Gie van den Berghe
Johan Braeckman
Non-fictie
  • 3646 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

2 februari 2021 Sieg Heil! Van mythische groet tot verderfelijke ideologie
Gie van den Berghe (°1945) is auteur van meerdere historische studies, waaronder ‘Met de dood voor ogen’ (1987), ‘De uitbuiting van de Holocaust’ (1990), ’De mens voorbij’ (2008) en ‘Kijken zonder zien. Omgaan met historische foto's’ (2011). Zijn werk is meermaals bekroond.
Recent publiceerde hij een nieuw boek, dat voortborduurt op de specialisaties die hij de voorbije decennia ontwikkelde (de achtergronden, kenmerken en schokgolven van het nazisme; gebruik en misbruik van de geschiedenis; wetenschap in haar culturele context).

Het uitgangspunt van het boek is een ogenschijnlijk eenvoudige vraag: Waar komt de Hitlergroet vandaan? Ik herinner me, lang geleden, een televisiedebat waaraan de toen nog jonge Filip Dewinter deelnam. Men legde hem een foto voor van Karel Dillen, de stichter en eerste voorzitter van het Vlaams Blok (nu Vlaams Belang). Dillen houdt zijn rechterarm gestrekt, in een hoek van pakweg dertig graden, handpalm naar beneden. Het gebaar is moeilijk verkeerd te verstaan. Filip Dewinter zag het probleem niet en zei: ‘Ik zie een foto waarop Karel Dillen een Romeinse groet brengt’. Ik was verbluft door die reactie en vond ze op een vreemde, maar ook verontrustende manier komisch. Het was immers evident dat Dillen een Hitlergroet bracht. Dewinter kon toch niet in alle ernst denken dat iemand zijn uitleg ernstig nam? Dillen (°1925) wist perfect wat hij deed: de foto dateert van na 1945. Zelf ontkende hij overigens niet dat hij een Hitlergroet bracht. Zijn uitleg kwam erop neer dat men die groet anders moest interpreteren, niet als een uitdrukking van fascisme of nazisme, maar veeleer als een speelse vorm van rebellie!
In de jaren daarna flitste het zo nu en dan door mijn hoofd: misschien had Dewinter, louter 'technisch' gesproken, gelijk? Natuurlijk was het, zowel van Dewinter als van Dillen, een doorzichtige poging om de groet van zijn huidige betekenis te ontdoen; om hem te onthitleren, als ik dat zo mag zeggen. Maar wellicht was het waar dat de groet al veel langer bestaat, en in het verleden een heel andere symbolische betekenis had? Dus die zogenaamde Romeinse groet, hoe zit dat precies? En wanneer en waarom hebben de nazi's de groet, op zich een geformaliseerde versie van een vrij natuurlijk gebaar om iemand te begroeten, geaccapareerd? Het perfecte onderwerp voor Gie van den Berghe om er zich grondig in te verdiepen. Het resultaat is een overzicht van de geschiedenis van de groet, te beginnen met de Romeinse periode. Wat blijkt? Dat de groet een Romeinse – ‘saluto Romano’ - oorsprong zou hebben, is een mythe. Wie ooit iets opzocht over de geschiedenis van de groet, botste ongetwijfeld op het beroemde schilderij van Jacques-Louis David: Le Serment des Horaces (De eed van de Horatii, 1784). Het tafereel beeldt drie broers uit, de Horatii, die Rome moeten verdedigen tegen de Curiatii, ook drie broers, uit Alba. De broers leggen, tegenover hun vader, de eed af dat ze zullen overwinnen of sterven. De Romeinse geschiedschrijver Titus Livius (59 v.o.j.-17 n.o.j.) verwijst naar de strijd tussen Rome en Alba en naar de broers en hun onderlinge gevecht, maar niet naar de eed. Die is vrijwel zeker het product van de fantasie van David, evenals de zwaarden en de kledij van de Romeinen. Van den Berghe analyseert uitvoerig de geschiedenis en achtergrond van het schilderij en concludeert dat de Romeinse groet niet bestond in de Romeinse periode. Ook andere, latere kunstwerken waarin gladiatoren met gestrekte arm een groet brengen aan Caesar – Ave Caesar, morituri te salutant –  beelden zo goed als zeker fictie uit. Dat neemt niet weg dat de Romeinse groet gaandeweg ingang vond. Velen zagen hem in de achttiende en negentiende eeuw tijdens toneeluitvoeringen met een Romeins thema. Op meerdere andere, soms onafgewerkte kunstwerken van David zien we hoe na de revolutie Franse volksvertegenwoordigers de eed afleggen met een 'Romeinse' groet, sommigen met de linkerarm. Vanuit Frankrijk waaide het gebaar over naar de Verenigde Staten, een land dat zich identificeerde met de Romeinse Republiek. In negentiende-eeuwse Amerikaanse romans en toneelstukken, duikt de groet geregeld op. Gie van den Berghe volgt vrij gedetailleerd het Amerikaanse spoor ervan en de variaties erop. De wijze waarop ontelbare schoolkinderen in de eerste decennia van de twintigste eeuw trouw zwoeren aan de Amerikaanse vlag, is niet te onderscheiden van wat wij nu als de Hitlergroet interpreteren. Wie daarvan een foto te zien krijgt, zonder datering en duiding, kan het lastig hebben om die correct te interpreteren, zo sterk is het gebaar van een gestrekte arm aan Hitler en het nazisme gekoppeld. Gie van den Berghe: ‘De afloop van het verleden vervormt en comprimeert vaak onze kijk op de complexe gebeurtenissen en processen die eraan voorafgingen’. (pag. 22)
Het was de Italiaanse dictator Mussolini die in 1920 van de groet de 'officiële' fascistische groet maakte. Gaandeweg namen Hitler en de nazi's die over. Van 1933 tot 1945 was het in nazi-Duitsland zelfs verplicht om de groet – ondertussen de Hitlergroet – te brengen. Van den Berghes speurtocht legt ook andere historische lijnen bloot. Ook de geschiedenis van de scouts kende een periode waarin de groet werd gebracht, tot de associatie ervan met het fascisme en nazisme het gebruik ervan onmogelijk maakte. Wellicht tegen de zin van de stichter van het scoutisme, de Brit Robert Baden-Powell (1857-1941) die Mussolini en Hitler bewonderde, en Mein Kampf ‘een prachtig boek’ vond. De groet is ook verweven met de Olympische spelen en het katholicisme, wat ik hier verder niet uit de doeken doe. Als uitsmijter zet Gentenaar Van den Berghe nog uiteen hoe we de 'groet' van Jacob van Artevelde, zie zijn standbeeld op de Vrijdagsmarkt, moeten interpreteren. (Spoiler: Het is geen groet, Van Artevelde wijst in de richting van Engeland. Waarom hij dat doet, lees je in het boek.) Op een aantal plaatsen gaat Van den Berghe ook in op merkwaardige of ogenschijnlijk bedenkelijke episodes of gebeurtenissen, bijvoorbeeld de voormalige Amerikaanse president Obama die aan het einde van een toespraak aan een Amerikaanse privé-universiteit de Hitlergroet lijkt te brengen. Net zoals wat het geval is bij tal van historische foto's en kunstwerken, is ook hier een goed begrip van de context nodig. Van den Berghe levert die telkens in detail. Ik moet er tot slot nog op wijzen dat het boek ruim honderd afbeeldingen bevat, zeer kwaliteitsvol weergegeven. Zoals hij dat ook deed in zijn vorige boek, Kijken zonder zien, leert Van den Berghe ons in Sieg Heil! meer opmerkzaam te zijn voor wat er wel en niet te zien is op schilderijen en foto's, en hoe ze ons kunnen misleiden. Maar vooral: zijn boek illustreert een uitspraak van de historicus Eric Hobsbawm, instemmend geciteerd door Gie van den Berghe: ‘De geschiedenis is geen draad, maar een web. En dat is moeilijker te ontwarren dan een (rode) draad doorheen de geschiedenis’.
Gie van den Berghe
Johan Braeckman
Non-fictie
Voormalig hoogleraar wijsbegeerte, auteur en lid van de humanistische denktank Kwintessens
_Johan Braeckman -
Meer van Johan Braeckman

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies