Dan Carlin
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
  • 1628 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

16 april 2020 Hardcore History
Dan Carlin zegt van zichzelf dat hij geen historicus is, maar gewoon iemand die gek is op geschiedenis (alhoewel hij zichzelf ook wel “social libertarian”, een "radical", "neo-prodentist", "pragmatist" en "political martian" noemt…). Als je dan toevallig ook nog een Amerikaanse televisiereporter bent, tussendoor columns schrijft en een radio-praatprogramma “host” waarmee je een stevige populariteit verwerft en al tien jaar mee durft met de allernieuwste communicatiemedia, ga je je uitzendingen in eigen hand nemen.
Hij begint met eigen podcasts, het gedroomde middel om die “gekte” volop bot te vieren. Het resultaat is twee los van elkaar staande podcasts: ´Hardcore History´ en ´Common Sense´, die waarschijnlijk bij de meest populaire podcasts van dit ogenblik mogen genoemd worden. Want 24 uur na iedere uitzending zijn er een miljoen downloads genoteerd. Alle podcasts in totaal lopen op tot “honderden miljoenen downloads”.

Het geheim van zijn succes is waarschijnlijk zijn vertelkunst en het feit dat hij aan geen enkele conventie moet voldoen. Podcasts lenen zich gemakkelijk tot “praten” en “vertellen”, want je spreekt je publiek toe, een tekst aflezen komt zeer gekunsteld over en is “not done”.
Als hij zich als historicus zou opwerpen, zou hij gebonden zijn aan de professionaliteit en de regels van het vak, terwijl hij nu kan vragen stellen en ze onbeantwoord laten, kan filosoferen, inzoomen op details, illustratieve anekdotes vertellen: En op de invloed wijzen van het verleden op het heden, terechtwijzen, verwittigen, een beetje moraliseren zelfs. Wat niet wil zeggen dat zijn kennis onvoldoende of onbetrouwbaar zou zijn. Carlin heeft een buitengewoon grote historische bagage, hij legt onvermoede verbanden, schildert scherp bepaalde gebeurtenissen uit het verleden, duidt met getallen, hoeveelheden, percentages en, volumes. Deze man “kruipt in de toestanden van toen”, wijst ook op zekere evoluties en verhaalt over hoe het zou zijn als de toenmalige toestanden nu zouden gelden.
Hij wil weg van de grote Geschiedenis zoals die nu als ”juist” beschouwd wordt en algemeen aanvaard, omdat daarin een stuk van de werkelijkheid en de waarheid weggeknipt wordt. Hitler, bijvoorbeeld, heeft ook goede dingen gedaan; het geïdealiseerde beeld dat we van president Truman of van Churchill hebben, klopt niet met de feiten; het beeld dat geschapen wordt over het gebruik van de nucleaire bommen op Hiroshima en Nagasaki is geschiedkundige vervalsing. ”Fake news” is geen louter modern verschijnsel. Carlin frist het menselijke geheugen terug op, want “we gaan geloven wat overblijft na wat we vergeten zijn.”

En - vooral - hij doet nadenken.
Kindermishandeling is totaal uit den boze, zo denken wij nu. Maar het is nog niet zo lang geleden dat kinderen “gewoon” werden geslagen. Als je van kinderen hield, moest je ze kastijden. (“Wie van zijn kinderen houdt, spaart de roede niet”). Er was een grote keuze uit allerlei lijfstraffen: De kat, ijzeren staven, de roe, houten stokken, zwepen van allerlei slag, meppen. Kinderen moesten werken vanaf de leeftijd van 5 of 6 jaar. Dát was de situatie, niet ergens ver weg, in Azië bijvoorbeeld, maar hier in het Westen, in de vorige eeuw. In Sparta werd overbevolking tegengegaan door kinderen in een ravijn te gooien. Seksualiteit: in de Oudheid waren bij volken rond de Middellandse Zee heteroseksuele en homoseksuele relaties tussen volwassenen en kinderen een volstrekt geaccepteerd onderdeel van de cultuur. Tegen tandpijn of om te helpen inslapen, werden sterke drank of opium toegediend. De kinderen zagen regelmatig hoe dieren op een wrede manier geslacht werden en ze maakten echte moorden en martelingen mee van nabij als ze nog maar 5, 6, 7 jaar oud waren - ze werden meegenomen naar openbare terechtstellingen. Waarop Carlin zich de vraag stelt: Bestaat er zoiets als “verkeerd” opvoeden? Is opvoeding geen cultureel bepaald concept? Wij – en onze kinderen - zijn nu de best geïnformeerde generatie aller tijden dankzij de huidige kennis over gezondheid en wetenschap, en de alom overvloedig verkrijgbare informatie. En hij denkt verder: Vermits opvoedingspraktijken uiteindelijk invloed hebben op - bijvoorbeeld - het buitenlands beleid van een land, zou er zoiets moeten bestaan als psychohistorische wetenschap. Of is die ondertussen aan het ontstaan?
Zo vraagt hij zich af: In het verleden lijkt het alsof “harde” mensen de boventoon voerden en de gang van zaken bepaalden, maar wat zijn “harde” mensen? Waarom zijn (of vinden wij) die nu “hard”? Wanneer was (is) dat belangrijk? Waren de oude Germanen of de Vikings “hard”? Moderne militairen hebben nooit een gesneuvelde vijand van nabij gezien en toch besturen zij de drones waarmee ze die bikkelharde tribale soldaten in een onherbergzaam rotsachtig berggebied neerschieten vanuit een comfortabel kantoortje ergens in Californië.

Een crisistijd (zoals vandaag met Corona?) is misschien heilzaam. Of toch zoals Andrew Mellon, de minister van financiën onder president Hoover, het formuleerde in het decennium na de beurscrash van 1929: “Het zal de rot uit het systeem jagen, de hoge kosten voor het levensonderhoud worden lager, mensen gaan harder werken en een deugdzamer leven leiden. Normen worden aangepast en ondernemende lieden rapen de brokstukken op van minder competente mensen.” Hard, maar “waar” als je kapitalistisch denkt en als je vindt dat economie, winst en groei altijd alles moeten domineren.
Heb je er al ooit over nagedacht wat het psychologisch effect was van de “bedreiging” die ontstond toen men besefte dat men kon aangevallen worden vanuit de lucht? De mens kon ineens vliegen en dus kon iemand vanuit een vliegtuigje een bom met de hand naar beneden laten vallen….

Carlin onderzoekt enkele rampen in onze geschiedenis. Hij analyseert hoe het kwam dat die zich voordeden en hoe waarschijnlijk het is dat die zich nóg eens zouden voordoen. Hij onderzoekt de ineenstorting van de bronstijd (het Bronzen Tijdperk), de val van het Assyrische en Romeinse keizerrijk, de vernietigende (ook psychisch) effecten van hongersnood, de pest, totale oorlogsvoering en potentiële nucleaire vernietiging door het ultieme wapen, de kernbom, die er kwam na de allerergste oorlog uit de geschiedenis waarbij miljoenen doden vielen bij Russen, Duitsers, Britten en Japanners. (om de oorlog te eindigen waren de bommen op Hiroshima en Nagasaki helemaal niet nodig, want Japan was al voldoende psychologisch op de knieën gedwongen door de hopen verschrikkelijke brandbommen die op bewoonde doelen (steden) werden gegooid waarmee burgers (geen militairen) op de meest onmenselijke manier werden vermoord. Hoe kwam men er toe burgerlijke gebieden aan te vallen nadat dat sinds WO I als moreel onaanvaardbaar beschouwd werd?
De kernvraag, de vraag die op dit punt van de moderne geschiedenis alle andere vragen in de schaduw stelt is duidelijk: Heeft de mensheid ook voldoende morele vooruitgang gemaakt om niet dezelfde fouten als die uit het verleden te herhalen of zullen we diezelfde fouten herhalen (zoals al gebeurde) en mogelijk geconfronteerd worden met totale uitroeiing?
Een boek dat heel veel nieuws bevat - ook al gaat het om geschiedenis -, dat veel opfrist, heel wat juist stelt, veel vervolledigt of aanvult, op veel punten in vraag stelt en dat vooral peilt naar de morele evolutie van de mensheid.
Erg waard om te lezen.
Dan Carlin
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
-
_Victor De Raeymaeker - Recensent
Meer van Victor De Raeymaeker

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies