Hans Schnitzler
Nest Van Ginderen
Non-fictie
  • 1944 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

8 januari 2022 Wij nihilisten
Reflectie midden op de dag. Het zou een schrijfsel kunnen zijn van een existentiële filosoof in Café “Les Deux Magots” in Parijs, in het midden van de jaren ’60. Waar zo’n wereldbeschrijver dan heel de dag zou zitten en twee woorden zou schrijven, afgewisseld met een paar welgemikte dranksalvo’s. Maar daar gaat het dus wel en niet over. Reflectie kunnen je namelijk op twee dingen betrekken. Het is twee keer een gallicisme, dus mijn lerares Nederlands in het middelbaar zou me vermanend op de rug tikken. Maar, sorry mevrouw, het moet eventjes zo.
Ik neem u mee naar Parijs, eind de moegestreden Nillies. Duizenden mensen zijn van plunje veranderd. Vroeger om ter grauwst, met Arafat-sjalen om. Omdat ze nu extra gehoord wilden worden, tooiden ze zich in reflecterende hesjes. DE mensen hadden er genoeg van. Ze wilden de mensen met hun reflecterende omhulsel doen reflecteren. Het wereldschip is aan het kapseizen en wij hebben schoon genoeg van deze fake wereld waar iedereen op winst uit is en waar wij onze ziel moeten verkopen voor een appel en een ei.
Want voor deze mensen is geld geen levenshouding. Voor de Big Tech-reuzen wel. Zij zien winst op hun rekening en worden daar zelfs niet meer gelukkig van. Voor dat langharig reflecterend tuig (lees: geuzennamen zijn soms zo saai), is het wel geluk. Meer noodzaak. Zij zien geld op hun rekening komen, en kunnen dan eindelijk in hun basale levensonderhoud voorzien, en als er dan iets overblijft, misschien eens een bosje bloemen voor hun vriendin of moeder kopen.
Een zin van een schrijver heeft zelden zo goed een boek beschreven. In zijn nieuwste exploot ‘Wij nihilisten’ schrijft Hans Schnitzler als volgt: “Met de mond belijdt hij zijn recht op zelfbeschikking, met zijn surfgedrag fungeert hij als bouwstof voor almachtige en dataslurpende techreuzen.” Da’s een bom. Maar dat vat onze 21e eeuw wat mij betreft perfect samen. Open is gelijk aan gesloten en gratis rijmt ook op winst. Had je dat aan pakweg Paardekooper gezegd, dan zou hij een vermanend vingertje hebben opgestoken. Want in zo een eeuw zijn we aangekomen. Dat we denken dat de vrijheid ons dierbaarder is, maar dat we eigenlijk geen vrijheid meer schijnen te hebben.
Er is veel triest aan het feit dat we ons allemaal laten doen door tech. Dat mijn computer mijn adres beter weet dan ik. Dat mijn computer mijn schoonzus haar gender-reveal-bericht op Instagram combineert met stomme, nietszeggende cijfertjes, terwijl pure blijdschap niet te berekenen en al zeker niet te koop is… Maar waar ik nog het triestigste van word, is dat onze vrijheid tegenwoordig in een algoritme wordt gegooid, daar eens flink mee wordt geschud, en dat we dan zelfs nog het gevoel hebben dat onze vrijheid overeind blijft. Vrijheid plus x is nog altijd vrijheid.
Vrijheid is dus maakbaar geworden. Net als waarheid trouwens. “De mens is terechtgekomen in een deeltjesfuik, en weet hier niet uit los te komen”, citeert de schrijver Arjen Lubach. Waarheid is eigenlijk simpel. Waarom liggen professoren zich zo lang uit de naad te werken, terwijl dat er een aantal mensen zijn op deze aarde die ons voorhouden dat onze waarheid de waarheid is en dat we zelfs geen wetenschapper moeten zijn om de waarheid van de ander te weerleggen. Goochel gewoon met cijfers die ook niet per sé waar hoeven te zijn of met samenzweringen van het zevende knoopsgat en je zult het op een duur ook wel halen. Waarheid als koopwaar. Als we daar een webwinkel van zouden maken, zouden we op een kotsende manier slapend rijk worden. Terwijl de waarheid niet te koop is. POINT.
Schnitzler heeft een verdienstelijk boek geschreven. Hij toont in dit boek aan dat de big tech een gat opgevuld heeft dat onze geordende standenmaatschappij heeft achtergelaten toen ze deur achter zich dichttrok. Hij laat de Nerd opdraven als de metronoom van zijn tijd. Een soort gevoelloos Play Station-joch dat later op zijn zolderkamer een algoritme uitvindt dat relaties tussen mensen probeert uit te rekenen en zo een onstuitbaar marktmodel uitdenkt. Hij komt er als filosoof mee weg, omdat zijn einduitkomst wel de juiste is. Hij benadrukt echter te weinig dat de mens ook met een ander probleem kampt, dat zijn vrijheid nog harder aantast dan het al was.
De mens wordt verdrukt door zijn passies.

Mensen zijn gevoelige wezens. Of je nu wilt of niet. Ze zijn hun hele leven op zoek naar liefde, geluk… kortom redenen om zo weinig mogelijk pijn te moeten voelen. Want daar gaat het in sé over. De mens is een pijnontwijker. En de beste zalf is de liefde. Maar laat technologie die nu net wegdrukken. Ze ontregelt passies, door er een sausje over te gieten dat technologie de mens gemak brengt, en dat we zo weer geen pijn moeten voelen. Maar dat is toch ontregelde passie, en geen pijnpreventie.
De technerd (wel een goeie container om de moderne homo technologicus in te stoppen) heeft er namelijk ook voor gezorgd dat we onze emoties oeverloos kunnen laten stromen. Via de social media weet iedereen dat Mies net haar poes heeft begraven, dat Dirk zijn heroïsche beklimming van de Mont Ventoux succesvol heeft afgerond en dat Sarah bleit met de nieuwe romcom op tv… Alles moet blijkbaar emotie zijn. En snel gaan. Zodat de puntige pen van de passie zijn stempel kan drukken op de samenleving en nog erger op de economie. En wie denkt dat passie niet telt, zoals de homo technologicus denkt, komt bedrogen uit. Want hoe harder je passies van de mens wegdrukt, en ze daarna via de sociale media terug naar boven laat komen, zo maak je de passies nog heviger, en wordt de hedendaagse mens nog harder met het feit geconfronteerd dat het leven eigenlijk te snel voor hem gaat.
Laten we daarom allemaal gaan voor een “Master in de gematigdheid”. En gematigdheid is geen eenheidsworst. Want die wordt nu juist gecreëerd doordat langs alle kanten op meningen gebeukt wordt en er op laatst geen meer overblijven, omdat die ene actievoerder misschien over een mening zou kunnen vallen. Neen, maar er bestaat een oud gezegde: “Suaviter in modo, fortiter in re.” Je kan net de mening versterken, door de manier waarop te verzachten. Als je rustig en kalm de waarheid zegt, kan je veel meer vertellen dan wanneer je alles in het wilde weg staat te roepen. Hij had het  beter gehad over de toename van psychische problemen door de tijd waarin we leven. Passies worden zo hard beleefd dat de auto (die de samenleving dan is) zo hard moet remmen dat de mens (als die al HSP of psychosegevoelig is) dwars door de voorruit knalt. Passies geven zelden goede raad. Ze vermoorden de mens, zelfs zonder dat hij het weet.
De moraal van het verhaal is eigenlijk ook vrij simpel te ontrafelen. Dat we technologie eigenlijk belangrijker maken dan het is en dat de technologie de mens als vriendendienst dan weer uitverkiest als zijn ultieme koopwaar. Technologie is makkelijk ja, maar emoties bedrijven met je lief is misschien moeilijker maar rendeert beter. Of je moet het graag uitmaken met een sms. Dan dood je de passie waardoor later de passie ontspoort. En technologie denkt dat de mens belangrijk is. De mens heeft haar gemaakt en daar plaats ze haar in het middelpunt der dingen. Terwijl de mens volgens sommigen ook maar een passant is. Technologie moet ons daarentegen helpen de waarheid (et rien que la vérité) te ondersteunen. Als een studie iets bewijst, bewijst een studie nu éénmaal iets. En studie is dan door technologie heel vaak tot stand gekomen. Dat technologieën in een volgend stadium van de pikorde het voor die eerdere technologie niet verkloten. “Technologia technologis lupus est.” Nu krijg ik van mijn lerares Latijn van weleer ook nog slaag.
En de mens zorgt voor de mens. Dat heeft al een naam: SOLIDARITEIT. Als we er weer de passies bijhalen. Als de mens zich éénzaam en verlaten voelt, dan spelen de passies op en geraakt de mens de weg kwijt, soms nog voor hij haar gevonden heeft. Als je de mens solidariteit biedt, dan krijg je er iets voor terug. Daarom ben ik humanist geworden, niet omdat de mens de maat is van de dingen, maar omdat de mens de maat is van de andere mens.

En dan heb je daar God of Nietzsche helemaal niet voor nodig. Want als God dood is, moet je er geen angst voor hebben, want hij bestaat niet meer. Denk daar maar eens over na in deze reflecterende tijden. En ga er één drinken in “Les Deux Magots”, met Spinoza.

Nest Van Ginderen
Hans Schnitzler
Nest Van Ginderen
Non-fictie
recensent
_Nest Van Ginderen recensent
Meer van Nest Van Ginderen

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies