Kwintessens
Geschreven door Kristel Beyens
  • 3822 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

22 april 2022 Meer gevangenissen of minder gevangenen?
De beklijvende reportage van Dirk Leestmans op Terzake van vrijdag 1 april bracht het schrijnende probleem van de overbevolking in de Belgische gevangenissen nogmaals onder de aandacht. En neen, het was geen misplaatste aprilgrap.
En neen, de beelden van'grondslapers’, opeengepakte mensen in veel te kleine, slecht verluchte cellen, die daar 22 op 24 uur verblijven, waren niet geschoten ergens in een onderontwikkeld land, maar in de gevangenis van Gent. De gedetineerden en de personeelsleden die aan het woord kwamen sloegen nagels met koppen. En ja, we hebben 'brave’ gedetineerden, die amper protesteren over het feit dat ze hun straf of hun voorhechtenis onder dergelijke mensonwaardige omstandigheden moeten ondergaan. Dit vertelde een gevangenisdirecteur me reeds 33 jaar geleden toen ik samen met mijn collega Sonja Snacken in het kader van een onderzoek naar de overbevolking verschillende gevangenissen bezocht in Vlaanderen, Wallonië en Brussel. We publiceerden hier in 1993 een boek over met de weinig aan de verbeelding overlatende titel: 'Barstende muren’. Toen al dus …. Regionaal directeur Jo Demuynck, die uitgenodigd was in de Terzake-studio om te reageren op de reportage, erkende het probleem. Hij wees erop dat de overbevolking vooral het grootst is in de arresthuizen, omdat zij hun deuren niet kunnen sluiten voor mensen die in voorhechtenis worden geplaatst door de onderzoeksrechter. Deze toestanden zijn ook dagelijkse kost in andere arresthuizen, zoals bijvoorbeeld Antwerpen of Sint-Gillis, terwijl de strafhuizen, waar de veroordeelden worden geplaatst, de overbevolking onder controle kunnen houden. Dit illustreert dat de overbevolkingsproblematiek een selectief probleem is, en het resultaat van keuzes van beslissers in de strafrechtelijke keten en, niet te vergeten, het resultaat van politieke keuzes. Jo Demuynck onderstreepte dat de gevangenisbevolking een zeer complex probleem is. En hij heeft gelijk. Dit kunnen we niet oplossen met één ingreep hier of daar.
Het valt niet te ontkennen dat er in het verleden heel wat pistes zijn uitgeprobeerd. Toch stijgt de gevangenispopulatie sinds de jaren negentig van de vorige eeuw haast onafgebroken en krijgt men de overbevolking niet onder controle, ondanks de inspanningen en de regelmatige berispingen van ons land door de Raad van Europa.
De genomen maatregelen zijn grofweg onder te brengen in twee vormen van beleid. Het zogenaamde expansionistische beleid vertrekt van de vaststelling dat er te weinig gevangeniscapaciteit is voor het aantal gedetineerden, en dat er dus gevangenissen moeten worden bijgebouwd. Hier is de laatste jaren heel sterk op ingezet, zowel om uitgeleefde gevangenissen te vervangen, wat absoluut noodzakelijk is, maar ook om bijkomende capaciteit te creëren. In het recente verleden zijn er nieuwe gevangenissen gebouwd in Marche en Famenne (2013), Beveren (2014), Leuze en Hainaut (2014). Daarnaast staat er een hele rits nieuwe gevangenissen in de steigers: Haren (Brussel, 2022) Dendermonde (2022), Antwerpen (2025), Leopoldsburg (2026), Vresse-sur-Semois (2026) en Verviers (2028). Naast vervangcapaciteit van bestaande oude gevangenissen moeten deze nieuwe te openen gevangenissen borg staan voor een structurele uitbreiding met 732 extra plaatsen. Minister van Quickenborne kondigt daarenboven de opening van het eerste detentiehuis in Kortrijk aan in juni van dit jaar, waar 60 gedetineerden kunnen worden gehuisvest. Dit wordt de eerste in een reeks van 15 toekomstig te openen detentiehuizen, die goed zouden moeten zijn voor 720 extra plaatsen, weliswaar om gevangenisstraffen tot en met drie jaar uit te voeren, die vandaag vooral onder elektronisch toezicht worden uitgevoerd.
Op 11 maart 2022 telde België 9544 gevangenisplaatsen voor een gevangenisbevolking van 11.036. En de teller van het aantal gedetineerden loopt nog dagelijks op. Een onhoudbare situatie dus en laat ons niet vergeten dat het bijbouwen van extra capaciteit een zeer moeizaam en vooral duur proces is. Dus op korte termijn moeten er oplossingen gezocht worden. Een creatieve oplossing heeft men in het verleden gezocht door gedurende een aantal jaren om en bij de 600 Belgische gedetineerden te verkassen naar de penitentiaire inrichting van Tilburg in Nederland. Dichter bij huis zijn twee forensisch psychiatrische centra gebouwd waar geïnterneerden terecht kunnen (en die ondertussen ook vol zitten) en heeft het creëren van 'virtuele’ gevangeniscapaciteit door middel van elektronisch toezicht voor enig soelaas gezorgd.
Echter, een andere en duurzamere manier om naar de overbevolkingsproblematiek te kijken, is door ervan uit te gaan dat er te veel gedetineerden zijn. Een zogenaamd reductionistisch beleid probeert de instroom en detentieduur onder controle te krijgen. En dan komen de magistraten in het vizier, want zij zijn de bevoorraders van de gevangenissen. De onderzoeksrechters en onderzoeksgerechten beslissen of en hoe lang iemand vast blijft zitten onder voorlopige hechtenis, de vonnisrechters en assisenjury’s bepalen wie voor hoe lang naar de gevangenis moet als straf of dat iemand wordt geïnterneerd. De strafuitvoeringsrechtbank beslist wanneer iemand met een gevangenisstraf van meer dan drie jaar vrijkomt en vanaf september 2022 zullen de strafuitvoeringsrechters beslissen over de uitvoering en vrijlating van de gestraften tot en met drie jaar. En daar knelt het schoentje, want magistraten beslissen onafhankelijk, zonder rekening te (moeten) houden met de vraag of er ruimte beschikbaar is om mensen op een menswaardige manier op te sluiten. Ik sluit me daarom graag aan bij de recente oproep van de Centrale Toezichtraad aan magistraten en parlementairen om in de gevangenissen te komen kennismaken met de penibele leefomstandigheden aldaar. Het schoentje knelt ook bij de wetgever. Magistraten beslissen onafhankelijk, maar binnen een wetgevend kader dat hen de mogelijkheid biedt, en blijft bieden, om gebruik te maken van de vrijheidsberoving. Er zijn in het verleden al mislukte pogingen geweest om het strafwetboek te herschrijven, maar de politieke wil en moed om de gevangenisdeuren dicht te houden voor een aantal categorieën misdrijven of om de strafmaten te verkorten, ontbreekt voorlopig. En daar zit de andere knoop. De gevangenisstraf blijkt nog steeds de enige 'echte’ straf te zijn die kan tegemoet komen aan een strafbehoefte in de samenleving, bij de magistraten, en ook bij de politici. De gevangenisstraf als ultimum remedium, of laatste middel, is een mantra dat inhoudsloos wordt in een context waarin er vanuit het beleid vooral gefocust wordt op het belang van de gevangenisstraf. Het uitvoeren van alle gevangenisstraffen, zoals wordt nagestreefd in het kader van een geloofwaardige bestraffing, leidt tot steeds meer nood aan gevangeniscapaciteit indien er niet ingegrepen wordt op de strafduur en instroom, en belemmert een duurzaam, reductionistisch beleid.
Zolang de neuzen niet allemaal in de richting staan van spaarzaam omgaan met de vrijheidsberoving en van voorrang geven aan én investeren in andere straffen, zitten we dus met een slecht businessplan. De vele euro’s die vandaag en morgen worden geïnvesteerd in de gevangenisnieuwbouw zullen alleen om méér investering vragen. Denk maar aan al het bijkomende gevangenispersoneel dat moet worden ingezet om die cellen open te houden. Is dit de juiste keuze?
De reductionistische piste impliceert immers dat we over het muurtje van de gevangenissen moeten kijken, en de blik richten op de straffen in de gemeenschap, die onder de verantwoordelijkheid vallen van Minister Zuhal Demir en haar Agentschap Justitie en Handhaving. Er zijn in het verleden alternatieven gecreëerd, zoals de vrijheid onder voorwaarden, probatie, werkstraf, elektronisch toezicht en het alcoholslot. Ze worden ook toegepast, maar ook daar stellen we vast dat het systeem dichtslibt.
Daarom moeten we dringend de vraag stellen of we wel zo goed bezig zijn en of we de schaarse middelen niet beter en gerichter moeten inzetten. Want de gevangenisstraf, zeker zoals ze vandaag wordt uitgevoerd in België, is niet het meest effectieve middel om het criminaliteitsprobleem op te lossen. Integendeel, de gevangenissen zijn vergaarbakken van problemen waarop onze samenleving vandaag geen antwoord heeft. Het is dan iets te gemakkelijk om mensen achter de deur te zetten en ze opeen te stapelen. Naast penibele materiële omstandigheden hakt de overbevolking ook in op het psychologische welzijn van gedetineerden, die vaak omwille van een problematische situatie, zoals psychiatrische problemen of druggebruik, in de gevangenis terecht komen, en daar nog meer schade oplopen. Deze problemen lossen zich niet zo maar op, daar is medische en psychologische ondersteuning voor nodig, die ook al te vaak ontbreekt. Uit een rapport van de Raad van Europa blijkt dat het aantal zelfdodingen in de Belgische gevangenissen tot drie keer hoger is dan in andere Europese gevangenissen. Het rapport reikt zelf geen verklaringen aan, maar gevangenisdirecteur Chris De Vidts linkt dit o.a. aan de structurele overbevolking. Onderzoek van Louis Favril (UGent) leert dat gedetineerden in België viermaal meer kans hebben om suïcide te overwegen en suïcidaal gedrag te stellen dan volwassenen in de algemene populatie. In zijn multifactoriële verklaring spelen ook de ontberingen die eigen zijn aan de gesloten context van detentie, en die versterkt worden door de overbevolking, een rol.
Dus ja, een eenvoudige oplossing voor het maatschappelijke probleem dat criminaliteit is, bestaat niet. Een geïntegreerde en duurzame aanpak, waar verschillende departementen mee aan tafel zitten, vergt een beleid, samenwerking, visie en moed die durven ingaan tegen de roep om meer en langere gevangenisstraffen, die amper een probleemoplossend vermogen hebben. De oplossing zal voor een groot deel buiten de gevangenis moeten worden gezocht.
(Tekst oorspronkelijk gepubliceerd in de Morgen, 7 april 2022. Overgenomen met toestemming van de auteur.)
Kwintessens
Kristel Beyens is professor penologie aan de vakgroep Criminologie en is verbonden aan de onderzoeksgroep Crime & Society (CRiS) van de Vrije Universiteit Brussel.
_Kristel Beyens Professor penologie VUB
Meer van Kristel Beyens

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws