Kwintessens
Geschreven door Patrick Haeck
  • 4547 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

16 juni 2022 Jehova’s Getuigen ontvingen een ‘license to kill people socially’
Op 7 juni 2022 sprak het Gentse Hof van Beroep de organisatie van Jehova’s Getuigen vrij van alle beschuldigingen die zo’n 15 burgerlijke partijstellingen tegen hen hadden ingebracht.
Jehova’s Getuigen brengen hun nieuwe en bestaande leden langzaam maar zeker in een sociaal isolement door het vieren van nagenoeg alle feesten te verbieden. Geen Kerstmis, geen Nieuwjaar, verjaardagen zijn verboden, Vaderdag, Moederdag, … alles wordt bestempeld als 'heidens’ en is bij deelname door één van de leden een reden tot uitsluiting uit de gemeenschap. Bij contacten met deze gemeenschap worden adepten onbewust maar doeltreffend gescheiden van hun familie en vrienden en vervolgens helemaal ingepalmd door deze gesloten gemeenschap. Uitsluiting gaat bij de Getuigen gepaard met het sociaal doodverklaren (shunning) van het uitgesloten lid. Zelfs 'Hallo’ tegen zo iemand zeggen staat al gelijk aan het 'teleurstellen van God’. De sociale doodverklaring wordt bestempeld als een weerspiegeling van 'loyaliteit aan Gods maatstaven’. Door de contactbreuk met de buitenwereld in combinatie met het sociale doodsoordeel door Jehova’s Getuigen komt een ex-lid na de uitsluiting helemaal alleen te staan, door iedereen verstoten. Dit leidt in alle gevallen tot een loodzware depressie, heel vaak tot zelfmoordneigingen en niet zelden tot een geslaagde wanhoopsdaad.
Gedoopte tieners die de regels overtreden worden niet zelden en genadeloos door hun ouders uit huis gezet. Tenzij ze terugkeren en zich conformeren, worden ze voor de rest van hun verdere leven verbannen. Als tieners worden uitgesloten is dit bijna in alle gevallen vanwege het hebben van seks voor het huwelijk, homoseksualiteit of wegens roken. Ook wanneer er later kleinkinderen komen weigeren de 'loyale Getuigen’-ouders om hun kleinkinderen te zien, laat staan een band met hen op te bouwen, om zodoende elk contact met de 'afvallige’ kinderen te vermijden.
Vanwege het taalgebruik dat de Getuigen hierbij hanteren, spande ik als ex-lid een strafrechtszaak in tegen het uitsluitingsbeleid van de organisatie in België. De klacht omvat de beschuldiging van haat en het aanzetten daartoe, van discriminatie en het aanzetten ertoe. Waarom?
Jehova’s Getuigen aarzelen niet om leden die werden uitgesloten of die zich terugtrokken uit de organisatie te bestempelen als geestelijk ziek, honden die zijn teruggekeerd tot het opeten van hun eigen uitbraaksel, onverbeterlijke goddelozen en zelfs 'ongedierte’ dat in Armageddon moet worden 'uitgeroeid’.
Leden worden verder onder druk gezet om alle contact met uitgeslotenen, zelfs familieleden, te vermijden door uitspraken zoals 'dat uitgeslotenen de doodstraf verdienen – hoewel die niet meteen door God wordt uitgevoerd. Ouders moeten vervolgens tonen dat ze Gods zienswijze delen door niet te zoeken naar excuses om omgang te hebben met gezinsleden die niet meer in hetzelfde huis wonen’.
Begin 2021 werd de organisatie in eerste aanleg veroordeeld tot het betalen van een boete van € 96.000 en werd duidelijk gesteld dat de aanklacht over de volle lijn gegrond was. In hoger beroep veegde de rechter alles van tafel als 'ongegrond’. Er zou niet bewezen zijn dat leden bij Jehova’s Getuigen onder druk werden gezet en vooral uit vrije wil de shunning zouden toepassen. Uitsluiting en shunning zouden vervat zijn in het EVRM, uitspraken in de publicaties van de Getuigen zouden uit hun context zijn gerukt en verkeerd uitgelegd, de Getuigen zouden onvoldoende gehoord zijn door het parket tijdens het gerechtelijk onderzoek, …
Wat zou mogelijk één reden kunnen zijn om cassatieberoep aan te tekenen? De beroepsrechter verwijst in zijn vonnis herhaaldelijk naar de toepassing van Art. 9 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). Het is waar dat er behoorlijk wat meningsverschillen zijn over de toepassing van 'vrijheid van religie’. Professor Laura Hoyana, die doceert aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Oxford, maakt duidelijk dat het EVRM is wat het is. Het handelt over de rechten van de mens en niet van een organisatie, staat of vereniging. De mens primeert hierin, zoals ook bedoeld was door de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM). Net zoals vele andere religieuze minderheden met sektarische kenmerken, claimen ook Jehova’s Getuigen 'vrijheid van religie’ met het doel hun leden, en bij uitbreiding ook hun ex-leden, van die vrijheid van religie te beroven. Zij overtreden hierbij telkens artikel 30 van de UVRM, de Verklaring waarop het EVRM verklaart gebaseerd te zijn! De Getuigen claimen 'vrijheid van religie als een vereniging van natuurlijke personen’. Hiermee kunnen zij hun leden voor de verschrikkelijke keuze stellen om of weg te gaan van de organisatie en voor eeuwig gescheiden te worden van familie en vrienden, of te kiezen voor familie en vrienden en daarmee zichzelf en een nieuwe levensbeschouwing te verloochenen. Artikel 30 van de UVRM lijkt juist bedoeld om het onderscheid te maken tussen de rechten van de mens en de rechten van een staat of vereniging.
Samen met de betrokken advocaten wordt het vonnis nu bekeken om te zien of er een solide basis bestaat om cassatieberoep aan te tekenen. In elk geval beschikken Jehova’s Getuigen vandaag over een 'license to kill people socially’.
De ouders van Patrick Haeck werden in 1972 Jehova’s Getuigen. Patrick was toen 8 jaar oud. Zijn ouders waren in de ban van de belofte van 'eeuwig leven op een paradijs’ en 'de nabijheid van Armageddon’. Patrick werd als 15-jarige gedoopt en werd een ijverige Getuige. Hij beoogde een opleiding als burgerlijk ingenieur maar zwichtte voor de mentale manipulatie van Jehova’s Getuigen die hoger onderwijs stigmatiseren. Hij werd een zogenaamde 'volle-tijdprediker’ die maandelijks 90 uren van deur tot deur ging. In 1983 kreeg hij een militaire gevangenisstraf van 24 maanden omdat hij als Jehova’s Getuige weigerde militaire bevelen op te volgen. Kort na zijn gevangenistijd werd hij als jonge twintiger aangesteld als 'ouderling’. Het zou duren tot hij geconfronteerd werd met dubieuze geldstromen, het beschermen van pedoseksuelen tegen justitie, het ontdekken van leugens in de doctrines van Jehova’s Getuigen om zijn geloof aan het wankelen te brengen en in 2010 alle activiteiten als Getuige stop te zetten. Eind 2011 werd hij uitgesloten omwille van geloofsafval en trok hij naar de media met zijn verhaal. Al snel volgden er ontmoetingen met advocaten die zagen wat hij zag: shunning, iemand sociaal doodverklaren, is een misdaad.
Kwintessens
-
_Patrick Haeck -
Meer van Patrick Haeck

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws