofdstad, een hilarisch geschreven tekst over de felle competitiviteit onderling van de fietsers met hun “derailleurdelirium”. Vaak is ze grappig in haar verwoordingen, zoals in het stuk over geloof. Zij is immers gelovig opgevoed, dat probeerden tenminste haar diepgelovige ouders voor elkaar te krijgen, maar zij vond al erg jong die hele santenkraam ongeloofwaardig. Zij zegt dat ze religie gewoonweg niet begrijpt. Het woord “spiritueel” kan ze ook niet helemaal begrijpen, “behalve dan,” schrijft zij, “als lagere gradatie van ‘gelovig’, iets wat je tot niets speciaals verplicht maar je tijdens etentjes toch verrassend onuitstaanbaar maakt”. 
Waar staat ze politiek? Ze omschrijft zich enerzijds als “rechtse boerentrien”, economisch rechts-conservatief, dus republikeins, maar anderzijds is ze tegen bidden op school, steunt ze het homohuwelijk, is ze voor het recht op abortus, staat ze sceptisch tegenover militaire interventies in het buitenland, enzovoort, een pakketje van vrij liberale standpunten dus. In Londen wordt ze beschouwd als een “aartsconservatieve gek”, in de V.S. als een “linkse radicaal”.
Ze is een voorstander van Brexit maar in het hele opiniestuk daarover (uit 2019) rept ze niet over Farage en zijn Brexit bus met het beruchte bedrag van de zogenaamd wekelijks verspilde 350 miljoen pond. Ze ergert zich aan het feit dat de Leave-stemmers als “halvegaren en morele mafkezen” worden voorgesteld, niet in staat om “te oordelen over complexe kwesties die hun boven de pet gingen”, een hetze die volgens haar te vergelijken valt met de argumentatie eertijds "tegen kiesrecht voor vrouwen en de bevrijding van de arbeidersklasse". Voor zover ik er iets van begrijp lijkt me Brexit vooral een economische kwestie die wel degelijk zeer technisch en complex is, ik zie niet meteen de link naar mensenrechten die me dunkt toch ook gelden voor vrouwen en arbeiders.
Ik kan haar dus onmogelijk in alles gelijk geven. Ik stoor me zelfs grondig aan het feit dat ze ergens covid omschrijft als een “ziekteverwekker die maar weinig dodelijker is dan griep”, zo heb ik het immers in mijn omgeving zeker niet mogen ervaren. Een bladzijde verder schrijft ze: “Veel zorgstelsels die zich blindstaren op covid verzuimen dodelijker aandoeningen zoals kanker te behandelen”… ik heb weet van operaties die werden uitgesteld omdat de intensieve in beslag genomen werd door covid-patiënten die daar erg lang verbleven en volgens mij niet op de eerste plaats omdat het er gezellig was.
Maar er zijn opiniestukken waarmee ik volmondig akkoord ga. Het boek bevat haar toespraak over fictie en identiteitspolitiek, het zogenaamde “misdrijf van culturele jatterij”: dat men, bijvoorbeeld als auteur, niet iets mag toe-eigenen uit een cultuur waar je niet toe behoort. Dat je als pakweg dun persoon niet kunt en dus niet mag schrijven over een dik personage, of je moet je misschien eerst, net als de acteur De Niro voor zijn rol in Raging Bull, goed gaan volproppen. Denk aan de kritiek die Rijneveld kreeg toen ze het gedicht “The hill we climb” van Amanda Gorman wou vertalen: zij (of hij?… het?… hun?... Rijneveld dus) had de verkeerde huidskleur. Shriver vraagt zich terecht af waarover een schrijver dan nog mag en kan schrijven als zij in haar romans geen personage mag laten opdraven dat bijvoorbeeld dik, Mexicaans, of zwart is. Zo wordt immers de verbeelding aan banden gelegd. Zij neemt ook de volgens haar “verstikkend gegenderiseerde wereld” van nu op de korrel, de hele problematiek van LGBTQ of liever LBGTQIA+ waarbij de + staat voor, neem ik aan, de rest van het alfabet. (Facebook zou, zo lees ik in Shrivers opiniestuk van 2016, zijn genderopties uitgebreid hebben tot meer dan zeventig…)
Deze selectie biedt veel afwisseling, maar steevast is er de kenmerkende stijl van Shriver. Haar persoonlijkheid spat van elke bladzijde. Ze vertelt over haar jarenlange verblijf in Belfast, een tekst die eigenlijk gaat over het inherent “afstotelijk gedrag” van kliekjes, waarbij ze niet te beroerd is te bekennen dat ook zij dat groepsgedrag vertoonde. Andere onderwerpen die aan bod komen zijn ziekelijke kooplust (Ikea rules!), migratie en nationalisme, taalverloedering.

Ik heb danig genoten van dit boek en vind het beslist een aanrader.  

Dirk Ooms
Vertaler: Karina Santen, Marian van der Ster
Lionel Shriver
Dirk Ooms
Non-fictie
Dirk Ooms is huis- en tuinman, en boekenwurm
_Dirk Ooms - Recensent
Meer van Dirk Ooms

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies