11 maart 2021
Zwarte bonen, rode inkt en Manneken Pis
Wat heeft Cuba met België te maken? In dit boek krijg je de bewijzen van 500 jaar contacten tussen Cubanen en Belgen.
Huib Billiet Adriaansen, geboren in Gent in 1955, studeerde grafische kunsten en muziek. Vanaf 1980 maakte hij radioprogramma’s en schreef hij boeken over Cubaanse muziek.
In Zwarte bonen, rode inkt en Manneken Pis vertelt Adriaansen over vijfhonderd jaar Belgisch-Cubaanse geschiedenis. Zijn verhaal begint in het Hof van Cuba in Brugge en eindigt in het Stripmuseum te Brussel. Daartussen vertoeft hij echter meestendeels in Cuba.
In Zwarte bonen, rode inkt en Manneken Pis vertelt Adriaansen over vijfhonderd jaar Belgisch-Cubaanse geschiedenis. Zijn verhaal begint in het Hof van Cuba in Brugge en eindigt in het Stripmuseum te Brussel. Daartussen vertoeft hij echter meestendeels in Cuba.
Adriaansen belicht met zeer korte items de relatie tussen Cuba en België. Hij doet dat chronologisch. Zijn artikelenreeks laat hij starten in 1517 als de Spaanse koning Carlos I de Bruggeling Jan de Witte tot bisschop van Cuba benoemd. Het boek eindigt in 2017 met een terugblik door de Belgische ambassadeur in Cuba, Patrick Van Gheel op een periode van intense samenwerking.
De auteur schrijft geen lange, beschouwende stukken, maar doet bondig relaas over de meest diverse onderwerpen waar zowel Cubanen als Belgen bij betrokken zijn. Hij is de verslaggever die de gebeurtenissen als compacte persberichten opmaakt. Met tientallen korte stukjes maakt de lezer op die manier kennis met de wisselwerking tussen Belgen en Cubanen.
De auteur schrijft geen lange, beschouwende stukken, maar doet bondig relaas over de meest diverse onderwerpen waar zowel Cubanen als Belgen bij betrokken zijn. Hij is de verslaggever die de gebeurtenissen als compacte persberichten opmaakt. Met tientallen korte stukjes maakt de lezer op die manier kennis met de wisselwerking tussen Belgen en Cubanen.
Adriaansen verzorgt zijn overzicht in zeven hoofdstukken. Hij begint in de 16de eeuw met “Onder de uitgestrekte schaduw van Spanje”. Daarna beschrijft hij de contacten die België na zijn onafhankelijkheid met Cuba onderhield, waarbij koning Leopold I zelfs Cuba wou kopen. Verder gaat het in hoofdstuk drie over de lange Cubaanse onafhankelijkheidsstrijd en de figuur van José Marti.
In 1902 komt de Belgische erkenning van Cuba en de daaruit voortvloeiende vriendschapsbanden. In hoofdstuk vijf komen de woelige jaren tussen 1928 en 1958 aan bod. In 1959 zorgen de Waalse wapenleveringen aan Castro ervoor dat België in de bovenste lade van de Cubanen komt te liggen.
Het laatste hoofdstuk werpt zijn licht op een vruchtbare samenwerking tussen beide landen op zowat alle mogelijke terreinen.
In 1902 komt de Belgische erkenning van Cuba en de daaruit voortvloeiende vriendschapsbanden. In hoofdstuk vijf komen de woelige jaren tussen 1928 en 1958 aan bod. In 1959 zorgen de Waalse wapenleveringen aan Castro ervoor dat België in de bovenste lade van de Cubanen komt te liggen.
Het laatste hoofdstuk werpt zijn licht op een vruchtbare samenwerking tussen beide landen op zowat alle mogelijke terreinen.
Adriaansen gebruikt een aangename manier om heel wat – uiteenlopende – dingen over dit land te vertellen. Het boek leest dan ook vlot en je komt op korte tijd heel wat te weten. Daardoor is het werk echter ook zeer fragmentarisch en krijg je de indruk dat het een opsomming is van weetjes die je misschien ooit wel in een quiz kan gebruiken.
De auteur zorgt voor een Index met de namen van alle figuren die in zijn boek optreden en een uitgebreid stuk Noten.
Meer van Paul Van Aelst
