Kwintessens
Geschreven door Rudy Van Giel
  • 3290 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

21 juli 2022 Ethisch reveil: verliest de vrijzinnigheid de strijd? (deel 4)
De afbraak: homoseksualiteit
Mag je racistische, seksistische, homofobe en transfobe uitspraken nog gewoon afdoen als niets meer dan ranzige toogpraat? Moet je eenvoudigweg berusten, zoals journaliste Katrin Swartenbroux zich dat afvraagt, tot opeens de ontnuchtering komt ... ? Wakker worden dus! Reageren! 'Dit is exact waarom de lgbtq+-gemeenschap de afgelopen jaren om hulp riep', schrijft ze, 'waarom zwarte mensen op straat blijven komen en waarom activisten hun tijd nuttiger willen besteden dan te zetelen in panelgesprekken over semantiek.'
Merkwaardig heb ik het altijd gevonden hoezeer iemands seksuele identiteit het onderwerp kan uitmaken van verhitte discussies. Wat stoort het een maatschappij als twee mensen met elkaar vrijen en ze toevallig hetzelfde geslacht hebben? Waarom voelt een buitenstaander zich geroepen te dicteren hoe anderen moeten leven? Daarom moet men blijven manifesteren en voor zijn rechten opkomen. Voorstanders van abortus hebben dat nagelaten te doen en we zien vandaag wat het gevolg is.
Zo'n 15 jaar geleden was het gemakkelijker voor twee mannen om hand in hand over straat te lopen. Politie-inspecteur Davy Van Slycken zegt daarover in Knack: 'Op dat vlak gaan we achteruit, en dat vind ik zorgwekkend. De maatschappij is een stuk conservatiever aan het worden.' Of dit echter het gevolg is van het feit dat het regenboogactivisme contraproductief werkt, dat laat ik voor rekening van enkele spraakmakende columnisten. Ik vrees dat de auteurs in kwestie het totaalplaatje uit het oog verliezen. De terugval op het vlak van homotolerantie is namelijk slechts een symptoom en kan niet losgekoppeld worden van wat zich op alle vlakken in de samenleving bezig is te voltrekken.
Wie in de regenboogvlag een provocatie ziet en haar in strijd vindt met het neutraliteitsprincipe, weet niet waarvoor ze staat. Als moslimjongeren de vlag ervaren als strijdig met hun religie, moet hun op school misschien uitgelegd worden dat de onderliggende boodschap er een is van tolerantie. Zo neem ik het voorbeeld van Fouad Ahidar, fractievoorzitter van Vooruit in Brussel, die onlangs in het hoofdstedelijk parlement nog tegen het verbod op onverdoofd slachten stemde, maar desondanks wel present geeft op de Pride.
'Respect gaat twee richtingen uit', zegt Jaouad Alloul, de artistieke duizendpoot. 'En we leven nog altijd in een land waar homoseksualiteit aanvaard wordt en waarin de lgbtq+-gemeenschap rechten heeft. Voor veel scholen ligt de uitdaging erin de leefwereld van de moslimjongeren te begrijpen en de manier waarop religie gepraktiseerd wordt. En dan in dialoog gaan.'
Leerlingen mogen zich binnen een onderwijsinstelling niet uiten pro Palestina, hoor ik te berde brengen. Dit verbod geldt echter niet vanwege de slogan an sich, wel omdat het aan politiek doen is. Net zo wat het al of niet dragen van een hoofddoek betreft: dat is een religieus symbool. En godsdienst is een kwestie van keuze. Seksuele geaardheid daarentegen is het een noch het ander; het is aangeboren, precies zoals iemands huidskleur. Tolerantie bepleiten schendt op geen enkel vlak het neutraliteitsprincipe.
De wetenschap leert ons almaar meer dat iemands oriëntatie in de genen besloten ligt. En zoals prof. Mark Elchardus het verduidelijkt, veronderstelt onze seculiere staatsinrichting dat in het publieke debat geen argumenten worden gebruikt die enkel geldig of begrijpelijk zijn voor mensen van een bepaalde geloofsovertuiging. Publieke kennis is bij ons wetenschappelijke kennis. En zelfs de conservatieve filosoof Othman El Hammouchi vult aan: 'Als ik het niet prettig vind om twee homoseksuelen hand in hand over straat te zien lopen, kan ik me dan beroepen op mijn grondrecht dat niet te hoeven zien? Nee, want in een liberale staat is hun recht om over straat te lopen zoals ze dat zelf willen veel belangrijker.'
Regenboogkleuren bestempelt Jurgen Slembrouck als controversieel. Zo wijst hij op de commotie toen eind mei Idrissa Gueye, profspeler bij Paris Saint-Germain, weigerde aan te treden met een rugnummer in de regenboogkleuren. Toch is deze voetballer niet de enige die solidariteit afwijst. In de Engelse competitie bleef de zwarte speler Lyle Taylor rechtop staan, terwijl de rest van zijn ploeg wel knielde om de Black Lives Matter-beweging te steunen. En deze 'taking a knee' verdeelt de supporters in tweeën: volgens een Britse enquête is de helft voor- en de andere helft tegenstander. Of een sportwedstrijd nu de geëigende plaats is om actie te voeren, dat laat ik in het midden. Maar roeren doet het mij in elk geval als Romulu Lukaku zich 'verantwoordt' met de woorden: 'Deze buiging is voor alle mensen die tegen ongelijkheid vechten. Ik steun jullie.' Hij strijdt voor diversiteit en inclusiviteit, 'niet alleen voor kleur, ook voor vrouwen, seksualiteit, geloof, maakt niet uit … ' En neen, geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt te pleiten om Lukaku voortaan te doen afzien van zijn symbolische daad omdat die controversieel zou zijn. Integendeel. We hebben juist nood aan voortrekkers zoals hij!
Door het ontplooien van de regenboogvlag aan officiële gebouwen en het openlijk steunen van de lgbtq+-gemeenschap zouden de overheden aversie uitlokken en de sociale cohesie ondermijnen … Deze analyse van Slembrouck stemt niet overeen met die van Tom Balthazar, professor Gezondheidsrecht te Gent. Met de bedoeling een actief gelijkekansenbeleid te promoten, wil hij de aanwezigheid van holebi's precies zichtbaar maken. En in dit verband wijst hij expliciet naar een van de realisaties van de stad: het feit dat sinds 2003 op Roze Zaterdag de regenboogvlag wappert aan het Gentse stadhuis. Nooit heeft dit wapenfeit tot strubbelingen geleid. Mocht dit in de toekomst wel het geval zijn, is dat dan omdat het vaandel opeens een andere inhoud heeft gekregen? Of is het omdat we in een andere maatschappij zijn gaan leven?
Moeten wij vanaf nu terug in onze schulp kruipen en braaf in de pas gaan lopen? Mogen wij geen diversiteit meer tonen en dienen wij de illusie te wekken dat alle neuzen in dezelfde richting staan? Spiegelen wij ons aan het voorbeeld van de Verenigde Staten en aan de voorstanders aldaar op het recht op abortus – opteren wij ook om niks te doen? 'Als sie mich holten, gab es keinen mehr, der protestieren konnte.' Of niet soms, Martin Niemöller?
Ja, de regenboogvlag kan bij bepaalde mensen op weerstand stoten. Maar zij kent ook een keerzijde. Zij weet soms bijzonder warme gevoelens wakker te roepen. Wanneer ik bijvoorbeeld ergens in den vreemde door de straten wandel en vanaf een gebouw zwaait ze mij toe: je bent (hier) welkom.
In Florida werd onlangs de zogenaamde 'Don't say gay-wet' goedgekeurd, die het mogelijk maakt een school aan te klagen als die het onderwerp seksuele oriëntatie en genderdiversiteit bespreekt. Gelijkaardige initiatieven zitten ook in de pijplijn in andere staten van de VS. Sommigen menen hierin een gevolg van het regenboogactivisme te kunnen bespeuren. Dat is uiteraard niet het geval. Want viseren doet men net zozeer andere onderwerpen, zoals het verbieden van bepaalde boeken en publicaties in het onderwijs rond racisme, sociale achteruitstelling en dat soort dingen. Allemaal legislatieve stappen die uitgaan van de Republikeinen. In Guatemala gebeurde trouwens net hetzelfde, maar dat land zette wel onomwonden in de verf wat de onderliggende bedoeling was van de juridische stappen die het nam. Naast het verbod op voorlichting in scholen van andere seksuele geaardheden dan heteroseksualiteit, werd in één adem ook abortus aangepakt en het begrip familiezaken scherpgesteld. Want dit noemde de president nodig als tegenwicht tegen 'denkwijzen en praktijken die onverenigbaar zijn met de christelijke moraal'.
Begrijpelijk dat onze Vlaamse vorsers vaak teruggrijpen naar Angelsaksische studies. Toch dient men enige voorzichtigheid aan de dag te leggen met het extrapoleren van de bevindingen daarin. Wie het holebi-activisme als schuldige aanwijst voor de huidige 'Don't say gay-wet', gaat wel voorbij aan het feit dat hij een doorslag is van wat we in Groot-Brittannië al eens meemaakten onder Thatcher. L'histoire se répète: in 1988 dokterde zij Section 28 uit dat de 'promotie van homoseksualiteit' op straffe van wet verbood. (Zie hierover dit artikel.) Net als bij de Republikeinen in Amerika, lag het vooral in haar bedoeling hiermee stemmen te ronselen bij de behoudsgezinde, christelijke achterban. Bij de Moral Majority dus. En met succes! De Republikeinen zetten de Democraten een hak, Thatcher deed dat met Labour.
De regenboogkleuren blijken steeds meer weerstand op te roepen. Zo ook in Oost-Europa, wordt gesteld. Deze weerstand echter toeschrijven aan activisme lijkt me echt totaal van de pot gerukt. Werden gays in die landen dan soms ooit met iets anders dan tegenwerking geconfronteerd? In Rusland trouwens worden Gay Pride Parades door de stadsbesturen van Moskou en Sint-Petersburg doorgaans verboden …
Toen Boris Jeltsin er in 1993 voor zorgde dat homoseksualiteit niet langer als een misdaad werd bestempeld, stond deze wetswijziging natuurlijk niet gelijk met een plotse mentaliteitsverandering in de Russische samenleving. Homofobie bleef troef, niet alleen bij de brede lagen van de bevolking, maar ook bij de officiële instanties; de overheidsinstellingen traden gewoon niet op tegen agressie op gays of werkten de emancipatieorganisaties zelfs tegen. De conservatieven, gesteund door de orthodoxe Kerk, trachtten de klok terug te draaien, een opzet waarin ze in 2013 ten slotte geslaagd zijn met de controversiële antipropagandawet, een maatregel die in Poetins ogen de Russische jeugd beschermde tegen het ijveren voor niet-traditionele relaties.
Pas op 9 november 1989 viel de Berlijnse Muur. Amper dertig jaar kennen de Oost-Europese landen een min of meer democratisch bestel. Homorechten zullen niet direct hun eerste besognes geweest zijn, toch? En opvallend hoe ook in die landen de antihomoteneur altijd één cocktail vormt met als onlosmakelijke ingrediënten het inperken van het recht op abortus, de nadruk op gezin en kinderen, en het terugschroeven van de positie van de vrouw. Tegelijk kan het niemand ontgaan op welke gewelddadige manier de tegenstand in dit voormalige Oostblok telkens weer uitgaat van fascistoïde groeperingen.
In deel 5 verwijs ik naar de mistige religieuze structuren die achter heel dit ethisch reveil schuilgaan.
Kwintessens
Geboren in Antwerpen, verkaste naar de Limburgse kompels, om ten slotte als huisarts te werken in een volkse en multiculturele wijk te Gent, waar 86 nationaliteiten bij hem stonden ingeschreven. Hij publiceerde 'Kankeren. Een arts wordt patiënt' (Borgerhoff & Lamberigts) en 'Hoop. Broeders zonder liefde' (Ertsberg).
_Rudy Van Giel -
Meer van Rudy Van Giel

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws