Elisa Hermanides & Ruben Koops
Martin Harlaar
Non-fictie
  • 3551 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

13 januari 2020 Ahmed Aboutaleb. Overal de eerste
Ahmed Aboutaleb werd in 2008 burgemeester van Rotterdam en was daarmee de eerste burgemeester met een niet-westerse achtergrond van een grote Europese stad. Hoogleraar Paul Scheffer (Nijmegen 1954): ‘Aboutaleb bewijst dat niet alleen de samenleving, maar ook zijn eigen leven maakbaar is. In de extreem gepolariseerde situatie van het integratiedebat is hij een evenwichtskunstenaar gebleken, en daar is moed voor nodig. Hij is mijn held, de beste minister-president die Nederland nooit gehad heeft.’
De journalisten Elisa Hermanides (1982) en Ruben Koops (1986) werkten drie jaar aan dit leesbare en feitenrijke boek. Ze spraken met meer dan zeventig personen en raadpleegden talloze geschreven en audiovisuele bronnen. Het boek telt 286 pagina’s, inclusief een curriculum vitae van Aboutaleb, een lijst van geïnterviewden, een bibliografie per hoofdstuk en een personenregister; helaas ontbreekt een zakenregister. De negen hoofdstukken zijn weliswaar thematisch opgezet, maar daarnaast ook redelijk chronologisch, wat de leesbaarheid ten goede komt. De hoofdstukken zijn: 1. Van Marokko naar Molenwijk 2. Mr. Allochtoon 3. Buitenstaander binnen de PvdA 4. Dansen met Leefbaar. 5. Orde boven alles 6. Binnenwereld versus buitenwereld 7. Wereldburgemeester 8. Ahmed en Allah 9. Bounty, Berber of bruggenbouwer?
_Een opmerkelijke man
In de inleiding schrijven de auteurs over de opzet van dit boek onder andere: ‘Dit boek geeft inzicht in het karakter en de ontwikkelingen van Ahmed Aboutaleb en kijkt daarbij verder dan zijn eigen perspectief. Niet alleen de successen komen aan bod, maar ook de tegenslagen en de prijs die hij betaalde voor zijn indrukwekkende carrière.’ (p. 13) En: ‘Dit boek laat zien hoe Aboutaleb kon uitgroeien tot een van de populairste politici van het land, terwijl de Marokkaanse gemeenschap in de loop van de jaren juist te maken kreeg met steeds meer stigmatisering en een vijandig politiek klimaat.’ (p. 14)

Of: ‘Dit boek is dan ook nadrukkelijk geen uitputtende biografie, maar het resultaat van een journalistiek en historisch onderzoek naar de facetten die Aboutaleb tot de opmerkelijke man hebben gemaakt die hij nu is.’ (p. 15)

Hoewel dit boek natuurlijk in de eerste plaats over Ahmed Aboutaleb gaat, geeft het ook een goed overzicht van de veranderingen in de Nederlandse samenleving sinds de jaren ´60, veranderingen die zich ook in andere Europese landen voltrokken.
_Vol overgave
Ahmed Aboutaleb wordt op 29 augustus 1961 geboren in hetzelfde Noord-Marokkaanse bergdorp  als voormalig sp.a-politica Yamila Idrissi, Beni Sidel, slechts enkele kilometers verwijderd van de Middellandse Zee. In 1963 vertrekt de vader van Ahmed naar Europa om geld te verdienen. Nadat hij in de Pyreneeën in de bouw heeft gewerkt, reist hij door naar Nederland waar familie van hem in Den Haag woont. Pas in 1976 wordt het gezin in Nederland definitief herenigd. Ahmed Aboutaleb werkt als puber hard om de Nederlandse taal onder de knie te krijgen en volgt diverse technische opleidingen.
In de jaren ´80 is hij werkzaam als zelfstandig journalist. Vanaf 1991 werkt hij voor de overheid, eerst als voorlichter, later als bestuurder.

Het is fascinerend om te zien hoe Ahmed Aboutaleb met vallen en opstaan zijn eigen weg in een veranderende samenleving zoekt en weet te vinden. Eind jaren ´70 gaat het overheidsbeleid er nog van uit dat de ‘gastarbeiders’ en hun gezinnen op termijn terug zullen keren (iets dat ze immers zelf zeggen van plan te zijn), dus men wil hen niet verplichten zich de Nederlandse taal en cultuur eigen te maken. De overheid subsidieert ‘onderwijs in eigen taal en cultuur.’ Hermanides & Koops noteren: ‘De bezetenheid waarmee Aboutaleb zijn eigen inburgering ter hand neemt, heeft iets absurds. Maar het legt wel de basis voor zijn indrukwekkende carrière. Er zijn maar weinig migranten die zich zo vol overgave op hun eigen integratie storten.’ (p. 32)

In 1979 meldt de achttienjarige Aboutaleb zich bij het Regionale Centrum voor Buitenlanders, omdat hij Marokkaanse immigranten wil helpen. Het leidt ertoe, dat hij de Haagse Marokkanen Vereniging (HMV) opricht. Hij is de enige die redelijk goed Nederlands spreekt en wordt voorzitter van de vereniging. Hij leert vergaderen, notuleren en organiseren, en voert gesprekken met ambtenaren om subsidies binnen te halen. Onder leiding van Aboutaleb reorganiseert de HMV taallessen, sportactiviteiten en cursussen fotografie en schilderen. Het zijn vooral jongeren die op de activiteiten afkomen.
Begin jaren´80 begint het besef bij overheid en politiek door te dringen dat de ‘gastarbeiders’ en hun gezinnen waarschijnlijk niet terug zullen keren. Wel blijft men waarde hechten aan het behoud van eigen cultuur en identiteit. Behoud van de groepscultuur blijft daarom centraal staan in het overheidsbeleid.
_Allochtonenbeleid
In de jaren ´80 raken veel ‘gastarbeiders’ werkloos door automatisering en verplaatsing van werk naar lageloonlanden. Van de Marokkaanse mannen tussen de 30 en 49 jaar is in 1984 de helft langdurig werkloos. De armoede die zij waren ontvlucht door te emigreren, doemt opnieuw op. Aboutaleb is in de jaren ´80 actief als journalist. Hij maakt veel maatschappelijke reportages voor radio en tv en wordt steeds bekender, binnen en buiten de migrantengemeenschap.

In 1989 brengt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (een onafhankelijk adviesorgaan voor het regeringsbeleid) een rapport uit getiteld Allochtonenbeleid. Het belangrijkste advies luidt als volgt: ‘Het huidige minderhedenbeleid moet worden vervangen door een allochtonenbeleid dat erop is gericht de betrokken bevolkingsgroepen zelfstandig te maken en minder afhankelijk van overheidsvoorzieningen. Deelname aan arbeid is hiervoor een belangrijke voorwaarde, maar dit vraagt wel om investeringen in onderwijs, scholing en arbeid. Vooral omdat het aantal allochtonen in Nederland zal blijven toenemen.’ (zie hier voor het advies)

In 1991 wordt Aboutaleb woordvoerder op het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid  en Cultuur, in 1994 hoofd voorlichting van de Sociaal-Economische Raad en in 1996 manager communicatie bij het Centraal Bureau voor de Statistiek. In 1997 wordt Forum opgericht, een onafhankelijk kennisinstituut op het terrein van multiculturele vraagstukken dat gesubsidieerd wordt door de overheid. Forum moet in de plaats komen van de vele migrantenorganisaties die alleen opkomen voor de belangen van hun eigen achterban. In 1998 wordt Aboutaleb gevraagd om een van de twee directeuren te worden. Zijn mededirecteur moet intern orde op zaken gaan stellen. Aboutaleb moet het gezicht naar buiten worden. Forum wordt onder zijn leiding een gezaghebbend instituut.
_Het multiculturele drama
Op 29 januari 2000 verschijnt in NRC-Handelsblad een 4000 woorden lang artikel dat gezien mag worden als een mijlpaal in de zich voortslepende discussie over Nederland als multiculturele samenleving. Het is geschreven door PvdA’er Paul Scheffer en heeft als titel meegekregen ‘Het multiculturele drama.’

Ter illustratie enkele alinea’s eruit:

‘Wie alle beschikbare gegevens overziet komt tot een ontnuchterende conclusie: werkloosheid, armoede, schooluitval en criminaliteit hopen zich op bij de etnische minderheden. En de vooruitzichten zijn over de gehele linie niet gunstig, in weerwil van individuele succesverhalen. Het gaat om enorme aantallen achterblijvers en kanslozen, die de Nederlandse samenleving in toenemende mate zullen belasten.’

‘Waar het vooral om gaat, is dat de scheiding van staat en kerk niet werkelijk is aanvaard in islamitische kring. Af en toe wordt iets zichtbaar van wat door imams wordt gepreekt en hoort men voorbeelden van haatdragendheid tegenover de samenleving waarvan ze geacht worden deel te zijn. Zo kon in de tijd dat Ed van Thijn burgemeester van Amsterdam was, de opvatting worden vernomen dat moslims zich niet zouden hoeven te houden aan de wetten van een stad die door een joodse burgemeester werd bestuurd.’

‘En zo stort het kaartenhuis van de multiculturele samenleving ineen. Alle onuitgesproken verwachtingen, als zou integratie vooral een kwestie van tijd zijn, worden niet bewaarheid. Onder de oppervlakte van het openbare leven drijft een zee van verhalen over de botsing van culturen, die niet of nauwelijks worden gehoord. We leven nu al met de migranten van de derde generatie en de problemen zijn alleen maar groter geworden. Of succesvolle migranten de gehoopte voortrekkersrol spelen is onzeker, want doorgaans weten ze niet hoe snel ze zich moeten losmaken van hun veronderstelde ´achterban'.’

‘Een gemakzuchtig multiculturalisme maakt school omdat we onvoldoende onder woorden brengen wat onze samenleving bijeenhoudt. We zeggen te weinig over onze grenzen, koesteren geen verhouding tegenover het eigen verleden en bejegenen de taal op een nonchalante manier. Een samenleving die zichzelf verloochent heeft nieuwkomers niets te bieden. Een meerderheid die ontkent meerderheid te zijn, heeft geen oog voor de `hardhandigheid' van integratie, die ook altijd verlies van eigen tradities betekent. En wie niet begrijpt wat er wordt genomen, die heeft ook weinig te geven.’

‘De richting van het huidige onderwijs- en cultuurbeleid staat haaks op wat nodig is. We moeten een groot vraagteken plaatsen bij het `onderwijs in eigen taal en cultuur'. Is het niet veel zinvoller de achterstand in beheersing van het Nederlands met alle mogelijke middelen op te heffen? En misschien nog belangrijker: de grondwettelijke vrijheid van onderwijs maakt segregatie mogelijk en gemakkelijk. Gezwegen wordt over de wellevende burgerij die voor haar kinderen hoogwaardig onderwijs koopt. Een minimaal streven zou toch moeten zijn dat scholen enigszins de samenstelling van een stad weerspiegelen en dat in het onderlinge verkeer tussen leerlingen Nederlands wordt gesproken. (zie hier voor het artikel)

Korte tijd later ontmoeten Aboutaleb en Scheffer elkaar. Ze blijken het op de belangrijkste punten met elkaar eens te zijn. Aboutaleb vindt net als Scheffer dat allochtonen te weinig op hun eigen verantwoordelijkheid zijn aangesproken en dat er zich een sociaal-cultureel drama heeft voltrokken. Aboutaleb is het echter niet met Scheffer eens, dat de islamitische cultuur voor integratieproblemen zorgt. Hij staat nog altijd achter de leus uit de jaren ´70: ‘integratie met behoud van identiteit.’
_Lokaal en landelijk bestuur
In 2002 wordt Aboutaleb topambtenaar bij de gemeente Amsterdam en van 2004 tot 2007 is hij wethouder (schepen) van Sociale Zaken, Onderwijs en Integratie in Amsterdam voor de PvdA. Als wethouder gaat hij veel de straat op om met mensen te praten. Hij heeft een open oor voor hun problemen en probeert daar iets aan te doen, maar hij treedt ook hard op tegen mensen die misbruik maken van de voorzieningen. Aboutaleb wordt zowel populair in wijken met veel migranten als in ‘witte’ wijken.

In 2007 wordt Aboutaleb staatssecretaris op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij krijgt onder andere bijstand, armoede en fraudebestrijding in zijn portefeuille. De PVV van Geert Wilders kondigt bij het aantreden van de nieuwe regering aan een motie van wantrouwen in te zullen dienen tegen Aboutaleb, omdat hij zowel een Marokkaans als een Nederlands paspoort heeft. Bij welk land ligt zijn loyaliteit, zo vraagt Wilders zich af. Het sluit aan bij de stemming in de Nederlandse samenleving die zich heeft verhard na de aanslagen van 11 september 2000 in de Verenigde Staten, de opkomst van Pim Fortuyn en diens moord (6 mei 2002), en de moord op Theo van Gogh (2 november 2004). Veel autochtone Nederlanders begonnen te twijfelen over de loyaliteit van allochtone Nederlanders. Een dag na de moord op Theo van Gogh door de Marokkaanse Nederlander Mohammed Bouyeri had Aboutaleb als wethouder voor Integratie in de Al-Kabir moskee een toespraak gehouden die veel indruk maakte.

Citaat: ‘Ik ben een groot voorstander van een krachtige, diverse stad waar voor iedereen een plaats is. Maar een diverse stad kan alleen gedijen als we ook overstemming hebben over wezenlijke kernwaarden die voor ons allen gelden. Voor mensen die deze gezamenlijke kernwaarden niet delen is er geen plaats in een open samenleving als de Nederlandse. De vrijheid van religie, de vrijheid van meningsuiting en het anti-discriminatiebeginsel zijn de belangrijkste onderdelen daarvan. Een ieder die deze waarden niet deelt, doet er verstandig aan zijn conclusies te trekken en te vertrekken. Het kan niet zo zijn dat iemand van ons allen eist dat we zijn opvattingen respecteren en tegelijkertijd niet bereid is de opvattingen van anderen te respecteren. Tolerantie eisen is alleen aan de orde als mensen zich tolerant opstellen. Het is wederzijds.´
_‘De beste burgemeester’
Oktober 2008 wordt bekend dat Aboutaleb voorgedragen is om burgemeester van Rotterdam te worden. Het is de stad waar Leefbaar Rotterdam, de partij van Pim Fortuyn, bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2002 een derde van de stemmen haalde en de PvdA een grote nederlaag leed. Leefbaar Rotterdam is niet blij met de mogelijke komst van de PvdA-politicus met twee paspoorten. Aboutaleb nodigt de fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam, Ronald Sorensen, uit voor een gesprek. Hermanides & Koops: ‘Sorensen legt uit waarom hij zo kritisch is geworden op de groei van de migrantengemeenschap in Rotterdam. Hij vertelt Aboutaleb over zijn zoons, die door Marokkanen in elkaar geslagen zijn en over zijn schoondochter, die twee keer door Marokkanen is aangerand. Daar schaam ik mij dood voor, zegt Aboutaleb hem. En Sorensen gelooft hem. Vanaf dan geeft hij hem het voordeel van de twijfel.’ (p. 107)

Jaren later zal Sorensen zeggen dat Aboutaleb de beste burgemeester is die Rotterdam ooit heeft gehad.

Aboutaleb werd in 2014 herbenoemd als burgemeester en op 1 januari 2021 loopt die tweede termijn af. Op 4 december 2019 heeft hij bekend gemaakt dat hij graag voor een derde ambtstermijn van zes jaar zal aanblijven als burgemeester. ‘Ik bruis nog van de ideeën en heb er de energie en kracht voor. Na een zorgvuldige afweging besloot ik daarom nog een poos te willen blijven.’
Elisa Hermanides & Ruben Koops
Martin Harlaar
Non-fictie
In het kader van het 'Grote vragen'-project (Diversiteit & Dialoog staan daarin centraal) probeert Martin Harlaar, in samenwerking met het Humanistisch Verbond, tot de kern van belangrijke maatschappelijke thema's door te dringen. In 2021 verscheen zijn boek 'De getemde mens. Waar komt (volgens u) onze moraal vandaan?' en in 2022 'Ben ik wel woke genoeg?'. In januari 2024 verscheen 'Het gender-experiment'.
_Martin Harlaar Martin Harlaar (Amsterdam 1956) is historicus
Meer van Martin Harlaar

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies