Facundo Alvaredo, Lucas Chancel, Thomas Piketty, Emmanuel Saey, Gabriel Zucman
Guido-Jules Kindt
Non-fictie
  • 2846 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

21 november 2018 Rapport over de ongelijkheid in de wereld 2018
Wereldwijd is de ongelijkheid onder burgers in de afgelopen decennia fors toegenomen. Het kapitaal van de bovenste 1 procent heeft tweemaal zoveel van de inkomensgroei geprofiteerd als de onderste 50 procent. Deze economische ongelijkheid ontstaat vooral doordat de vermogens ongelijk verdeeld zijn. De oorzaak hiervan is dat kapitaal zich ofwel in privéhanden bevindt of in handen van de overheid.
Sinds 1980 zijn er – zowel in rijke als in opkomende landen – zeer grote overdrachten geweest van overheidsvermogen naar privévermogen. Het nationaal vermogen is substantieel toegenomen, maar in rijke landen is het overheidsvermogen nu negatief of vrijwel nul geworden. Globaal gezien zijn de landen dus rijker, maar de regeringen armer. Dit beperkt in grote mate de mogelijkheden van regeringen om de ongelijkheid aan te pakken.
Economische ongelijkheid ontstaat doordat het kapitaal ongelijk verdeeld is. De mondiale middenklasse is uitgeknepen. Die middenklasse behoort tot de armste 90 procent, zowel in de Europese Unie als in de Verenigde Staten. De wereldwijde inkomensongelijkheid zal nog toenemen als alle landen de ontwikkeling volgen die de Verenigde Staten tussen 1980 en 2016 hebben doorgemaakt. Gemiddeld verdienen Amerikanen uit de bovenste 10 procent €242.000 ($317.000) en die in de onderste 50 procent slechts €13.000 ($16.000).
Indien alle landen echter de ontwikkeling volgen zoals deze van de Europese Gemeenschap tussen 1980 en vandaag, kan de wereldwijde ongelijkheid matig afnemen. Maar om het probleem kordaat aan te pakken, zijn er belangrijke verschuivingen nodig in het nationale en mondiale belastingbeleid.
Vervolgens somt het ‘Rapport’ de instrumenten op die de ongelijkheid kunnen doen afnemen. Belastingprogressiviteit is een beproefd instrument. Een wereldwijd financieel register waarin alle financiële activa zijn vastgelegd, zou een ernstige klap toebrengen aan belastingontduiking en het witwassen van geld. Ook gelijkwaardig onderwijs en goedbetaald werk zijn cruciaal. Een voorbeeld: in de VS kan 20 tot 30 procent van de kinderen uit de slechtst betaalde klasse geen hoger onderwijs volgen. Bij kinderen van de best betaalde ouders gaat maar 10 procent niét naar het hoger onderwijs.
Het terugdringen van de staatsschuld is geen gemakkelijke taak. Toch zijn er instrumenten waarmee dat kan: vermogensbelasting, schuldenverlichting en inflatie. Op die manier worden jongere generaties gestimuleerd.
Het rapport verdiept zich daarna in de positie van een aantal grote landen: Frankrijk, Duitsland, China, Rusland, India, het Midden-Oosten, Brazilië en Zuid-Afrika. In de delen III, IV en V wordt dieper ingegaan op de dynamiek van overheidsvermogen versus privévermogen, op de trends in mondiale vermogensongelijkheid, en uiteindelijk op de bestrijding van economische ongelijkheid.
Het rapport van meer dan 475 bladzijden is een welkome aanvulling op het werk ´Ongelijkheid – Wat kunnen we eraan doen?´ van Anthony B. Atkinson (1944-2017), dat we enige tijd geleden hebben besproken in ons tijdschrift Het Vrije Woord.
Facundo Alvaredo, Lucas Chancel, Thomas Piketty, Emmanuel Saey, Gabriel Zucman
Guido-Jules Kindt
Non-fictie
recensent
_Guido-Jules Kindt recensent
Meer van Guido-Jules Kindt

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies