Kwintessens
Geschreven door Stefaan Blancke
  • 8874 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

18 oktober 2018 De ruimte der redenen
In 1644, in woelige tijden van burgeroorlog en godsdienstfanatisme, hield de Engelse dichter John Milton een moedig pleidooi voor algemene persvrijheid.
Daarin schreef hij: "Wanneer mensen iets willen leren kennen, dan moeten ze noodzakelijkerwijze uitgebreid argumenteren, schrijven en hun mening uiten; want de mening van oprechte mensen is kennis in wording". Met dit citaat is Milton iets op het spoor dat ook andere denkers hebben opgemerkt, namelijk dat wanneer je mensen onderling vrij en vrank laat argumenteren over een bepaald probleem, dat er dan vaak goede oplossingen uit de bus komen. Ook Socrates en Plato bijvoorbeeld zagen reeds in dat onderling redeneren in de vorm van een dialoog tot kennis leidt. Jürgen Habermas spreekt over "communicatieve rationaliteit". Maar hoe komt dat het uitwisselen van redenen zo belangrijk is? Komen we niet op eigen houtje tot wat de Franse filosoof René Descartes omschreef als "heldere en duidelijk onderscheiden" en dus rationele ideeën omtrent de werkelijkheid, ethiek, politiek, enz.? Is redeneren dan geen individuele aangelegenheid, waarbij we ons eigen vaak intuïtieve en emotionele denken op rationale wijze bijsturen zoals recent psychologisch onderzoek aantoont?
Een nieuwe theorie van het redeneren, ontwikkeld door de cognitieve wetenschappers Hugo Mercier en Dan Sperber in hun boek The enigma of reason, suggereert dat redeneren helemaal niet evolutionair ontwikkeld is om tot superieure kennis te komen of onze eigen kennis of gedrag te corrigeren. Volgens deze auteurs moet je het ontstaan van het redeneren zien binnen een sociale context. We geven redenen om andere mensen van ons gelijk te overtuigen of om onszelf, onze ideeën en ons gedrag te rechtvaardigen ten overstaan van anderen. Dit betekent dat onze redenen, vanuit evolutionair perspectief, niet noodzakelijk goed moeten zijn, maar enkel efficiënt. Ze moeten onze eigen zaak dienen en als dat lukt op basis van simpele argumenten, waarom dan nog verder zoeken naar betere, maar complexere? Ons redeneren is dan ook lui en bevooroordeeld. Hoe komen we dan door te redeneren tot betere kennis? Hebben sofisten, retorici en advocaten het dan bij het juiste eind dat redeneren niet dient om gelijk te hebben, maar om je gelijk te halen?
Tot dusver lijkt het zo, maar gelukkig is er nog een andere factor in het spel, namelijk diegenen voor wie de redenen bedoeld zijn. We laten ons niet zomaar overtuigen door anderen, want anders lopen we een enorm risico op desinformatie en manipulatie. Als een apotheker ons een homeopathisch middel probeert aan te praten met de melding dat het bij haar heeft geholpen, kunnen we terecht de wenkbrauwen fronsen. En ook niet alle rechtvaardigingen kunnen door de beugel. Als iemand verklaart dat hij een iPhone stal omdat die dat nu eenmaal leuk vindt, dan zullen we die persoon terechtwijzen en misschien zelfs in het vervolg mijden. De norm die deze reden impliceert vinden we immers onaanvaardbaar. De dief moet dan op zoek naar betere redenen – als die al bestaan – of zijn gedrag aanpassen, wil hij door anderen getolereerd worden. Kortom, wanneer we redenen evalueren zijn we veel kritischer dan wanneer we redenen produceren. En dit opent perspectieven.
Mensen zijn, zover we weten, de enige diersoort op deze planeet die kan redeneren. We zijn aldus, in de woorden van de Amerikaanse filosoof Wilfrid Sellars, de ruimte der redenen binnengetreden. Dit betekent dat we niet zomaar dingen kunnen zeggen of doen, maar dat we steeds ter verantwoording kunnen worden geroepen: waarom geloof je dit, waarom meen je dit te weten, waarom handel je op die manier? Steeds kunnen anderen ons vragen naar onze redenen en wij naar die van hen. Eerst zullen de redenen niet bijster sterk zijn, zolang we er maar mee weg komen. De kritische blik van anderen verplicht ons evenwel om tot steeds betere redenen te komen. Wanneer we die niet meer kunnen verzinnen dan dienen we onze overtuigingen aan te passen of ons gedrag bij te stellen. Voor het geloof in God, heksen en eenhoorns zijn onze redenen uitgeput, voor slavernij of vrouwenbesnijdenis aanvaarden we geen excuses meer. In de plaats kwamen onder andere de relativiteitstheorie en de Verklaring van de Universele Rechten van de Mens. Aldus resulteren onze interacties in de ruimte der redenen in betere kennis, beter gedrag, betere vormen van samenleven.
De ruimte der redenen kan enkel dergelijke mooie resultaten voortbrengen wanneer mensen in alle vrijheid redenen kunnen formuleren en die van anderen evalueren. Anders krijgen we een eenheidsworst die uitmondt in dogmatisme en totalitaire regimes. Wetenschap en democratie vormen bij uitstek de ruimtes waarin redenen vrij spel krijgen met verbluffende uitkomsten: buitengewone kennis over alle aspecten van de werkelijkheid en een samenlevingsvorm die in principe aan alle mensen de kansen biedt om zich te ontplooien. Enkel deze "open samenlevingen", in de woorden van Karl Popper, zorgen ervoor dat door de interactie van woord en tegenwoord, door constante dialoog, meningen tot kennis worden.
Kwintessens
Stefaan Blancke is wetenschapsfilosoof aan de Universiteit van Tilburg
_Stefaan Blancke -
Meer van Stefaan Blancke

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws