Sarah Vankersschaever
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
  • 2388 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

14 november 2021 Wat brengt u hier?
Sarah Vankersschaever in gesprek met Paul Verhaeghe
Niettegenstaande de grote foto op de kaft, is dit toch geen boek van Paul Verhaeghe - of toch wel. Het is een boek waarin Sarah Vankersschaeve het op zich heeft genomen Paul Verhaeghe 22 keer te interviewen (of beter met hem in een gesprek te gaan waarbij zij de vragen stelt) ter gelegenheid van zijn afscheid van de universiteit vooraleer hij met pensioen gaat en zijn emiraat een aanvang neemt.
De bedoeling is een boek te produceren voor de vele lezers die hem “al die jaren hebben ontdekt en zijn blijven volgen.” Zoals hij in de mail schrijft waarin hij zijn instemming betuigt met het idee, beseft hij dat het boek dus “een zeer langgerekt interview” zal worden, “gebaseerd op meerdere gesprekken waarvoor we voldoende tijd uittrekken.”
Een interview is een vreemd genre waarin de lezer voorgeschoteld krijgt wat de geïnterviewde gezegd heeft, niet letterlijk maar verteerd en dan uitgespuwd door de interviewer, al of niet aangevuld met eigen tussenbeschouwingen en toelichtingen. Het bestaat gewoonlijk uit een kort gesprekje met vragen waarop liefst gevat geantwoord wordt en gekleurd door ongekende, ongewone of verrassende feitjes en anekdotes. Terwijl dit boek een overzicht zou moeten worden van 40 jaar denken, schrijven, lesgeven, leven.
Na een zekere aarzeling ziet Paul Verhaeghe het toch zitten omdat hij inschat dat “een dergelijk boek een aantal mogelijkheden biedt die ikzelf in mijn eigen werk niet kan realiseren”. Dat zou dan moeten gaan over “de evolutie in mijn denken over psychologie, psychotherapie, wetenschap en maatschappelijk hete hangijzers en dat wil hij “én degelijk én uitvoerig” doen: ”Toen je voorstel kwam om in gesprek te gaan over mijn boeken en hoe mijn denken zich gaandeweg heeft ontwikkeld tot maatschappijkritiek, vond ik dat wel een mooie manier om af te sluiten.” Afkomst en persoonlijke situatie mogen er wel bij, “maar dan ook niet meer dan dat.” Als je die voorwaarden nuchter bekijkt, bedenkt dat ze de boeken van Verhaeghe, zijn achtergrond en leven grondig moet kennen, plus de persoonlijke contacten, uitwisseling van ideeën, voorkeuren, wensen, telefoontjes, mailtjes, veranderingen in de tekst, verbeteringen, toevoegingen bij bedenkt, ben je natuurlijk benieuwd naar de kwaliteit van het eindproduct en de overmoed waarmee Sarah Vankersschaever deze voorstellen aanvaardt.
Het is een boek geworden van 265 bladzijden, 5 onderverdelingen, een korte biografie en de gebruikelijke bibliografie.
Je krijgt inderdaad één lang interview maar het leest zoals een gewoon gesprek waarin de twee deelnemers als vanzelfsprekend van gedachten wisselen. Alhoewel in werkelijkheid de zinsconstructies heel anders zouden zijn, vat Sarah Vankersschaever sporadisch stukjes gesprek samen en voegt stukjes inlichtingen toe. De vragen die gesteld worden, zijn er dikwijls die je zelf zou willen stellen.. De antwoorden die Paul Verhaeghe geeft, komen van iemand die er zorgvuldig over waakt zo objectief mogelijk over zichzelf te zijn, met inzicht over “zijn” materie, erudiet en een verwoed lezer die veelvuldig verwijst naar boeken en schrijvers en de zeer ruime context en kennis die hij heeft door het studeren van  neurologie, sociologie, economie, politieke geschiedenis, cultuur, interesse in de actualiteit en het lesgeven.
Hij  heeft een duidelijke afkeer voor de Grote Waarheden en conclusies en zal die meteen afzwakken door er een andere mogelijke bevinding tegenover te stellen, of tenminste een ander aspect van de waarheid in kwestie, een andere kant van een feit. Bijvoorbeeld Bewering: “ Het onderwijs loopt achter de feiten aan.” Weerlegging:” Ja, maar dat vind ik ook nodig. De tijd is een goede filter. Je mag de waan van de dag niet onderwijzen.”
Paul Verhaeghe heeft het uitgesproken talent (filosofisch en aangescherpt door lesgeven aan jonge mensen) de dingen te “zien”, een plaats te geven, te duiden en zo te verwoorden dat wij, “gewone” burgers, dat denken ook  herkennen:

- “De schuldvraag hoort thuis bij justitie, niet bij therapie.” “Voor 1990 zag ik vooral mensen die ziek werden door het gezin waarin ze waren opgegroeid. Heel klassiek Freudiaans, dus. Vanaf de eeuwwisseling zag ik steeds meer mensen die ziek werden door de wereld en dan vooral door hun professionele omgeving die almaar meer competitief werd en meer veeleisend.”

- ” Nooit had de moderne mens het zo goed, nooit voelde hij zich zo slecht.”

- “In het Westen zijn we steeds angstiger voor de ander. De ironie is dat het bij ons nog nooit zo veilig  is geweest.”

-  “Collectief voelen we nog veel te weinig angst voor de klimaatchaos. Daartegenover is Covid19 een onbeduidend iets.”

-  “Democratisering neemt af, ongelijkheid neemt toe.”

-  “Een burn-out is niet het gevolg van een teveel aan werk maar van een verlies aan autonomie en sociale waardering. “Werk” is bijzonder belangrijk geworden, je werkt meer en – sinds de digitale revolutie- ook voortdurend en gelijk waar. We leven in een ziekmakend economisch systeem, in een psychose van altijd maar meer, meer groei, meer werken, meer consumeren, je meer inspannen om te ontspannen”.
Vooral voor die (vele) mensen die Paul Verhaeghe “gevolgd” en over de jaren gelezen hebben, is dit boek een geschenk. Het recapituleert wat hij schreef en dacht in de veertig jaar van zijn actief leven en toont de evolutie ervan aan. Een ongewone constante daarbij is Freud en de psychotherapie die hij trouw bleef , alhoewel hij er wel anders begon mee om te gaan. Hij is daarmee a-typisch, want psychoanalyse heeft zijn tijd gehad, zelfs de milde vorm waarmee Paul Verhaeghe zijn cliënten benadert. Hij komt op voor zijn vakgebied – alhoewel niet uitgesproken of fanatiek - wat hij trouwens nooit is.
Veel humor ga je in dit boek niet ontdekken, behalve dan een  toevallig grappige anekdote: “Ik heb nog meegemaakt dat studenten bij het woord “burger” in eerste instantie aan McDonald’s dachten.”
Wat je wel veel meekrijgt is een verrassend andere manier van iets te zien, een nieuwe kijk. Bijvoorbeeld, bij de opmerking dat de mens nood heeft aan een nieuw “groot verhaal” merkt hij op: “Het Nieuwe Verhaal is er al: wetenschap. Die verbindt het medische, het sociale, het psychologische, het economische, het culturele.”                                                                              

Hij is openhartig en eerlijk over zichzelf, heeft beslist ook open te praten over persoonlijke dingen zoals zijn karakter, ervaringen, tot en met dromen, verhouding met patiënten en gebeurtenissen, alhoewel deze “over zichzelf” inbreng eerder miniem blijft.
Paul Verhaeghe is natuurlijk niet iemand voor wie met pensioen gaan ook “op rust gaan” betekent.  Als afsluiter van wat gewoonlijk iemands “actieve leven” genoemd wordt, is dit boek zeker geslaagd.

Victor De Raeymaeker
Sarah Vankersschaever
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
-
_Victor De Raeymaeker - Recensent
Meer van Victor De Raeymaeker

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies