Kwintessens
Geschreven door Stefaan Blancke
  • 7616 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

22 juli 2020 Kritisch denken kritisch bekeken: tijd voor meer vertrouwen?
De mens lijkt wel geboren om te geloven in dommigheid. Van Amerikaanse fundamentalisten die godsvruchtig jongleren met ratelslangen tot hoogopgeleide Europeanen die door hun verzet tegen vaccinaties het leven van hun en andere kinderen op het spel zetten, niemand ontsnapt eraan. Deze uniek menselijke gevoeligheid voor domme overtuigingen danken we aan onze goedgelovigheid. Hoe gek de verhalen ook zijn – bovenmenselijke schepsels die onze zonden bestraffen, bezoekjes door geesten, voorouders en aliens, suikerwater met medische krachten enzovoort —, we slikken ze als zoete koek.
De oorsprong van onze domheid ligt bij onze evolutionaire geschiedenis. Evolutie heeft ons uitgerust met allerlei talenten – zintuigen, redeneervermogen, communicatie – om op een kordate en efficiënte manier met onze omgeving om te gaan. Deze talenten laten ons evenwel niet toe om ons een volledig juist beeld van de werkelijkheid te vormen. Niet alleen hebben we zo'n wetenschappelijke kijk op de wereld niet nodig, soms is het ook beter om je gewoonweg te vergissen. Een roofdier ontwaren dat er niet is, zorgt enkel voor een misplaatste vluchtreactie. Er één over het hoofd zien daarentegen kan heel andere gevolgen hebben. We kunnen dan ook verwachten dat mensen vaak een individu of een patroon te veel zien. Deze geëvolueerde strategie van 'better safe than sorry' kan heel wat onzin verklaren.
Gelukkig bestaat er een remedie tegen de verspreiding van onzin, namelijk kritisch denken. We kunnen leren stilstaan bij de overtuigingen die we al hebben en die anderen ons nog willen aanpraten en aldus het kaf van het koren scheiden. Dit idee vinden we ook terug in het wetenschappelijke tweebreinensysteem dat mede ontwikkeld is door de psycholoog en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman. Dit systeem maakt het onderscheid tussen de intuïtieve en de reflectieve geest. De intuïtieve geest zorgt voor spontane responsen op specifieke omstandigheden. Voorbeelden zijn de angst voor spinnen of de rush die we voelen bij intense verliefdheid.
Wanneer we op deze geest terugvallen maken we spontane, emotionele beslissingen die niet altijd even rationeel zijn. Zo kiezen we een auto omdat die onze lievelingskleur draagt of een mooie look heeft en niet omdat die veilig is. Ook maakt deze geest ons uitermate gevoelig voor ideeën die heel aannemelijk klinken, maar niet altijd even correct zijn zoals pseudowetenschappen en religies. Gelukkig beschikken wij mensen ook over een reflectieve geest die op tijd en stond bijstuurt wanneer het misgaat. Even stilstaan bij onze overtuigingen en beslissingen en we worden opnieuw onze rationele zelve.
Het bovenstaande verhaal doet vaak de ronde in academische en skeptische kringen. Ook zelf heb ik het al meermaals opgedist tijdens lezingen en lessen. Maar uiteindelijk is dit een verhaal dat iedereen graag over zichzelf vertelt. Zijn het immers niet altijd de anderen die zo belachelijk goedgelovig zijn? Wijzelf daarentegen vormen steeds het toonbeeld van rationaliteit. Maar als iedereen zo rationeel is, wie zijn die irrationele anderen dan? Hier is iets vreemds aan de hand.
Volgens cognitief psycholoog Hugo Mercier moeten we ons beeld van de goedgelovige mens dan ook dringend bijstellen. In zijn recente boek met de veelzeggende titel Not Born Yesterday toont Mercier op overtuigende wijze aan dat mensen doorgaans inderdaad 'niet van gisteren' zijn. Integendeel, in de meeste situaties kunnen ze probleemloos zin van onzin onderscheiden en weten ze perfect wie ze kunnen vertrouwen en wie niet. Wanneer ik beweer dat er aan de evenaar pinguïns te vinden zijn (namelijk op de Galapagoseilanden) zal je dat – hopelijk – heel wat aannemelijker vinden dan wanneer ik verkondig dat dezelfde vogels deze nacht in mijn stadstuintje zijn geland. En als je badkamer onder water loopt door een kapotte leiding ga je niet te rade bij een advocaat, net zomin je voor informatie over belastingen bij een filosoof aanklopt – ik zou het u in ieder geval niet aanraden.
Dat we deze situaties op een spontane wijze goed kunnen inschatten wijst erop dat mensen van nature kritisch staan ten opzichte van wat anderen hen vertellen. Dat blijkt ook uit onderzoek naar de reacties van mensen op pogingen om hun gedrag of gedachtegoed op massale schaal te manipuleren. Denk bijvoorbeeld aan de reclame die ons dagelijks overspoelt, politieke verkiezingscampagnes, de propaganda die de Duitse bevolking tot het nazisme bekeerde en fake news. In tegenstelling tot wat velen denken, hebben deze pogingen weinig tot geen effect. Mensen zijn nauwelijks geneigd om van gedachte te veranderen of vreemde verhalen voor waar aan te nemen.
Wat anderen ons vertellen evalueren we steeds tegen de overtuigingen die we reeds koesteren. We trekken steeds na of de nieuwe informatie plausibel is of in ons kraam past. Deze natuurlijke kritische houding beschermt ons op een efficiënte wijze tegen mogelijk bedrog en manipulatie door anderen. Hierdoor zijn we allesbehalve goedgelovig, integendeel. Check eens bij jezelf: geloof jij Donald Trump wanneer hij over zichzelf beweert dat hij de beste president ooit is?
Maar onze kritische houding is een tweesnijdend zwaard. Volgens Mercier zijn we eerder te kritisch. Hierdoor zijn we weinig bereid te luisteren naar anderen die misschien betere ideeën hebben of meer weten dan wij.
Dat zie je duidelijk bij aanhangers van pseudowetenschappen en complottheorieën. Deze mensen zijn juist heel erg sceptisch tegenover wat wetenschappers vertellen. Dat komt doordat wetenschappelijke inzichten vaak tegen onze intuïties indruisen. Onszelf beschermen tegen ziektes door ziektekiemen in ons lijf te prikken? Een paar fundamentalistische moslims die er op hun eentje in slagen de Twin Towers met vliegtuigen te doorboren? Soorten die evolueren terwijl nog nooit een chimpansee in een mens is veranderd? Ons eten verbeteren door met ggo's tegen de wil van Moeder Natuur in te gaan? Het zal wel!
Kortom, mensen moeten helemaal niet kritisch leren denken – dat doen ze blijkbaar vanzelf en in al te grote mate. We moeten net meer en op de juiste manier leren vertrouwen. Geen blind vertrouwen dus, maar ook geen principiële achterdocht. Daarbij lopen we uiteraard het risico dat anderen zo nu en dan ons vertrouwen schaden. De negatieve gevolgen wegen evenwel niet op tegen de positieve. We doen meer kennis op en kunnen met meer mensen samenwerken. Bovendien leren dergelijke tegenslagen ons in het vervolg op een betere manier vertrouwen te geven. Wil je dus je kijk op de wereld verbeteren, ga dan in gesprek met anderen, ook en vooral wanneer die een andere mening hebben dan jij. Je zult er geen spijt van hebben, vertrouw me.
Kwintessens
Stefaan Blancke is wetenschapsfilosoof aan de Universiteit van Tilburg
_Stefaan Blancke -
Meer van Stefaan Blancke

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws