Het Vrije Woord
Geschreven door Benny Madalijns
  • 2040 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

19 november 2020 Over vrijmoedigheid, denken en tegendenken in duistere tijden
Een beschouwing ter gelegenheid van de UNESCO Werelddag van de Filosofie
Mens zijn brengt verplichtingen mee. Verplichtingen die echter steeds aangegaan dienen te worden vanuit de vrije wil. De vrije wil en het recht op eigen inzichten zijn nu eenmaal essentiële onderdelen van het mens-zijn zoals ik het zie. Afwijken van het algemeen gangbare, afwijken van al te rigide regels is vanuit vrijdenkersstandpunt gezien hierbij meer dan geoorloofd. Want zo en niet anders voldoen wij maximaal aan de opdracht te zoeken naar dé waarheid, of beter naar een waarheid.
Mijn, zijn, haar of x'es waarheid, want … 'door te zeggen dat de mens bestaat uit kracht en zwakheid, uit inzicht en verblinding, uit kleinheids en grootsheid, zet je hem niet in de beklaagdenbank, maar daarmee geef je een definitie van de mens' (Dennis Diderot, Filosofische gedachten, XLI, 2012: 68).
Filosoferen betekent in de eerste plaats 'zelf denken', maar vermits wij daar meestal toch niet voor het volle pond in slagen, spelen wij met z'n allen sowieso maar al te graag en al te dikwijls al te gretig leentjebuur bij de verworvenheden van het denken van anderen. Niet met mij, moet Diogenes Apolloniates gedacht hebben, want toen men vroeg wat onder de mensen het mooiste is, antwoordde hij blijkbaar toch maar lekker 'hei parreisia', de vrijmoedigheid! Zou Diogenes uitgegaan zijn van een ongelimiteerd vertrouwen in de rede om tot redelijkheid te komen of eerder vanuit een zachtverlicht buikgevoel? Ik vraag het me wel eens af!
In de jaren dertig van de vorige eeuw schreef Bertolt Brecht een gedicht, getiteld Aan wie na ons komen. Het opent met de beroemde zin: 'Werkelijk, ik leef in duistere tijden!', en komt zowat tot de slotsom dat: '… daarin ook gezongen zal worden, over de duistere tijden weliswaar' (Svendborger Gedichte II, in: Over de aardse liefde en meer, 1998: 50).
Met de wetenschappelijke kennis van nu weten we dat ten tijde van de door ons aanbeden Verlichting – van het rationalisme, onze neocortex overheerste, maar dat vandaag het oude limbische systeem, ons zoogdierenbrein zeg maar, bij velen blijkbaar opnieuw de overhand heeft genomen. Denk maar even aan het leven en de werken van nogal wat autocratisch geïnspireerde wereldse – en/of godsdienstig geïnspireerde boegbeelden.
In mijn eigen lezing van het hoe en het waarom van ons mens-zijn kan en mag dit wereldse credo nooit gelijkgesteld worden aan onverschilligheid, aan eenstemmigheid, aan uniformiteit of hokjesdenken. Creativiteit bij het voortdurend herijken van onze inzichten is naar mijn aanvoelen hét basisingredient voor een zelfstandige en openhartige mens-waardige beleving. Voor voortdurende toetsing van vooropgestelde morele waardensystemen en standpunten. Voor denken én doen, zonder te moeten meten met de ogen van de anderen.
Werken aan jezelf is mijns inziens dan ook het uitgelezen labo om de eigen opinies over een steeds breder uitdijende wereld bij regelmaat te toetsen aan de bevroren tijd van gisteren en de waan van vandaag. Ver voorbij alles wat buiten de je door de anderen aangemeten gezichtsvelden valt. Alleen zo kan je volwaardig uitgroeien van een zwijgzame observator tot een welbespraakte gids bij een rondleiding doorheen het je bij geboorte toevertrouwde aanvankelijke Huis der Onbekenden.
Een nieuwe thuis die je ooit voorkwam als niets meer dan een grillig gevormd gangenstelsel, een labyrint zonder eenduidige wegwijzers dat allengs een best leefbare biotoop met welwillende, organische vormen bleek te zijn. Een vrijhaven waar geen enkele vraag of bedenking boven de verbeelding kan of mag uitstijgen: '… O, wat een zacht en gezond hoofdkussen zijn onwetendhed en gebrek aan nieuwsgierigheid om een helder hoofd op te rusten te leggen' (Michel de Montaigne, Essais, III, 1965: 13).
Mens zijn onder de mensen moet je dankbaar laten dromen van de veilige havens van Ithaka en je tegelijkertijd steevast aan het twijfelen brengen, zo zie ik het. Met in het achterhoofd voortdurend Kants sceptische twijfel als voorbode op een doorwrochte maatschappijkritiek. Een opbouwend scepticisme dat Hegel ooit treffelijk omschreef als '[...] de kunst om alles wat bepaald is te ontbinden en te tonen in zijn nietigheid' (Nichtigkeit) (John Richardson, Existentional Epistemology, 1987: 177).
Deze vreemde tijden doen ons voortdurend inzien wat de betekenis van een toekomstig 'waarachtig' leven zou kunnen zijn: een doordachte, eventueel beschouwelijke levensloop op basis van eigen doorleefde ethische en esthetische standaarden, waarin je tegelijkertijd rekenschap aflegt aan je naasten, de anderen en je omgeving. Het volle leven, zeg maar, waarin het goede én het hedonistische, het genot én het beschouwen, de beheersing én de overgave, de rust en de verstrooiing senso strictu naar een gelijkwaardig evenwicht zoeken.
Ergo. Filosofie is een vorm van kunst, en kunst moet je open-minded benaderen, met de bereidheid om steeds weer nieuwe perspectieven, nieuwe inzichten en nieuwe beelden op te doen. Al filosoferend kan je samen met John Williams, de schrijver van onder andere de roman Stoner: … 'ontsnappen in de werkelijkheid om het verschil te maken'. Als bonus levert deze kijk op het leven, het waarom op waarvoor je kunt leven. En als je als vrijdenker weet waarom je leeft, kun je verdomd wat tegenslag verdragen. Conform de mokerende uitspraak van Nietzsche: … wie een waarom heeft waarvoor hij wil leven kan bijna elk hoe verdragen (Godenafschemering: spreuken en pijlen, XII, 2007: 10)
Zo zie ik mijn dagdagelijkse (innerlijke) hoe en waarom zoektochten graag als een waarlijk au-delà in kantiaans perspectief. Iets dat uit onszelf voortkomt, niet uit een goddelijke vooringenomenheid. Als iets dat me terugvoert naar het diepmenselijke, en er tegelijkertijd onverbrekelijk mee verbonden is. Een in het zelf opgeslagen Jenseits (aan gene zijde) dat zich al doende behaaglijk tracht vast te klampen aan het Diesseits (aan deze zijde) van het menselijke existeren. Als een actief speelveld binnen de levenskunst van denken en doen, niet om leentjebuur te spelen bij de ander, maar om hem echt trachten te ontmoeten. Om je te laten aanraken door de nabijheid van ook zij die nu even afwezig zijn, wars van al te nieuwerwetse communicatieblabla en de hyper-managementshocuspocus, want: … 'slechts in het gelaat van de Ander ben je pas vrij' (Emmanuel Levinas, Vrijheid en gebod, 1969: 12).
Misschien moet ik het voorgaande hier en nu maar eens trachten te illustreren met een fragment uit het boek Demian van Hermann Hesse, de Duitse neoromantische schrijver die steevast op zoek ging naar de individueel handelende mens. Hij schreef het boek in 1919 als aanklacht tegen de gruwel van Wereldoorlog I: … 'Ieder mens is niet allen hijzelf, hij is ook het unieke, het zeer bijzondere, in elk geval belangrijkste punt, waar de verschijnselen van de wereld elkaar kruisen, slechts eenmaal op die manier en nooit weer. Daarom is de geschiedenis van ieder mens belangrijk, eeuwig, goddelijk, daarom is ieder mens, zolang hij maar leeft en de wil van de natuur vervult, wonderbaarlijk en alle aandacht waard. In ieder mens heeft de geest gestalte gekregen, in ieder mens lijdt het schepsel, in ieder mens wordt een verlosser geboren' (Demian, 1971: 8).
Als vrijdenkers mogen wij bijgevolg nooit aan onze plicht verzaken om er blijvend op toe te zien dat we in onze al dan niet zelfgekozen quarantaine niet langzameraan verstenen tot zelfgenoegzame Golems, door met betweterige vooringenomenheid te prevelen dat onze eigen denkbeelden veruit dé hoogstwaardigst mogelijke denkbeelden in dit ondermaanse vertegenwoordigen.
Soit. Ego alius quam sum esse non possum: een ander dan ik ben kan ik niet zijn, om maar eens een keertje met Huizinga te besluiten, denk ik dan …
Wie een waarom heeft waarvoor hij kan leven, kan bijna elk hoe verdragen Friedrich Nietzsche
Het Vrije Woord
Madalijns is van opleiding Leraar Beeldende Kunsten en doctor in de Archeologie & Kunstwetenschappen. Hij is schrijver van amper te publiceren verhalen over denken & doen, zoals het boek 'Ondanks alles / Malgré tout' (ASP). En schilder & collagist van zo maar wat bedenkingen van geest & gemoed. Hij is ondervoorzitter bestuursorgaan Instelling Morele Dienstverlening Vlaams-Brabant. (Foto: Jean Cosyn - VUB)
_Benny Madalijns -
Meer van Benny Madalijns

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws