Kwintessens
Geschreven door Johan Braeckman
  • 7857 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

15 april 2020 Over religie, corona en Schotten met of zonder ondergoed
Het is intrigerend hoe religieus geïnspireerde mensen, in het bijzonder de fundamentalistische varianten, tegenover het coronavirus staan. Er is een hele waaier aan reacties: ontkenning van het bestaan ervan; het is een straf van god; het is door god gezonden om ons geloof te testen; het brengt ons een goddelijke boodschap; het is bedacht door Satan enzovoort. De hele resem aan mogelijke religieuze standpunten ertegenover passeerde de voorbije weken de revue.
Het loont de moeite om die reacties te ontleden, ook al wekken ze een emotionele mix van medelijden, droefheid en angst op. Ze bieden ons een goed inzicht in de wijze waarop religie tot pseudowetenschap, denkfouten en drogredenen kan leiden. Neem bijvoorbeeld dit filmpje, waarin we enkele moslima's in boerka stellig horen beweren dat het coronavirus moslims niet kan treffen, omdat hun geloof hen beschermt. Enkel ongelovigen zijn kwetsbaar.
Op de opmerking van de interviewster dat er wel degelijk ook moslims ziek worden door corona, komt het antwoord: 'dat zijn geen echte moslims'. Het is een klassiek voorbeeld van de no true Scotsman fallacy, de drogreden die een veralgemening tracht in stand te houden door elke uitzondering erop als onecht of irrelevant te bestempelen.
Stel dat een Schot in een kilt me verzekert dat geen enkele Schot ondergoed draagt onder zijn kilt. Ik repliceer daarop dat ik ooit een Schot in een kilt een traditionele Highland dance zag uitvoeren, waarbij zo nu en dan duidelijk te zien was dat de danser ondergoed droeg. Waarop mijn gesprekspartner antwoordt: 'Dat was geen echte schot'. De definitie die mijn gesprekpartner hanteert, is immuun tegen elke afwijking. Hij houdt vast aan zijn essentialistische omschrijving, wat hem feilloos toelaat het onderscheid te maken tussen echte en valse Schotten. Ik wijs hem erop dat hij een retorische truc hanteert. Zijn definitie, zo denk ik, is onhoudbaar, want die dansende Schot die het publiek zijn ondergoed liet zien, zag er toch in alle opzichten zeer Schots uit. Tijdens zijn optreden zei hij overigens zelf dat hij wel degelijk een echte Schot was, ondanks het modieuze ondergoed.
Mijn gesprekspartner heeft nu in essentie twee opties. Hij kan toegeven dat ook echte Schotten soms ondergoed dragen. Het al dan niet dragen van ondergoed is dan niet langer van belang voor wat het betekent om een echte Schot te zijn. Dat houdt natuurlijk het risico in dat definities gaandeweg verwateren, tot ze inhoudsloos worden. Een 'echte Schot' kan dan ondergoed dragen of niet, van whisky houden of niet, nooit haggis eten, Engels praten zonder Schots accent enzovoort. Uiteindelijk kan dat ertoe leiden dat ook een Inuit uit Groenland een 'echte Schot' kan zijn, of nog extremer, zelfs een Engelsman uit Oxford. Dat komt natuurlijk over als absurd en, in elk geval voor mijn Schotse vriend, als volkomen onaanvaardbaar. Bijgevolg blijft hij vasthouden aan de tweede optie, die neerkomt op de no true Scotsman fallacy en de definitie van de 'echte schot' strikt afbakent en geen enkele uitzondering erkent.

(lees verder onder de foto)
© Gwenny Cooman
Een mogelijke oplossing hiervoor houdt in dat we in zijn redenering meegaan. We aanvaarden de strenge, onwrikbare definitie, wat de drogreden lijkt op te heffen. Die danser die ik zag, die ondergoed droeg onder zijn kilt, is dan inderdaad geen 'echte Schot'. Maar dan lopen we het risico dat de definitie gaandeweg louter platonisch wordt en geen aansluiting meer vindt in de realiteit. Mocht de mode veranderen, of de hygiënische etiquette ervoor zorgen dat elke Schot binnenkort ondergoed draagt, dan zijn er van dan af aan geen 'echte Schotten' meer.
Een zeer bijzondere problematiek doet zich nu voor wanneer mijn vriend, die zichzelf een echte Schot noemt en een kilt draagt met niks eronder, gedwongen wordt tot het dragen van ondergoed, bijvoorbeeld omdat een nieuwe Schotse wet dat eist, of omdat hij moet van zijn vrouw (omdat zij thuis de broek draagt, uiteraard). Kan hij dan zichzelf nog steeds een 'echte Schot' noemen? Indien ja, dan moet hij zijn definitie wijzigen, wat de deur opent voor allerlei onwenselijke gevolgen. Indien niet, dan stort hij zichzelf in een identiteitscrisis, of wordt hij een afvallige.
De moslima's nu, die zeker weten dat 'echte moslims' – a priori reeds beperkt tot islamitische gelovigen van hun bepaalde subgroep – per definitie onkwetsbaar zijn voor het coronavirus, hebben een analoog probleem. Wat als iemand van hun familie of geloofsgemeenschap besmet raakt? Zijn het dan geen echte moslims? En wat als corona henzelf infecteert?

(lees verder onder de foto)
© Gwenny Cooman
De zogenaamde snake handlers, een fundamentalistische groep protestanten in de Verenigde Staten, volgen de religieuze logica van de moslima's. Tijdens kerkdiensten halen ze gifslangen uit een zak en doen er dansjes mee.
Ze zijn er oprecht van overtuigd dat hun god de echte gelovigen zal beschermen tegen slangenbeten en tegen het vergif. Het staat hier en daar duidelijk in de bijbel, bijvoorbeeld in het relaas van Marcus over de verrijzenis van Jezus en zijn verschijning voor de apostelen (zonder Judas) en Maria Magdalena (uit wie hij eerder zeven duivels had verdreven): 'Wie gelooft en gedoopt is, zal gered worden, maar wie niet gelooft zal veroordeeld worden. En deze tekenen zullen de gelovigen vergezellen: in mijn Naam zullen ze duivels uitdrijven, nieuwe talen spreken, slangen opnemen; zelfs als ze dodelijk vergif drinken zal het hun geen kwaad doen; en als ze aan zieken de handen opleggen, zullen deze genezen zijn.' (Marcus 16: 16-18).
Desondanks worden geregeld snake handlers gebeten. Er dienen zich dan twee mogelijke reacties aan. Ofwel is het slachtoffer geen echte gelovige, aangezien hij anders onkwetsbaar voor de slang was; ofwel gaat het om een jammerlijke vergissing. Beide opties leiden vaak tot drama's, aangezien de ongelukkigen die een beet kregen, vaak een behandeling met tegengif weigeren. Doen ze dat niet, dan geven ze aan hun gemeenschap toe geen 'echte gelovige' te zijn. De weigering is een religieus statement met een signaalfunctie voor hun groep: 'de slang heeft me gebeten, maar aangezien ik wel degelijk een echte gelovige ben, hoef ik geen angst te hebben voor het gif'.
Niet veel later zijn ze overleden.
Kwintessens
Voormalig hoogleraar wijsbegeerte, auteur en lid van de humanistische denktank Kwintessens
_Johan Braeckman -
Meer van Johan Braeckman

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws