Yoko Tawada
Paul Van Aelst
fictie
  • 2926 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

21 januari 2020 De laatste kinderen van Tokyo
Yoko Tawada is geboren in 1960 in Tokyo. Haar vader was vertaler en boekhandelaar. Ze promoveerde aan de Waseda-Universiteit in 1982 met grote onderscheiding in Russische literatuur.
Na het afstuderen verhuisde ze naar Hamburg, waar ze begon te werken in een boekdistributiebedrijf. In 1990 behaalde ze aan de Universiteit van Hamburg het masterdiploma hedendaagse Duitse literatuur. In 2000 behaalde ze een doctoraat Duitse literatuur aan de Universiteit van Zurich.

Tawada verhuisde in 2006 naar Berlijn, waar ze tot op vandaag ook woont. Ze schrijft romans en poëzie, zowel in het Japans als in het Duits.
In ’De laatste kinderen van Tokyo’ gaat Tawada verder dan de onherstelbare teloorgang van onze planeet. Het verhaal vindt zijn oorsprong in een ver verleden waarin een verschrikkelijke ramp is gebeurd.

De gevolgen van die ramp bleven niet beperkt tot flora en fauna. In haar boek plaatst de auteur de mensen als biologisch fenomeen centraal. Het is een samenleving van bejaarden en kinderen. De ouderen – velen zijn honderdplussers – zien geen einde komen aan hun leven. Ze blijven energiek en gezond, maar kunnen de veranderingen moeilijk vatten. Met de kinderen daarentegen is er heel wat mis. Ze zijn geboren nà die verschrikkelijke ramp die de lucht en het water aantastte. Sindsdien zijn alle kinderen misvormd, altijd koortsig en nauwelijks tot functioneren in staat.
De hoofdpersonages in deze roman zijn Yoshiro, een meer dan honderdjarige, maar gezonde man en zijn achterkleinzoon Mumei. Yoshiro, die al zijn naasten verloren heeft, doet er alles aan om Mumei in leven te houden. Zijn niet aflatende zorg voor het kind is aangrijpend. De compassie die in deze passages beschreven wordt overheerst het verhaal. De ouderen weten dat zij langer zullen leven dan hun nakomelingen. Dit zadelt hen op met een groot schuldgevoel. De fragiele achterkleinzoon beschikt dan weer over oeverloos optimisme en een grote levenswil.
In een samenleving die extreem nationalistisch wordt bestuurd door een regering en politie die geprivatiseerd zijn, wordt het de bevolking verboden om verder te kijken dan de eigen beperkte omgeving. De internationale verbinding met andere landen, zelfs met andere gebieden, is taboe geworden.

De roman drijft op sciencefictionachtige elementen die verwoord worden in bloemrijke Japanse omschrijvingen. De pijn van onsterfelijkheid wordt diametraal tegenover de levenswil van het gehandicapte kind gesteld. Alle zekerheden zijn verdwenen en enkel met de moed der wanhoop blijven sommige mensen zoeken naar een toekomst.
Tawada schrijft dit boek in een zeer bloemrijke taal. Het verhaal kabbelt rustig verder en een echte ontknoping komt er niet. Mumei zal uiteindelijk verdwijnen en zo ook vergaat het de toekomst. Niets van waarde zal ons nog resten. Ondanks de mooie vorm is dit dus een zeer zwartgallig boek dat de mogelijk zal lezer vervreemden, en deze zelfs verweesd achterlaat. Tawada laat ons met ‘De laatste kinderen van Tokyo’ bitter weinig hoop.
Yoko Tawada
Paul Van Aelst
fictie
-
_Paul Van Aelst - Recensent
Meer van Paul Van Aelst

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies