Kwintessens
Geschreven door Nele Strynckx
  • 5209 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

28 januari 2022 Richard Dawkins: transfoob of misbegrepen?
Onlangs deelde ik op sociale media een tekst van evolutiebioloog Richard Dawkins: 'Race Is a Spectrum. Sex Is Pretty Damn Binary'. Ik vind dat hij daarin een aantal complexe thema's op een heldere manier uitlegt, een vaardigheid die ik bewonder. Ik kreeg daarop de vraag waarom ik deze tekst heb gedeeld. Dawkins zou dingen schrijven die anderen vaak in een transfobisch discours gebruiken en zo een politiek draagvlak voor transfobie genereren.
_Polarisering van de discussie
Toegegeven, de titel kan provocerend klinken, maar het is initieel niet Dawkins die hem heeft bedacht. Hij schrijft: 'The Sunday Times condensed my words into the headline that I have adopted for this piece'.
De journalist vatte zijn uitleg zo samen en Dawkins nam de titel over voor zijn eigen stuk. Je kan uiteraard betwisten of dit de beste keuze was, maar we kunnen alleen maar gissen naar zijn motivatie daarvoor. Bij twijfel over iemands bedoelingen, kan je beter uitgaan van het 'benign intent'-principe. Veronderstel dus eerder dat iemand niet de bedoeling had te kwetsen of te beledigen. Vul de onzekerheid van je interpretatie niet in met 'malign intent'. Dat leidt heel snel tot polarisatie en staat een goed debat in de weg.
Dawkins ligt onder vuur bij (een deel van de) mensen die betrokken zijn bij de LGBTQIA+-gemeenschap. Omwille van een tweet waarin hij mensen vraagt te discussiëren over het concept 'zich identificeren als', nam de American Humanist Association hem zelfs de in 1996 toegekende Humanist of the Year Award af. Dawkins zegt over die bewuste tweet: 'Inviting discussion of a question is not the same as taking a position on the answer'.
Sommigen gebruiken de uitdrukking 'Just asking questions … ' jammer genoeg soms om weg te komen met om het even welke aanval op andere personen, maar ik verdenk Dawkins niet van villein gebruik van deze techniek, dus nogmaals: 'benign intent'.
Het zou natuurlijk kunnen dat ík degene ben die zijn tekst verkeerd interpreteert, misschien zit ik ergens uit onwetendheid of ongevoeligheid met een blinde vlek? Ik behoor immers niet tot een etnische minderheid en ben geen transpersoon, maar ik probeer toch even uit te leggen waarom ik het een goede tekst vind.
_Binariteit en glijdende schaal
Wat bedoelt Dawkins met zijn titel? Hij schrijft: 'Race is very much a spectrum. Most African-Americans are mixed race, so there really is a spectrum. Somebody who looks white may even call themselves black'.
Kijk je naar de kinderen van een zwarte man en een witte vrouw, dan zijn die niet ofwel wit, ofwel zwart, maar is hun huidskleur een mix van beide, waarbij zelfs niet elk kind noodzakelijk dezelfde tint heeft. Vandaar: race is a spectrum.
Ik veronderstel dat Dawkins met 'race' 'huidskleur' bedoelt, aangezien er tegenwoordig maar één ras, één mensensoort is, de Homo sapiens. Binnen dat spectrum van huidskleur kan iemand met Afrikaanse roots zichzelf als zwart identificeren, ook als die 'zwarte genen' enkel met genoomanalyse zichtbaar zijn.
Over de binariteit van sekse stelt hij: 'When a female and a male mate, each offspring is either female or male, extremely seldom a hermaphrodite or intersex of any kind'.
De kinderen van een man en een vrouw zijn dus niet 'half man', 'half vrouw', maar biologisch duidelijk ofwel een jongen, ofwel een meisje (of in héél uitzonderlijke gevallen intersekse). Bijna alle baby's hebben ofwel XX- ofwel XY-chromosomen, met eenduidige fysieke geslachtskenmerken. Vandaar de keuze voor de omschrijving 'héél sterk binair'. Zelfs op de site van Genderklik, waar expert in de materie Piet Hoebeke uitleg geeft, staat 'De mens kent twee typische geslachten, mannelijk en vrouwelijk. De reden voor deze tweedeling is de voortplanting'. En nog: 'Gemiddeld echter zien we twee grote categorieën verschijnen, mannen en vrouwen, en, ertussenin, personen met intersekse. Het onderscheid laat zich merken door de lichaamsbouw en door de geslachtskenmerken die verschillen, waardoor het typisch beeld van een man en een vrouw ontstaat. Bij intersekse gaat het om een mengvorm, met daarbinnen een grote variatie'.
Zo situeert intersekse zich biologisch wél op een spectrum, maar bij niet-intersekse personen blijven de biologische verschillen binair, al varieert bijvoorbeeld de omvang en het uitzicht van de geslachtsdelen wel.
Over alle andere elementen van seksuele identiteit, zoals genderidentiteit, genderexpressie of seksuele voorkeur, heeft Dawkins nooit ergens beweerd dat déze binair zouden zijn.
_Gevoelige data
Dat 'gender' en 'sekse' niet hetzelfde zijn, is ook voor Dawkins vanzelfsprekend. Dat geeft hij ook aan wanneer hij het heeft over James Morris die Jan Morris werd: 'Her explanation (…) is eloquent and moving. It rings agonizingly true and earns our deep sympathy. We rightly address her with feminine pronouns, and treat her as a woman in social interactions. We should do the same with others in her situation, honest and decent people who have wrestled all their lives with the distressing condition known as gender dysphoria.'
Na deze woorden Dawkins van transfobie verdenken, wordt toch lastig.
Dat sommige wetenschappelijke vaststellingen door transfoben misbruikt worden, kan je hém moeilijk verwijten. Gegevens uit degelijk wetenschappelijk onderzoek niet publiceren omdat iemand ze verkeerd zou kunnen toepassen, lijkt mij niet wenselijk.
Wanneer Dawkins wijst op objectief vast te stellen biologische verschillen tussen transvrouwen en niet-transvrouwen en hoe deze verschillen in bepaalde omstandigheden als problematisch kunnen worden ervaren, vinden sommigen dit transfoob. Het verhaal van de atlete Lia Thomas is daarvan een voorbeeld. Zij was drie jaar lid van het mannenzwemteam van haar universiteit. Na twee jaar hormonentherapie zwemt ze nu voor het vrouwelijke team. Biologisch gezien heeft ze de lichaamsbouw van een man: gemiddeld groter, meer spiermassa, grotere hartspier, grotere spanwijdte van de armen … Ze verpulvert alle schoolrecords van haar universiteit en wint alle wedstrijden. Haar collega's in de competitie vinden het oneerlijke concurrentie. Dit argument is voor sommigen transfoob. Ik vond tot nu toe geen discussie over het omgekeerde fenomeen: biologisch mannelijke atleten die klagen dat een transgender man voor hen oneerlijke concurrentie is. Als het écht om transfobie zou gaan, dan zouden biologische mannen evenveel als biologische vrouwen protesteren tegen deelname van een transpersoon in hun competitie, misschien zelfs nog méér. Ik baseer me daarvoor op conclusies uit een studie van de National Library of Medicine en een onderzoek van Norton & Herek waarin wordt aangetoond dat mannen negatiever staan tegenover transgender personen, homoseksuelen enzovoort. Hoewel transfobie dus meer voorkomt bij mannen, merken we bij hen toch minder tegenkanting tegenover transatleten dan in de vrouwensport. Het lijkt dus echt eerder over een oneerlijkheidsgevoel omtrent de fysieke mogelijkheden te gaan. Een gelijkaardige discussie zien we trouwens als het gaat over atleten met een handicap die in de atletiek gebruik maken van zogenaamde blades. Ook daar lijkt het protest niet ingegeven door haat tegen mensen met een handicap.
_Dilemm'’s rond inclusie
Het dilemma tussen 'eerlijke kansen' en 'inclusie van transgender atleten' is niet eenvoudig. Welke belangen wegen meer door en hoe kunnen we dat het best bepalen? Als in een zwemfinale acht vrouwelijke deelnemers zijn, waarvan één transgender vrouw, dan voelen mogelijk zeven deelnemers zich benadeeld. Mag de transgender atleet niet deelnemen, dan voelt één deelnemer zich benadeeld. Je kan ook argumenteren dat het leed, veroorzaakt door de benadeling, groter is bij de transgender persoon, omdat zij zich in haar hele identiteit en haar hele 'zijn' gediscrimineerd en afgewezen voelt.
Wanneer het om uitzonderlijke situaties gaat, is het misschien beter om geval per geval te bekijken in plaats van uit te gaan van een algemene regel.
Ook inclusiviteit botst soms op grenzen. Het spreekt voor zich dat personen met een handicap zoveel als mogelijk een plaats moeten krijgen in het reguliere arbeidscircuit, maar iemand die blind is, kan bijvoorbeeld geen buschauffeur zijn.
Ik besef zeer goed dat spectaculaire verhalen als dat van Lia Thomas of waar een transvrouw een medegevange zou verkracht hebben, kunnen misbruikt worden om de rechten van transpersonen op elk maatschappelijk domein te fnuiken en dat mogen we uiteraard niet toestaan.
Toch denk ik dat het best mogelijk is om kritisch of terughoudend te zijn tegenover bepaalde zeer specifieke situaties en tegelijk op te komen voor de rechten van transpersonen in het algemeen. De kwestie is niet zo binair als ze soms lijkt.
Kwintessens
Nele Strynckx is leerkracht gedragswetenschappen, cultuurwetenschappen, filosofie en onderzoekscompetenties in het GO! atheneum Ieper.
_Nele Strynckx -
Meer van Nele Strynckx

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws