Kwintessens
Geschreven door Fons Mariën
  • 4636 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

28 maart 2022 Waarom Gloria Wekker geen prijs verdient
Afgelopen woensdag 23 maart 2022 kreeg de Nederlands-Surinaamse Gloria Wekker de Amnesty International Leerstoel van de Universiteit Gent. Ze kreeg deze prijs vanwege 'haar baanbrekende werk op het gebied van gender, seksualiteit, racisme, feminisme en kruispuntdenken'. Het is de 13de keer dat de Amnesty International Leerstoel wordt toegekend aan een persoon die een bijzondere bijdrage levert aan de mensenrechten wereldwijd. Gloria Wekker is emeritus hoogleraar Gender en Etniciteit aan de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht. In 2017 verscheen haar boek 'Witte onschuld' over racisme in Nederland. In deze bijdrage leg ik uit waarom Gloria Wekker deze prijs niet verdient en waarom deze toekenning tevens een smet is op het blazoen van Amnesty International.
Ik heb haar boek Witte onschuld gelezen. In het kader van mijn lectuur ter voorbereiding van mijn boek Ik ben geen witte man. Over racisme en woke-activisme (ASP, 2022) heb ik immers verschillende boeken van (woke-)activisten gelezen. Gloria Wekker heeft een academische titel en is dus op het eerste gezicht geen activiste. Toch valt me op dat haar boek meer activistisch dan academisch is. Dat kadert in de algemene postmoderne trend om de kloof tussen academia en activisme te versmallen. Helen Pluckrose en James Lindsay tonen dat duidelijk aan in hun boek Cynical Theories (2020), waarin ze de postmoderne wortels van het woke-gedachtegoed nauwgezet onderzoeken. Welnu, het boek van Gloria Wekker dobbert als een bootje op de golven van dat woke-gedachtegoed.
Er wordt vaak verwezen naar dat boek Witte onschuld. Niet alleen door deze activisten, ook auteurs zoals Rik Pinxten en recent nog Joris Luyendijk verwijzen naar haar werk. Het is een vertaling van haar boek White Innocence: Paradoxes of Colonialism and Race dat in 2016 in de VS werd uitgegeven. Volgens Gloria Wekker beschouwen 'witte' Nederlanders zich als onschuldig (vanuit raciaal oogpunt), als de ongemarkeerde norm. Ze betrekt er de geschiedenis van imperialisme en kolonialisme bij en meent dat die geschiedenis nog steeds sporen achterlaat in wat ze 'het culturele archief' (verwijzend naar het begrip van Edward Said) van de Nederlanders noemt.
Centraal in Wekkers onderzoek staat wat zij een paradox noemt tussen enerzijds 'de passie, kracht en zelfs agressie die ras, in zijn intersecties met gender, seksualiteit en klasse, onder de witte bevolking oproept' en anderzijds 'de reacties van ontkenning, loochening en ontwijking die hoogtij vieren'. Gloria Wekker betoogt in haar werk dat dit koloniale verleden racistisch was en nog voortleeft in het huidige zelfbeeld, terwijl de 'witte Nederlander' dit ontkent. Gloria Wekker meent integendeel overal een structureel racisme te zien als gevolg van een koloniaal en racistisch verleden. Ook wil zij met haar boek die 'witte Nederlander' (de man nog meer dan de vrouw, denk ik) bewustmaken van zijn geprivilegieerde positie in de samenleving.
Gloria Wekkers boek wordt echter gekenmerkt door veel subjectiviteit (waaronder persoonlijke ervaringen), veralgemeningen en veel anekdotisch 'bewijs'. Nergens doet de auteur een ernstige poging om via een ruimere enquête of cijfermatige analyse te onderzoeken of en in hoeverre structureel racisme bestaat. Neen, ze vertrekt van subjectieve ervaringen en ziet in enkele van zulke voorvallen een bewijs van structureel racisme. Maar hoe grondig of degelijk is haar analyse? Over haar onderzoeksmethode schrijft ze in de inleiding van haar boek: 'In methodologische zin hanteer ik wat Judith Halberstam (1998) een voddenrapersmethodologie heeft genoemd, waarbij ik gebruikmaak van inzichten uit de gender- en seksualiteitsstudies, de discursieve en narratieve analyse, de post- en dekoloniale theorie en  de psychologie'. Welke 'vodden' raapt ze zoal? Ze verduidelijkt meteen: 'Ik werk met interviews, kijk naar de televisie en lees romans, ik analyseer e-mailcorrespondentie, mijn eigen ervaringen en die van anderen, organisatiestructuren, ik herlees historische teksten, en doe op diverse manieren aan close reading, om uiteindelijk – door al die lijntjes bij elkaar te brengen – in staat te zijn een beeld te schetsen van het culturele archief, het dominante witte zelf en zijn representatie'. Is dat de methode van een academica? Deze 'voddenrapersmethodologie' zet de deur wagenwijd open voor subjectiviteit en al dan niet bewust ideologisch denken. Ik kan evengoed zeggen dat ze de 'vodden' raapt die in haar kraam (betoog) passen en dat ze andere 'vodden' laat liggen. Dat persoonlijke ervaringen per definitie subjectief zijn, toont de zwakheid (op wetenschappelijk vlak) van haar onderzoek aan. Ze kunnen illustratief zijn, maar men kan er geen algemene conclusies uit afleiden. Haar 'methode' past in de postmoderne benadering die subjectieve narratieven evenwaardig vindt aan degelijke, objectieve onderzoeksmethoden. Het is allemaal maar een constructie , nietwaar? Waarom zou wetenschap ernstiger te nemen zijn dan subjectieve verhalen, zo beweert het postmodernisme. Als academica heeft Gloria Wekker een zeker wetenschappelijk gezag, maar uit haar boek blijkt dat we daar vragen kunnen bij stellen.
Gloria Wekker hanteert begrippen als 'intersectionaliteit' (kruispuntdenken), 'wit privilege' en 'witte Nederlander', wat aanduidt dat ze gepokt en gemazeld is in het woke-denken. Welnu, is woke geen stap vooruit in de strijd tegen racisme en voor mensenrechten? Kijk eens naar de volgende eenvoudige redenering. Racisme is slecht. Dus: racisme bestrijden is goed. Woke bestrijdt racisme. Dus: woke is goed. Op het eerste gezicht is hier geen speld tussen te krijgen. Maar de adder onder het gras ligt in de zinsnede 'woke bestrijdt racisme'. Woke beweert dat. Maar is dat zo? Hoe bestrijdt woke racisme? Op een doeltreffende manier? Laten we even terugkeren naar mijn boek hierover. De aanleiding was een interview met activiste Sabrine Ingabire in de weekendbijlage van De Morgen (25/07/2020). Deze journaliste en activiste van Rwandese afkomst zegt in het interview onder meer: 'Kijk, alle witte mensen zijn racistisch. (…) Dat is gewoon zo. Jullie maken deel uit en profiteren van een wit systeem.' Deze ongenuanceerde mening shockeerde mij. Zo steekt zij (als voorbeeld van woke) zowel Conner Rouseau of Peter Mertens als Dries Van Langenhove en Filip De Winter in dezelfde 'witte racistische zak'.  Is dat links, kunnen we daarmee verder? Levert dat een werkbare methode op om racisme te bestuderen en te bestrijden? Wat wordt bedoeld met 'een wit (racistisch) systeem'? Het Zuid-Afrikaanse apartheidssysteem was een duidelijk voorbeeld van een racistisch systeem, waar blanken een privilege hadden. Maar geldt dat ook hier en nu, voor ons land? Met een begrip als 'wit privilege' steekt woke een blanke CEO en een blanke ongeschoolde arbeider in dezelfde zak. Brengt ons dat dichter bij een werkbare analyse van de machtsverhoudingen in de maatschappij? Lost dat iets op? Woke maakt zich op deze wijze schuldig aan een racisme-nieuwe-stijl, waarbij de 'witte man' ongeacht zijn acties of standpunten schuldig is. De 'witte man' draagt immers onvermijdelijk de schuld van een fout verleden met zich, als ware het een nieuwe erfzonde. Lees Schuldig over de hele lijn. Hoe de witte man de ideale zondebok werd (2021) van de Franse denker Pascal Bruckner er maar op na.
Mijn onderzoek in het land van het woke-activisme heeft me doen beseffen dat dit een doodlopende straatje is en dat we dit denken moeten uitdagen. Omdat Gloria Wekker zwemt in dit postmoderne woke-denken, omdat haar werk op generlei wijze ernstig te nemen is, ben ik van mening dat ze deze Amnesty International Leerstoel van de Universiteit Gent geenszins verdient.
Kwintessens
Fons Mariën is auteur van 'Ik ben geen witte man. Over racisme en woke-activisme', uitgave in de reeks Kwintessens-cahiers.
_Fons Mariën Auteur
Meer van Fons Mariën

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws