Karen Maandag-Ralph & Dawn Skorczewski
Ignace Claessens
Non-fictie
  • 2129 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

20 oktober 2020 Sieg Maandag. Leven en kunst in de schaduw van Bergen-Belsen
Sieg Maandag was vijf jaar oud toen hij in 1943 samen met zijn Joodse ouders, diamantairs, uit Amsterdam via Westerbork naar het concentratiekamp Bergen-Belsen gedeporteerd werd. Daar werd hij in december 1944 van zijn ouders gescheiden.
Hij bleef alleen achter samen met zijn zesjarige zusje Hendrika. Beiden overleefden en werden op 15 april 1945 door Britse troepen bevrijd. Zijn moeder, weggevoerd naar het kamp van Neuengamme, overleefde eveneens. Zijn vader kwam niet terug.

Na een moeilijke schooltijd trad hij in de voetsporen van zijn vader en werd diamanthandelaar. Later herschoolde hij zich tot modeontwerper en textielhandelaar. Dit leven gaf hem echter geen voldoening.
Altijd rusteloos gaat Sieg in 1971 op wereldreis. Een zestal jaar trekt hij doorheen verschillende Aziatische landen. In Afghanistan leert hij een mooi, intelligent Amerikaans meisje kennen, Karen Ralph, die zijn vrouw wordt. Samen met Dawn Scorczewski schrijft Karen het hier besproken werk.    In 1977 komt er een einde aan het rondzwerven en het koppel vestigt zich in Amsterdam.

Ondertussen was Sieg beginnen schilderen. Zijn kunst liet hem toe expressie te geven aan de trauma’s die hij onvermijdelijk als kleine jongen - gescheiden van zijn ouders, in de gruwel van het concentratiekamp - moet opgelopen hebben en die hem zijn gehele leven bleven achtervolgen. Hij leed aan wisselende stemmingsbuien, was soms wispelturig, soms uitbundig en dan weer weemoedig. Volgens zijn vrouw Karen had Sieg ‘heel lichte en heel donkere kanten’ en beeldde hij zichzelf af met twee gezichten, waarbij zijn afgewende gezicht zijn schaduw uit het verleden is.
Het boek bevat naast zijn biografie een indrukwekkend overzicht van zijn oeuvre. De werken weerspiegelen de verschillende etappes uit zijn leven: de deportatie, de scheiding van zijn ouders, het overleven in het kamp, de terugkeer naar Amsterdam, zijn schooltijd, verliefdheid en zijn familie.

In de episode ‘Aankomst in Bergen’ vult een agressieve, vervaarlijke hond het volledige schilderij. Met opengesperde bek, de tanden ontbloot, springt het beest hoog in de lucht, klaar om aan te vallen:

´We stonden op het perron met blaffende, bijtende honden en mensen die in doodsangst bij elkaar kropen, dat is het beeld. Schreeuwende Duitsers.´
Zo worden de talrijke afbeeldingen geduid door commentaren van de kunstenaar zelf. Zij leggen de link tussen de werken, de kampherinneringen en de pogingen het vreselijke verleden te verwerken. Niet voor niets had Sieg als motto zijn favoriete Picasso-quote ‘Schilderen is therapie’.

Hoe talrijk de getuigenissen van de Holocaust ook zijn, iedere getuigenis is uniek en blijft bij.
Ook dit werk dat ons - via het artistieke oeuvre van een slachtoffer - confronteert met zijn traumatische ervaringen en de verwerking ervan.

Een document om te koesteren en steeds opnieuw ter hand te nemen.
Karen Maandag-Ralph & Dawn Skorczewski
Ignace Claessens
Non-fictie
recensent
_Ignace Claessens recensent
Meer van Ignace Claessens

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies