Caroline Pauwels
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
  • 2792 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

13 december 2021 Ronduit. Overpeinzingen van een possibilist.
Caroline Pauwels is rector van de VUB en in dit boek probeert ze ronduit te antwoorden op vragen over het leven, het werk, de universiteit, de wereld, de media, vanuit de liefde voor de wetenschappen en gekruid met de beste citaten, uit een verzameling bijeengesprokkeld in de loop der jaren vanuit haar gave voor verwondering.
Zoals gewoonlijk bij dit soort quasi-autobiografieën, zit er naast het eigenlijke up-to-date denken, doen, willen, contacteren en leven, in een dergelijk boek een grote brok bewerkte bijdragen die elders al verschenen, interviews in kranten en tijdschriften, verschijningen op televisie, lezingen, passages uit vorige boeken en – in dit geval - vooral haar columns in “De Tijd”.
Ze doet dit als “possibilist”, zegt de ondertitel van het boek. Het is een begrip dat ze ontleend heeft aan Hans Rosling. Deze Deense wetenschapper verraste een eerder pessimistische wereld die vond dat alles al maar slechter werd, met een boek waarin hij met een overvloed aan cijfers en grafieken aantoonde dat de mensheid het nog nooit zo goed gehad had. Er sterven minder mensen van honger en ook de kindersterfte is veel lager. Er is wel die kloof tussen super rijken en zeer armen, maar er zijn minder armen dan enkele decennia geleden en als we, gebaseerd op de wetenschap, zouden samenwerken voor het goed van iedereen, is er geen enkele reden tot pessimisme. Ze gelooft dus dat de wereld niet zo maar beter zal worden, maar wel dat we hem beter kunnen maken.
Schrijfster denkt schrijvend na over negen onderwerpen in negen teksten met na ieder hoofdstuk, persoonlijke beschouwingen met een meer intieme kijk “op mensen en ervaringen die mijn leven mee bepaald hebben”.
Die persoonlijke beschouwingen lezen inderdaad als een soort bezinnende autobiografie waarin schrijfster kijkt naar zekere fazen en gebeurtenissen in haar leven – jeugd, studies, huwelijk, man, kinderen, studenten, lectuur, ontmoetingen, universiteit, rector zijn - met een zekere verwondering, een soort blije luciditeit, zelfs wanneer ze het heeft over de aanslepende, bedreigende ziekte waar ze mee te maken heeft. Merkwaardig hoe ze, onrechtstreeks, ondertussen al het ontstaan de groei van haar filosofische inzichten en kijk op leven en wereld beschrijft, zoals die meer concreet vorm gegeven wordt in de thema’s van ieder hoofdstuk.
Het is onbegonnen werk de inhoud van deze hoofdstukken weer te geven, maar samen maken ze één geheel,  geven ze gestalte aan een eigen visie, Verlicht, humaan, democratisch, veelzijdig, Vrijzinnig, verrassend, harmonisch consistent.
Een leidend thema is wetenschap. Door ziek te worden heeft ze aan den lijve en in de geest, ondervonden wat de wetenschap kan doen en kan zijn: “Niet ophouden met zoeken, kijken, herbekijken, opnieuw kijken en nog opnieuw kijken.” Iets is ‘waar’ tot het tegendeel bewezen is, zegt ze. “Dit is mijn privilege als rector: ik loop rond in Wonderland. Elke dag opnieuw een wetenschappelijk avontuur, omdat ik nu ook met disciplines in aanraking kom waar ik vroeger heel ver van af stond”.
Een ander,  prachtig thema is “verwondering”. Zelfs wetenschap kan niet zonder verwondering en verbeelding. Er bestaat geen denken zonder een open geest. Een geest die in staat en bereid moet zijn om verwonderd te worden door met anderen te praten, iets te doen dat buiten onze gewone interessesfeer ligt.
Kunst beleef je op dezelfde manier: Het gewone “anders” zien, verbaasd zijn, diep luisteren en diep kijken. Kunst is het beste middel tegen blikvernauwing. Het is het tegengestelde van theorie en van rendement. Rothko zei zo over zijn kapel dat hij geen kleurvlakken schilderde maar gemoedstoestanden.
Vandaar dat onderwijs geen systeem mag zijn, geen vast programma met eindtermen die je moet halen. Dat soort onderwijs doodt de verbeelding. Scholen en universiteiten moeten een plaats zijn waar de gave van verwondering kan ontkiemen en groeien. De bedoeling van het onderwijs kan onmogelijk zijn leerlingen en studenten voor te bereiden om een radertje te worden in een productieproces.
Nog een thema is het sociale, de groep, de samenwerking. Een individu is nooit sterker dan een groep. Mensen die denken en zeggen dat ze het alleen beter kunnen, maken zichzelf wat wijs. We moeten ons verenigen om sterker te staan en mogen ons niet laten remmen.
Alles begint met mensen die met elkaar praten. En alles eindigt als er niet meer wordt gepraat. Dat is zo op het werk. Dat is zo in de vriendschap. Dat is zo in de liefde, in de politiek, in de samenleving. Als je met elkaar praat, dan bevestig je dat die ander ertoe doet.
Lezen. Veel lezen. Lezen is zo uiterst belangrijk om zo kennis te maken met de gedistilleerde gedachten en ideeën van anderen en je laten inspireren door die enkele zeer bijzondere mensen. Voor Caroline Pauwels zijn dat haar virtuele hartvriendinnen: Hannah Arendt, Virginia Woolf en Karen Blixen.
Vrijheid van meningsuiting is hoogst belangrijk. Ook van datgene dat men als “verkeerd” of “verwerpelijk” beschouwt. Een gezonde maatschappij kan niet zonder persvrijheid.
De lijn waarvan we niet mogen afwijken is het garanderen en respecteren van het open debat en van het vrije denken. Er wordt soms van die lijn afgeweken. Enkele voorbeelden waarom: door gebrek aan sympathie voor de zaak of de persoon die spreekt. Nog zo’n hellend vlak is de schrik om degene die je graag ziet, te zien of te horen schofferen. Nog een hellend vlak is het gevoel tegemoet te moeten komen aan de grieven van groepen die vroeger werden miskend en nu hun plaats opeisen. En nog een heel slecht argument: de vrees dat de geldschieters de geldkraan dichtdraaien.
Mensen mogen fouten maken. Eigenlijk maken ze die best. Mensen leren uit hun fouten.

En natuurlijk zijn er soms die kleine “oogopeners” die even een ander lichtje werpen op iets dat iedereen “kent”: betogingen en straatprotesten zijn meestal gesubsidieerd. Ze worden immers gewoonlijk georganiseerd door erkende, gesubsidieerde organisaties.

“Ronduit” is een boek dat je deugd doet. Om de evenwichtige, innerlijk lerende, nooit dwingende visie over medemenselijkheid, eerlijkheid, vrijheid, een vrije, creatieve en verbeeldingsvolle wetenschap, de kracht van het samenwerken en openheid. Omdat het geschreven is door iemand die zich kwetsbaar durft opstellen en daar eigenlijk sterker uitkomt. Iemand die die zich bewust is van haar kennis en waarde maar dat nergens laat voelen.

En vooral iemand die de waarde van de verwondering kent.

Verwondering die voelbaar in iedere bladzijde van dit boek aanwezig is.

Victor De Raeymaeker
Caroline Pauwels
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
-
_Victor De Raeymaeker - Recensent
Meer van Victor De Raeymaeker

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies