Kurt Van Camp
Paul Van Aelst
Non-fictie
  • 5307 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

6 november 2019 Het verzet van De Zwarte Hand. Een fataal avontuur
In het boek ‘Het verzet van De Zwarte Hand’ neemt Kurt Van Camp ons mee naar Klein-Brabant en de Rupelstreek. Hier was tijdens de Tweede Wereldoorlog de Belgische verzetsbeweging ‘De Zwarte Hand’ actief.
Hij vat zijn boek aan met de beschrijving van de oprichting van de weerstandersgroep door Marcel De Mol, de koster van Tisselt, en Staf Vivijs, pas 17 jaar geworden. Omstreeks augustus 1940 wordt officieel ‘De Zwarte Hand’, één van de eerste verzetsgroepen in België, gesticht. De groep bestond vooral uit jonge mensen: 16 leden gingen nog naar school. Bij wijze van lidmaatschap ondertekenden ze een document met daarop al hun gegevens en een pasfoto.
De eerste verzetsdaden zijn zeer amateuristisch: het doen en laten van collaborateurs in de streek nagaan. Een volgende stap was het bedelen van pamfletten, gericht tegen het gemeentebestuur dat bestond uit leden van het Vlaamsch Nationaal Verbond.

Aan burgers werd moed gegeven door de letter V (van “victorie”) op huizen van collaborateurs te kalken. Op 21 juli, de nationale feestdag van België, slaagden ze erin om met een geheime zender het Belgisch volkslied uit te zenden en de bevolking op te roepen tot verzet. Hun grootste verzetsdaad bestond erin om op het vliegplein van Hingene een ketel met kerosine te laten leeglopen.

Dit alles leidt tot grote frustratie bij de Belgische collaborateurs, die er bij de Duitse bezetter op aandringen om hard op te treden.
In september 1941 werden twee leden van ‘De Zwarte Hand’ betrapt door de Duitse Feldgendarmerie. In de kerk van Tisselt vonden de Duitsers de volledige ledenlijst van de groep. Allen werden halfweg oktober opgepakt en in het fort van Breendonk ondervraagd en gemarteld. In Antwerpen werden de verzetsleden verhoord door de Gestapo. Eind oktober was de volledige groep, op twee uitzonderingen na, van zijn vrijheid beroofd. En reeds vanaf juni 1942 werden zij overgebracht naar Duitse gevangenissen en kampen.
Op 14 januari 1943 werden 16 van de verzetsleden ter dood veroordeeld tijdens een schijnproces. 4 van hen krijgen later genade, de anderen worden gefusilleerd (op 7 augustus 1943, in Lingen). De overige leden kregen een Nacht und Nebel-straf, wat neerkwam op levenslange dwangarbeid en een totaalverbod op contacten met de buitenwereld. Ze bestonden als het ware niet meer. Ze verbleven in de concentratiekampen Sachsenhausen, Bergen-Belsen, Buchenwald en Esterwegen. Bij het naderen van het Russische leger werden de overlevenden nog met dodentreinen en afmattende voetmarsen naar Theresiënstadt overgebracht.
Opmerkelijk veel leden van ‘De Zwarte Hand’ overleden in de laatste drie maanden van de Tweede Wereldoorlog. De bevrijding kwam voor hen te laat. Uiteindelijk zouden slechts 37 van de 111 leden uit gevangenschap terugkeren.
Wanneer de overlevenden terugkeerden naar België, stootten ze op een muur van onbegrip en wantrouwen. Hun verhalen over de concentratiekampen klonken té erg om waar te kunnen zijn en er was het sluimerend wantrouwen over wie hen had verraden. Bovendien was de oorlog dan nu wel voorbij, maar werkten de fysieke gevolgen ervan nog jaren na.
Tot slot doet Van Camp nog de wrange vaststelling dat er, tegenover de helse jaren van gevangenschap, marteling en het afmaken van zoveel jongeren, na de Processen van Neurenberg tegen de nazi’s slechts 12 doodstraffen effectief werden uitgevoerd. Evenveel als van de kleine verzetsbeweging, waarvan ook nog eens 60 leden de dood vonden in de concentratiekampen. Hij besluit dat de meesten waarschijnlijk te naïef en roekeloos geweest waren in hun verzetsactiviteiten.
Maar je mag hen hun vaderlandsliefde, jeugdig enthousiasme en overmoed zeker niet verwijten, vult hij aan. Zij hadden tenminste de moed om op te komen tegen een misdadig regime en de moed om voor de vrijheid te vechten.
In ‘Het verzet van De Zwarte Hand’ geeft Van Camp een zeer volledig beeld van de achtergronden, het ontstaan en functioneren van de verzetsgroep. Hij volgt elk lid minutieus vanaf de aansluiting tot… de dood. En helaas was dat voor velen de marteldood.

Met dit boek krijg je ook echt het volledige verslag van deze specifieke verzetsgroep: het is alsof je als lezer elk van de leden persoonlijk leert kennen, en je wordt diep in het persoonlijke lijden meegevoerd.
Het totaalverhaal is vlot, overtuigend en pakkend geschreven. Van Camp doet zijn best om niet te moraliseren, maar het is ook goed en nodig dat we in onze tijden deze oorlogs- en verzetsjaren niet vergeten.
Eens te meer werpt het verleden zijn licht op de hedendaagse geschiedenis.
Oorlog kent geen winnaars. Vergeten kunnen we niet, maar met haat kun je niet leven.
Kurt Van Camp
Paul Van Aelst
Non-fictie
-
_Paul Van Aelst - Recensent
Meer van Paul Van Aelst

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies