Vrijzinnige Vrouwen
Geschreven door Tina De Gendt
  • 1937 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

8 september 2020 'Ons' verleden ter discussie
Diversiteit en identiteit, racisme en samenleven, migratie en cultuur: bij de kleinste gebeurtenis raken de gemoederen telkens opnieuw verhit. Maar net als je denkt dat we in cirkels praten, verschijnt het licht aan het eind van de tunnel. Of we het nu hebben over dekolonisatie, een Vlaams canon of over migratie: het besef dringt door dat als we samen een toekomst willen uitbouwen, we niet met vandaag zullen moeten beginnen, maar met gisteren.
"Nu gaat het over jou he Mahmutje?" Twee lichamen zakken tegelijkertijd door de museumvloer: dat van de gids die net de aartsrivaliteit tussen Keizer Karel en Süleyman de Prachtlievende ter sprake heeft gebracht en dat van de tienjarige die in het bijzijn van al zijn vrienden hardhandig uit onze samenleving is getrapt door zijn juf. "Dat het zo moeilijk is de allochtone leerlingen te enthousiasmeren voor 'onze geschiedenis'", vertrouwt ze me achteraf nog toe. 'Dat het toch moeilijk is je deel te voelen van een maatschappij als je constant naar de andere kant van haar geschiedenis wordt verwezen', heb ik toen bedacht.

Aan dat voorval heb ik vaak moeten terugdenken wanneer de vlam de afgelopen jaren weer eens in de pan sloeg omtrent samenleven in diversiteit. Telkens over andere feiten, met andere woorden en door andere mensen wordt in essentie hetzelfde gezegd als toen in het museum: aan de ene kant het verwijt: "Jullie wíllen er niet bij horen", aan de andere kant het verwijt: "We mógen er niet bijhoren." Terwijl de hamvraag uiteraard luidt: hoe kàn iedereen erbij horen? Hoe bouwen we een maatschappij waar iedereen aan wil en mag deelnemen? Een van de belangrijkste sleutels tot zo'n inclusieve samenleving werd tot voor kort schromelijk over het hoofd gezien: ons (niet zo inclusief) verleden.

Ik ben niet helemaal zeker of het verleden al die tijd de olifant in de kamer, het laatste heilig huisje of gewoon een grote blinde vlek is geweest, maar in elk geval is het debat erover de afgelopen twee jaar plots in alle hevigheid losgebarsten. Eindelijk! Je hoeft het daarom nog niet eens te zijn met de plannen van de regering om een 'Vlaams canon' op te stellen en ook niet met de actiegroepen die standbeelden neerhalen, maar op zijn minst leggen ze de vinger op de wonde. Want het is niet alleen het heden dat het pijn doet, maar ook het verleden.
Net zoals elk individu een 'life story' heeft waarop zijn identiteit stoelt, zo heeft elke samenleving, elke gemeenschap een collectief verhaal waarmee ze zich als groep legitimeert. Hoe meer je je kan identificeren met dat verhaal, hoe meer je je lid voelt van de groep. Simpel gesteld: een inclusieve toekomst begint bij een inclusief verleden.

Dat klinkt misschien utopisch, maar het staat ook letterlijk in het regeerakkoord: "Een gedeelde samenleving is maar mogelijk als onze jonge generaties beseffen vanwaar ze komen." En hoewel er over dat beruchte canon heel wat inkt is gevloeid (en ongetwijfeld nog zal vloeien), doet de huidige regering niet veel anders dan haar voorgangers: haar samenlevingsmodel legitimeren vanuit een interpretatie van het verleden. Heel onze nationale geschiedschrijving is op die manier tot stand gekomen, maar zelfs wanneer geschiedenis in de grootste onafhankelijkheid wordt geschreven, drukt ze ontegensprekelijk een hedendaagse maatschappelijke visie uit. Wie zei ook weer dat "geschiedenis altijd meer zegt over de tijd waarin het geschreven wordt dan over de tijd waarover het gaat"? De winnaars en verliezers, de vijanden en de helden van het verleden geven een naam en een gezicht aan onze collectieve normen en waarden van vandaag.

Op het moment dat onze samenleving verandert, zullen we ook op een andere manier naar ons verleden kijken. Het is overigens niet de eerste keer dat dat gebeurt. Dezelfde beweging werd ook al gemaakt voor vrouwen en voor arbeiders ('de kleine man'): tegelijkertijd met de emancipatiebewegingen groeide ook erkenning voor de rol en aanwezigheid van vrouwen en arbeiders in de geschiedenis. Nochtans werden toen dezelfde argumenten gebruikt die vandaag rond migratie en dekolonisatie worden geopperd: je kan de feiten toch niet veranderen? Je kan die groepen toch geen rol toedichten als ze geen rol hebben gespeeld? Grote delen van onze bevolking hebben toch geen verleden op deze plek?
Maar een 'inclusief verleden' gaat natuurlijk niet over het effectief 'aanwezig zijn geweest' in dat verleden. Het verleden is geen legendarisch rockconcert dat je moet meegemaakt hebben om erover te kunnen meespreken en je hoeft geen vergeeld ticket voor te leggen als bewijs dat jij of je voorvaderen er in 1302, 1566, 1789, 1830 bij waren om je identiteit erop te mogen baseren. Wie van ons zou dat überhaupt kunnen? En toch is dat precies wat we vandaag doen met Vlamingen van een andere origine. Door hen te vertellen dat de geschiedenis van de stad, de regio, het land waar ze geboren en getogen zijn niet hún erfgoed is, zetten we hen (van kleinsaf aan en vaak niet eens slecht bedoeld) buiten onze samenleving.

Een 'inclusief verleden' gaat ook niet over wie erbij was of wat er is gebeurd, maar wel over de manier waarop het wordt verteld, de interpretatie die we eraan geven, de erkenning van feiten en mensen die we vroeger niet relevant vonden. Het gaat over het opbouwen van een verhaal waar we ons mee kunnen identificeren. Als groep, maar vooral als individu.

En daar wringt het schoentje vandaag: grote delen van onze bevolking (en heus niet alleen diegenen met roots in migratie) geven namelijk aan zich niet te herkennen in de versie van het verleden die we hebben geleerd op school, in musea, in boeken, op tv.  Nu onze collectieve waarden ter discussie staan, rijzen ook vragen over de winnaars en verliezers, de vijanden en de vrienden uit het verleden. Dat debat wordt nu sterk identitair getrokken, maar je hoeft geen Congolese roots te hebben om aanstoot te nemen aan Leopold II of erkenning te vragen voor de omstandigheden waarin gastarbeiders in de jaren zestig naar België werden gehaald. We hoeven het daarom niet over alles eens te zijn (dat zou pas utopisch zijn), maar wie het meent met die inclusieve samenleving, moet ook het gesprek over het verleden aan durven gaan.
Het zal buitenstaanders misschien verbazen om het te horen, maar voor een keer waren de geschiedkundigen het maatschappelijk debat ver voor. In de brede Vlaamse erfgoedsector nodigt men al jaren, zowel in kleine musea als op beleidsniveau, het brede publiek uit om dat gesprek aan te gaan. De tijd dat een museum de ene juist waarheid over ons verleden (zoals beschreven door historici) vertaalde naar het 'brede publiek', ligt (gelukkig!) ver achter ons. Vandaag zijn musea dynamische plaatsen waar kinderen, jongeren én volwassenen worden uitgenodigd om mee te denken via participatieve en cocreatieve projecten. Juist omdat ze, door hun publieke opdracht, dagelijks geconfronteerd worden met veranderende vragen van de bevolking en vraagstukken rond identiteit, zijn erfgoedwerkers zich (meer dan academici) bewust van het feit dat ze dit gesprek moeten aangaan. Tijdens het laatste Groot Onderhoud (de jaarlijkse bijeenkomst van de erfgoedsector) stelden enkele vooraanstaande denkers over migratie en diversiteit ook vast dat de erfgoedsector (in tegenstelling tot tal van andere sectoren) de 'ogen open heeft'. Wij zijn klaar voor het debat, al zijn we nog steeds druk zoekend naar een manier om dat te voeren.

Hoe maken we het verleden toegankelijk voor alle leden van onze samenleving? Wat doen we met figuren die plots controversieel blijken? Hoe maken we migraties zichtbaar waarvan amper bronnen zijn bewaard? Waarover kunnen we van mening verschillen? We weten het zelf ook niet goed, maar de bereidheid om te leren is groot. Het gelukkig toeval wil dat de geschiedenis van Vlaanderen enorm veel opportuniteiten biedt om het over migratie en diversiteit te hebben. Eerst en vooral hebben we uiteraard de geschiedenis van de arbeidsmigratie (waarvan we vandaag nog amper iets weten), maar ook als we verder teruggaan in de tijd kunnen we er niet omheen dat Vlaanderen zowel economisch, cultureel als politiek eeuwenlang een draaischijf voor ideeën en mensen uit heel Europa (en verder) is geweest. En hoewel de meeste mensen zich wel bewust zijn van het feit dat migratie 'van alle tijden is' en Vlaanderen geen eiland, maar een overstromingsgebied is, is voor het 'diverse' aspect van ons erfgoed tot nu toe heel weinig aandacht geweest. Nochtans zou het zowel juffen als Mahmutjes wellicht interesseren te weten welke leus de Antwerpse Watergeuzen aannamen na de heerschappij van Keizer Karel: "Liever Turks dan Paaps".
Vrijzinnige Vrouwen
Tina De Gendt is historica en auteur van ondermeer 'Turkije aan de Leie. Kroniek van vijftig jaar migratie' (Lannoo, 2014) . De volgende jaren reist ze in opdracht van het Stadsmuseum-STAM de 19de eeuwse gordel van Gent af op zoek naar verborgen geschiedenissen in het kader van een innovatief participatief erfgoedproject De Vierkante Kilometer.
_Tina De Gendt -
Meer van Tina De Gendt

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws