Donella Meadows
Karel Van Dinter
Non-fictie
  • 1596 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

12 juli 2022 Denken in systemen
VAN MESTKARREN EN BOZE BOEREN. Veronderstel: lekker weertje vandaag, dus happig op een dagje genieten aan zee. Effe een verdiend carpe diem. Tóch? En voor wie in die richting nog geen plannen had tuimelen al vlug de suggestieve ideetjes en nodige aanmoedigingen van de Weerman, Vlaanderen Vakantieland, TUI & Ryanair en andere influencers via de smartphone uw huiskamer binnen. Allen daarheen!
En dan loopt het mis… Het plan rijdt zich spontaan (!) vast in een voorspelbaar debacle van verzadigde verkeerswegen, elkaar in de wielen rijden, wanbegrip van het-doel-heiligt-de-middelen en waar-gaat-dit-naartoe.  Gevolg: verkeerschaos, overvolle extra treinen, de hectische jacht op een geschikt plekje strandplezier, verdwaalde kleintjes, overbelaste redders, drenkelingen, zonnebrand, bomvolle terrasjes, vechtpartijen… Van orde naar chaos? Een systeem voluit in een ontredderde spiraal. Arthur Schopenhauer had in zijn tijd minder spektakel nodig voor nóg meer cynisme…
Welke aanspraken op expertise en geloofwaardigheid kunnen klimaatwetenschappers, virologen, verkeersdeskundigen en andere systeemdenkers nog maken? Want neem nu het tragikomische verhaal van de loon- en bedrijfswagens. Slechts één van de vele actoren in het zee-zon-zand-epos… Het afbouwen van dat premiesysteem tot 0 zou volgens klimaatwetenschappers kunnen helpen om de CO²-uitstoot te verminderen, ons energiebeheer te bestendigen en ieders levenskwaliteit op te tillen tot een genoeg-is-genoeg-niveau en een duurzaam carpe diem… Klinkt aannemelijk. Toch? Niet dus! Het systeem schakelt onherroepelijk over naar een nefaste versnelling: ‘Mijn auto, mijn vrijheid!’ Bekentenis n°1: ik beschik niet over een bedrijfsauto. Dat maakt het gemakkelijker om te bepleiten dat die eruit moet...
Gnothi seauton
Bekentenis n°2: zelf leg ik maar mondjesmaat mijn eigen ecologische voetafdruk en bijhorend gedrag beperkingen op. Ik ga dan wel liever op zonnige dagen niet naar zee, matig spontaan mijn snelheid tot 100 km per uur (tot ergernis van andere chauffeurs) en schakel meteen na gebruik de koffiezet uit. Genoeg is genoeg! Ik gebruik ook consequent mijn richtingaanwijzers bij rotondes - nog zo’n energiebesparend hulpje annex vlotter verkeer -, maar besef dat ook dit niet genoeg is... Want ik heb toch liever géén windmolens in mijn tuintje en neem meer dan een douche teveel. Of te lang. En ongetwijfeld met de verkeerde zeepjes en detergenten… Het valt qua eco-ethische consistentie allemaal moeilijk te rijmen met duurzaamheid en andere milieudoelstellingen. Ik weet het! Dus enige zelfrelativering is hier zeker op zijn plaats, want in mij woelt ook een menselijk beestje met driften op ramkoers! Ziek in een gemeenschappelijk bedje…
Niets menselijks is mij vreemd. Dat besef ik dan tijdens die schaarse en vluchtige momenten van ietsje diepere eco-bezinning. Met vragen over de invulling van – toch opvallend aftands en abstract - het ‘algemeen belang’… Zou het al niet meer aanmoedigen, mocht men het hebben over ‘ons gemeenschappelijk belang’? Kleine nuance. Grote impact. Ach ja, mijn vrijheid vs. la volonté générale! Grote vragen voor de Mensheid! In concreto: Nederlandse boeren en Vlaamse landbouwers krachtdadig in het getouw tegen stikstofmaatregelen…
‘It’s the system, stupid!’
Gelukkig is er dan Denken in systemen van Donella Meadows (1941-2001), Amerikaans wetenschapper aan MIT en pionier op het gebied van milieukunde en bekend van De Grenzen aan de Groei (1972). Een handleiding luidt de extra ondertitel op de kaft van de vertaling van Thinking in systems uit 2008. Handleiding? Een ‘cruciaal basisboek voor systeemdenken, dat door wetenschappers, docenten, journalisten, ondernemers en wereldleiders gezien wordt als een van de belangrijkste boeken om onze samenleving te begrijpen en op zoek te gaan naar effectieve oplossingen’ lees ik op de achterflap. Om de toon te zetten opent Meadows met een quote van Robert Pirsig: ‘Er wordt zoveel over het systeem gepraat. En er wordt zo weinig begrepen.’ (Zen en de kunst van het motoronderhoud) Systeemwetenschapper Russell Ackoff komt nog krachtiger binnen: ‘Managers worden niet voor losse, onafhankelijke problemen gesteld, maar voor veranderlijke situaties, voortgekomen uit complexe systemen van steeds andere problemen die met elkaar verbonden zijn. Zulke situaties noem ik ‘puinhopen’. Managers lossen geen problemen op, ze scheppen orde in de puinhoop.’ (p.24) Managers. Puinhopen. Of je al die knowhow kan slijten aan oververhitte landbewerkers of dito hals-over-kop-naar-zee-dravers-tuk-op-strandvertier is nog maar de vraag. Ook een vraag volgens recensent Lieven Vanhoutte, want volgens hem geeft Denken in systemen ons ‘de indruk dat we alles zelf in handen hebben en dat we zelf kunnen beslissen hoe onze toekomst er gaat uit zien. Dit is wellicht iets te veel macht en verantwoordelijkheid toeschuiven naar de individuele burger.’ [Zie: https://www.humanistischverbond.be/kritisch-lezen/727/denken-in-systemen-een-handleiding/] Hoe dan ook, Denken in systemen wil ons allemaal aan het denken krijgen in termen van complexe systemen om te begrijpen waar een (noodzakelijke?) ingreep in een systeem kans op slagen heeft. Kans op slagen? Misschien. Maar vraag het toch maar eens aan de boer…
Systemen heb je in vele kleuren en tinten. Dan moet je niet enkel denken aan computers en montagebanden, maar ook aan wafelijzers, wachtlijsten, symfonische orkesten, metrolijnen, scholen, skateborden, de ziekenkas, iPhones, het leger, kuikentjes, het Parlement, het weer, Facebook, madeliefjes, de Nato, verslaving, beursnoteringen, globalisering, 3x3basket, enz.
Tja, die bedrieglijke, rationele vaardigheid van menselijke patroon(h)erkenning… Overal kan je ‘systemen’ herkennen:  raderwerken met op elkaar inspelende feedbackmechanismen, algoritmische (Harari!) programma’s én - Aha! - onverwachte ontwikkelingen en uitkomsten. Daarbij volgens de mythische metafoor ‘de vleugelslag van een vlinder in het Amazonewoud een orkaan kan veroorzaken in China’… Verder kan je onderscheiden tussen natuurlijke en artificiële systemen. Die laatste - stellen fervente doemdenkers - jammer genoeg niet enkel bedàcht door zelfverklaarde-competente-want-rationele-wezens, maar ook door hen opgestart en draaiende gehouden. Mààrrrr die ook op een singulier (!) moment durven te ontsnappen aan controle. En ontsporen… Beyond control! Het monster van Frankenstein ontsnapt! Het kan dus misgaan… Dan wordt Denken in systemen een verhaal van falende algoritmen, emergenties, singulariteiten, Zwarte Zwanen, beheersing en vooral - ja hoor! -, ingrijpen en zelfbeheersing…’
Op die manier moet de bril van systeemdenken ons helpen om ‘onze intuïtie te hervinden over hoe een systeem in zijn geheel werkt.’ Met de hulp van ‘ons vermogen om de afzonderlijke delen te begrijpen, aan te scherpen; onderlinge verbindingen te zien; ‘wat als?’-vragen te stellen over mogelijk toekomstig gedrag, en creatief en moedig aan de slag te gaan met het herontwerpen van systemen.’ (p.30)
Systemen, dus. Daarbij gaat de aandacht prioritair naar ontsporende economische en ecologische systemen. De problemen van deze tijd - epidemieën, oorlog, armoede, honger, klimaatopwarming - worden immers nog al te graag begrepen als systeemfouten. Fouten in het systeem? Hoezo? Volgens de enen kunnen die immers bijgestuurd worden. Piecemeal engineering, zeg maar: wat sleutelen hier en daar, en ‘Voilà, opgelost!’ Volgens anderen echter… Al is er wel een gedeeld en groeiend inzicht dat globale problemen niet zomaar zullen opgelost worden door zelfcorrecties, terugschakelen, een druk op de rode knop of een doekje voor het bloeden. De oorzakelijke gevolgen voor het geheel kunnen immens zijn en vaak onvoldoende te overzien: het geheel is immers groter dan de samenstellende delen. Denken vanuit het grotere systeem zou misschien wél kunnen baten… Een paradigmawissel, dan maar? (p.226)
DE WERELD LUISTERT Whole Earth Models and Systems (1982)
‘De wereld is een complex, onderling verbonden, eindig, ecologisch-sociaal-psychologisch-economisch systeem.
We behandelen het alsof het niet zo is, alsof het deelbaar, scheidbaar, eenvoudig en oneindig is.
Onze hardnekkige, onhandelbare mondiale problemen vloeien rechtstreeks voort uit deze mismatch.’ 

Donella Meadows
Denken in systemen van Donella Meadows ging al sinds 1993 informeel rond in MIT (Massachusetts Institute of Technology). Na haar onverwachte overlijden in 2001 werd het voltooid door Diana Wright van het Sustainability Institute en uitgegeven als Thinking in systems (2008). Meadows noemt het leerboek in haar voorwoord ‘de neerslag van dertig jaar systeemwijsheid’. (p.11) Terecht. In haar werk herinnerde ze immers herhaaldelijk aan het alarmerende rapport De Grenzen aan de Groei (1972) van de Club van Rome (waarvan ze co-auteur was) over de onderlinge samenhang van de vijf grote wereldproblemen: de groei van de wereldbevolking, voedselproductie, industrialisering, uitputting van natuurlijke grondstoffen en vervuiling. Het globale groeisysteem van grondstoffen-energie-populatie-voedsel zat aan zijn limiet.
Die bezorgdheid is er ook in Denken in systemen. (p.204) Waarin Meadows een systeem omschrijft als ‘een onderling verbonden verzameling elementen, zodanig georganiseerd dat het systeem samenhang heeft en iets bereikt’. (p.35) Systemen hebben een doel. Systeemdenken is dan die gerichte werking begrijpen en ingrijpen wanneer het dreigt mis te gaan. Ingrijpen? Een makkie! Toch niet. Want misschien beheersbaar bij kaduke subsystemen en lekkende kranen, gesprongen zekeringen, geblokkeerde liften, een lekke band en zelfs alcoholverslaving, maar andere koek bij energiebevoorrading, zure regens, CO²-uitstoot of grensbetwistingen…
Bereid je dus zeker voor op een technisch jargon van balancerende feedbacks, stabiliserende loops, zelfsturingen, voorraadsystemen, mislukte reparaties, instroom vs. uitstroom, paradigma’s, … Kortom al dàt wat een goede horlogemaker in huis moet hebben om de wijsheid van het systeem (p.245) te vatten, bescheiden te blijven (p.248) en het uurwerk toch gaande te houden.
Even heeft Meadows ook meer aandacht voor wat heet intrinsieke verantwoordelijkheid: wie staat er aan het roer? Waarbij zij zondermeer stelt: ‘Omdat de piloot van een vliegtuig voorin zit, is hij of zij intrinsiek verantwoordelijk. Hij of zij zal de gevolgen van zijn of haar beslissingen tenslotte direct voelen.’ (p.246) Waarna nog meer metaforen volgen die moeten doen nadenken over: Wie Beslist? Welke Doelen? Wie is Verantwoordelijk? Want hier blijft de humanist in mij zitten met vragen over ethische gronden, keuzes, waarden, doelen en, ja, vooral verantwoordelijkheid. Ook persoonlijke verantwoordelijkheid… Voer voor een breed debat. Want ach, de menselijke factor en zijn kleine kantjes: onredelijk gedrag; meer-meer-meer; groeimodellen; zelfbehoud; negationisme en andere driften. Voer voor gedragswetenschappers? Ook. Maar liefst niet alleen voor hen…
Zo komen we terug uit bij de spanning tussen individuele vrijheid, algemeen belang, het beestje in ons en het redden van de aarde. Het liefst met alles erop en eraan... Zodat boze boeren geen mestkarren meer hoeven te lozen in de brievenbus van bonafide beleidsmakers…

Karel Van Dinter
Donella Meadows
Karel Van Dinter
Non-fictie
Moraalfilosoof
_Karel Van Dinter Moraalfilosoof
Meer van Karel Van Dinter

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies