Kwintessens
Geschreven door Nele Strynckx
  • 2987 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

29 augustus 2022 Pelleriaux zet onderwijspersoneel op scherp
Ik heb lang getwijfeld of ik hier iets over zou schrijven. Soms lees je iets en ben je verontwaardigd, maar de volgende dag is het over en dan weet je dat het eigenlijk niks was om je druk over te maken. Een andere keer vang je iets op, haal je je schouders op, maar merk je dagen later dat het je toch niet loslaat.
Zo ging het met de mededeling van Koen Pelleriaux, afgevaardigd bestuurder van het gemeenschapsonderwijs. Wat de aanleiding was voor zijn verklaring is me nog steeds niet duidelijk, maar hij poneert een aantal ideeën om het leerkrachtentekort op te lossen. Prima dat er ook door de topman van het GO! over wordt nagedacht, maar met zijn verklaringen maakte hij bij mij geen al te beste beurt.
_Grote groepen
Pelleriaux meent dat het lesgeven meer moet georganiseerd worden zoals in het hoger onderwijs: uitleg en instructie in grote groepen, oefeningen in groepjes van vier. Ik vermoed dat hij het hier enkel heeft over het secundair onderwijs, want ik durf me niet eens een 'klas' van zestig achtjarigen voor te stellen. Ook in het middelbaar onderwijs lijkt me dit allesbehalve evident. Er zit nu eenmaal een gigantisch verschil in mentaliteit tussen iemand van vijftien en iemand van twintig jaar, geschiedenis is beter geschikt voor een verhalende uiteenzetting dan een taalvak en zeer praktisch ingestelde leerlingen hebben ook voor theoretische vakken nood aan een meer persoonlijke aanpak.
De coronaperiode was eigenlijk al een soort van experiment met een andere, meer op het hoger onderwijs gebaseerde manier van werken. Leerkrachten namen filmpjes op, zetten die online en voorzagen taken die zelfstandig moesten worden gemaakt. Er konden vragen worden gesteld via de webcam of in chatrooms. Voor de meeste leerlingen werkte dit niet. Voor de meeste leerkrachten trouwens ook niet. Het leerrendement was te laag. Er was te weinig interactie, zelfs bij rechtstreekse onlinelessen. Bij het lesgeven aan grote groepen ontbreekt die interactie ook grotendeels. Leerlingen willen of durven geen vragen stellen als de groep te groot is. En komt er toch eens een vraag, dan menen de overige aanwezigen dat het antwoord erop toch niet voor hen bedoeld is. Geroezemoes van zestig mensen is lastiger om in te dijken dan dat van vijftien. Een grappige opmerking, een anekdote van een leerling tussendoor, dat verdwijnt grotendeels wanneer je doceert aan meer dan dertig jongeren. Het valt in zo'n bende ook niet op wanneer iemand niet aan het opletten is of niet kan volgen. Dat wordt later niet goedgemaakt wanneer ze in kleinere groepjes aan het werk gaan, want wie wél mee was of heeft opgelet, doet vaak het werk van de rest. Uit vriendschap, compassie of gewoon omdat het werk dan gedaan is en ze het thuis niet meer moeten doen.
In het hoger onderwijs kan je misschien nog zeggen dat het hun eigen verantwoordelijkheid is om zelfstandig te werken en aandachtig de les te volgen. Ze zijn immers volwassen en niet meer leerplichtig. Als ze geen zin hebben om naar de les te komen, dan komen ze maar niet. Daar draagt een docent toch een stuk minder verantwoordelijkheid voor dan een leerkracht lager of secundair onderwijs. Daar zitten soms wel leerlingen die schoolmoe zijn of in de helft van de vakken écht niet geïnteresseerd zijn, maar ze moeten wel de lessen volgen. Alleen al de vrije keuze van studenten om een opleiding te volgen of niet, maakt lesgeven in het hoger onderwijs moeilijk te vergelijken met een job in het secundair.
Wat de praktische kant van de zaak betreft: ik vermoed dat mijnheer Pelleriaux toch al eens in een klaslokaal is binnen geweest. Daar krijg je echt geen zestig leerlingen in. Auditoria zijn er niet. Wie geluk heeft, heeft één grotere ruimte als studiezaal of een toneelzaaltje misschien, maar niet meer dan dat. Waar ga je meerdere grote groepen leerlingen zetten?
_Arbeidsverdeling
Een ander voorstel is dat bepaalde taken van leerkrachten kunnen worden uitbesteed aan anderen, zoals het opstellen en verbeteren van taken, toetsen en examens. Er wordt al veel samengewerkt onder leerkrachten om les- en toetsmateriaal te ontwikkelen. Er zijn talloze Facebook-groepen en er is heel wat te vinden op platformen als Klascement en Bookwidgets. De kwaliteit is weliswaar heel divers en het ene vak leent zich er al beter toe dan het andere. Een toets over de future simple, gemaakt door een leerkracht uit Heverlee, kan wellicht ook gegeven worden aan een klas uit Blankenberge, maar een over de invloed van het postmodernisme op de westerse samenleving is minder uitwisselbaar. Daar kan je zoveel kanten mee uit, iedere leerkracht zal in de les andere accenten leggen en andere voorbeelden aanhalen. Dus een toets die ik daarover heb opgesteld, kan wellicht niet zomaar ingevuld worden door een klas waar ik dit thema niet zelf aan heb uitgelegd. Idem met het verbeteren ervan. Op die toets Frans is telkens maar één juist antwoord mogelijk, op de toets cultuurwetenschappen bestrijkt een antwoord soms een halve bladzijde en kan het ook slechts gedeeltelijk juist zijn. Zelfs met een standaardantwoord als correctiesleutel, lijkt me dat zeer moeilijk te verbeteren door iemand anders dan de leerkracht zelf. Het is nog maar de vraag of dit zoveel tijd zal besparen of zelfs maar wenselijk is. Toetsen, verbeterd door iemand anders, moet je nog steeds nakijken. Hoe weet je anders waartegen de leerling precies fouten heeft gemaakt en wat hij wel of niet beheerst? Hoe bepaal je anders welke leerstof je best nog eens opnieuw uitlegt? Een score alleen zegt immers niet zoveel. Mijn dochter had eens 3/20 voor een taak Engels. Die had ze online moeten maken en werd automatisch verbeterd. Toen we zelf nakeken, bleek dat ze 17 keer een punt had getypt na het in te vullen woord op het einde van de zin, maar dit leesteken stond niet in de vooraf ingegeven verbetering door de leerkracht, dus het programma rekende elk antwoord dat niet identiek was aan dat van de leerkracht fout.
Ook het lesmateriaal dat wordt ontwikkeld, is zelden zomaar 'gebruiksklaar'. Het kan dienen als basis, maar als leraar bewerk je dat materiaal toch naar je eigen stijl en pas je het aan aan de groep die je voor je hebt. Als ik iemand anders zijn cursussen overneem, ga ik niet plots tijd hebben om tien uur per week méér les te geven. Daar lijkt me dus ook weinig winst te halen om zo het lerarentekort op te lossen.
Om het tekort aan leerkrachten tijdelijk op te vangen, is het voorstel om mensen van buiten het onderwijs enkele uren per week les te laten geven, op het eerste gezicht niet slecht. Sommigen zullen dat kunnen, maar anderen niet. Lesgeven is een vak. Het is niet omdat je ooit zelf naar school bent geweest, dat je weet hoe het moet. Ik kan eten klaarmaken, maar ben daarom nog geen kok.
Twee uur voor de klas betekent – zeker voor beginners – minstens zes uur extra werk erbuiten. Het is ook niet duidelijk of die lesgever ook op vergaderingen wordt verwacht. Of op de klassenraden. En de ouderavonden. Kan hij nog verlof nemen buiten de schoolvakanties? Het kan misschien even werken op de korte termijn, om een acute nood te lenigen, maar het is niet meer dan een oplapmiddeltje. Structureel verandert het niks. Wat structureel iets zou oplossen, wil of durft niemand aan de onderwijstop luidop zeggen: de eenmaking van de verschillende onderwijsnetten. In een school van het ene net kunnen twee klassen van 17 leerlingen economie volgen, in die van het andere net zit één klas van 8. Dat kunnen er ook twee van 21 worden. Dan heb je minder leerkrachten nodig. Maar de meeste winst zal te halen zijn in het efficiënter gebruik van gebouwen, middelen en financiën en er kan ook flink gesnoeid worden in het aantal beleidsfuncties en op de zogenaamde 'tussenniveaus'. Wat je daarop bespaart, kan rechtstreeks ingezet worden aan de basis, in de klas, daar waar het nodig en nuttig is.
_Diploma's
Wat Pelleriaux ook voorstelt, is om leerkrachten niet langer te verlonen op basis van hun diploma, maar volgens hun functie: alle leerkrachten hetzelfde loon, of ze nu master of bachelor zijn. Het onderwijs zou een van de enige sectoren zijn waar je niet naar functie, maar naar diploma wordt verloond. Ik weet niet of dat klopt, maar naar welk loon zullen ze dan gelijkschakelen? Het loon van de master of die van de bachelor? Kiest men voor het laagste loon, dan ligt de sector plat. Dat zal men niet accepteren. Kiest men voor het hoogste loon, dan zie ik niet onmiddellijk een probleem voor de mensen die nu al in het onderwijs werken (tenzij de stijgende loonkost een issue is?), maar voor toekomstige leraars moet de opleiding geüniformiseerd worden. Eenzelfde loon is alleen maar haalbaar als er slechts één diplomaniveau voor leerkracht meer bestaat. Behoud je beide, hoeveel mensen zullen dan nog voor de (educatieve) masteropleiding kiezen? Het duurt minstens een jaar langer en is moeilijker, maar voor je loon zou het geen verschil maken. Ga je naar één diplomaniveau, dan dreig je veel potentiële leerkrachten te verliezen. Opteer je voor het niveau van master, dan vallen misschien heel wat prima mensen af voor wie die opleiding te zwaar is of die gewoon niet houden van een abstracte, theoretische benadering. Een leerkracht die uitstekend geschikt is om les te geven aan het eerste leerjaar, heeft vast een heel ander profiel dan wie arbeidsrecht moet uitleggen aan een zesde jaar handel. Kan en mag een leerkracht basisonderwijs academisch geschoold zijn? Zeker. Maar is dat een vereiste? Zal een universitair dat beter kunnen? Niet noodzakelijk. Kies je uitsluitend voor een professionele bacheloropleiding, dan haken heel wat mensen af voor wie vooral een gedetailleerde inhoudelijke en wetenschappelijke benadering van de materie centraal staat.
_Dédain
De praktische voorstellen lijken dus nog niet meteen zoden aan de dijk te zetten, maar de grootste blunder was toch wel de manier waarop Pelleriaux over zijn huidige lerarenkorps sprak. Hij wil mensen aantrekken met ambitie, die vooruit willen in het leven, die iets méér willen bereiken. Die profielen zouden het imago van het beroep opkrikken, want 'het beeld dat men nu over leerkrachten heeft, wordt voor een stuk gemaakt door de leerkrachten die er vandaag zijn'. Ik dacht eerst dat het een overdreven parafrase van de journalist was, maar nee hoor, dat waren zijn exacte woorden.
Personeelstekort tegengaan begint in de eerste plaats met proberen de werknemers te houden die je al hebt! Het helpt geen zier dat je een aantal anderen overtuigt om te komen als deze die er al waren toch vertrekken. Horen dat er zo neerbuigend over jou – als beroepsgroep – wordt gesproken, door je eigen baas nota bene, kan voor sommigen de laatste druppel zijn die nodig was om alsnog een andere job te zoeken. Het imago dat Pelleriaux nu van het beroep schetst, is dat het iets is wat je er eventjes bij neemt, naast je 'echte' job.
Dat te veel leerkrachten 'een zorgend profiel' hebben, is voor een stukje te wijten aan het feit dat ze nu eenmaal met kinderen en jongeren werken, maar voor een groot deel ook uit noodzaak. Die zorgbehoeften zijn er (leerstoornissen, AD(H)D, ASS, dyslexie, dyscalculie, emotionele en psychische problemen, fysieke beperkingen … ), maar er is niet voldoende ondersteunend personeel voor. Dan heeft de leerkracht de keuze om die kinderen aan hun lot over te laten of om 'zorgend' te zijn, terwijl ze er niet eens de juiste opleiding voor hebben. Voorzie voldoende (!) psychologen, logopedisten, kinesisten en opvoeders en er zal al heel wat minder zorg van de leerkracht moeten komen, waardoor al die 'zorgende profielen' vanzelf zullen verminderen. Het aantrekken van 'carrièremensen' zal de nood aan zorg op scholen niet oplossen en ik vraag me af hoe de 'ingenieur die chemie komt geven' zal omgaan met een woede-uitbarsting tijdens zijn lezing aan een groep van zestig.
En over dat gebrek aan ambitie, daar zou ik uitgebreid op kunnen doorgaan, maar de goede verstaander heeft genoeg aan deze quote: 'Bakers make bread, engineers make bridges, artists make paintings and scientists make rockets. But teachers make them all.'
Kwintessens
Nele Strynckx is leerkracht gedragswetenschappen, cultuurwetenschappen, filosofie en onderzoekscompetenties in het GO! atheneum Ieper.
_Nele Strynckx -
Meer van Nele Strynckx

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws