Geschreven door Michel Ackaert
  • 1787 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

28 november 2019 Barbie, Fulla, Bumba en deradicalisering
Damascus, juni 2008. Ik was zonet in de Omajjadenmoskee. Een delegatie bedevaarders uit Iran stonden er te drummen om een glimp op te vangen van het hoofd van Johannes de Doper. Jawel, ook de moslims erkennen deze voormalige badmeester aan de Jordaan als een profeet. Een imam duwde met zachte dwang de gelovigen opzij zodat ook die ongelovigen, wij dus, het schrijn konden bewonderen.
Tolerant zijn ze hier wel, vooral als je weet dat er eerst een Assyrisch heiligdom stond, later de Romeinse tempel van Jupiter Damascenus, nog later een vroegchristelijke basilica en weer “enkele afbraakfirma’s later” de huidige moskee. Naast de deur staat het Mausoleum van Saladin, een figuur die heel wat kruisvaarders zuur opbrak. Dat een onderdeel van het mausoleum geschonken werd door keizer Wilhelm II, die later heel Europa in vuur en vlam zette, lijkt nu zonderling. Lawrence of Arabia - tijdens diezelfde wereldbrand, maar dan aan de andere kant - jatte dan weer een stukje voor het Imperial War Museum in Londen. Ik laat echter alles netjes gerust en Valerie hangt de verplichte alles bedekkende grijze mantel terug aan het haakje.
Genoeg van zoveel heiligheid loop ik eventjes enkele winkelstraatjes af. Onder de vlag van Hezbollah worden heerlijke flensjes gebakken op een omgekeerde wok terwijl de muezzin door Bose luidsprekers oproept tot het gebed. Ik liet gisteren mijn haartjes knippen bij een één-stoelbarbier en gaf nadien mijn bleke blote lijf volledig over aan een potige masseur in de hammam. Voorlopig kwam ik in deze stad totaal ongeschonden uit alle Midden-Oostengevaren. Toch ben ik eventjes op mijn hoede geweest toen er 20 “gesluierde kleintjes” plots op me afkwamen, en stuk voor stuk een handje kwamen geven op bevel van de strenge kleuterjuf. “Welcome in Syrië, sir”! Kinderen zijn overal hetzelfde, dus stop ik eventjes aan een volgestouwde speelgoedwinkel. Tot aan het plafond staan de dozen er opgestapeld met het gekende poppetje. Barbie? Neen, een door een handige Egyptische commerçant uitgevonden moslimversie van dat wereldwijd meest gekende meisjesspeelgoed. Ze heet hier Fulla, en hoe je ook probeert, uitkleden tot op haar blote bips en borstjes lukt niet. Op het lijfje is namelijk zedig ondergoed geschilderd. Fulla gaat niet naar de party met Hassan, maar wel met haar zus Fatima naar de souk. Op een andere doos gaat ze bidden in de moskee en in die glittersluiertjes is ze te gast op de bruiloft van haar grote broer. Ik maak een praatje met de verkopers en blijkt dat het concept Fulla een voltreffer is. Iedere pelgrim of zakenman uit Iran, Saoedi-Arabië of de Emiraten gaat niet huiswaarts zonder een doos Fulla voor de dochters, kleinkinderen of nichtjes. Een slimme vent, die Egyptenaar!
Brugge, oktober 2019.

Ik kom net terug van een introductiesessie in de ‘feestzaal’ van het PCB, de gevangenis van Brugge. Een meerdere, maar zo zie ik haar eigenlijk niet, want we delen een gemeenschappelijke maritieme voorgeschiedenis en haar inzet op de werkvloer benadert heel sterk mijn eigen visie op detentie.
Deze vrouw gaf tekst en uitleg bij een nieuw project. Iedere medewerker, iedere bediende, ambtenaar, directeur, technieker en zelfs meneer pastoor krijgt binnenkort op zijn of haar PC een niet te missen link. Werk je voor justitie en kom je in contact met gedetineerden, dan ‘moet’ je binnenkort via E-learning een cursus over radicalisering en deradicalisering afwerken. Er is wat summiere uitleg over de werkwijze van het programma en de deadline. Ik wacht in spanning af.

Ik was zowat overal in het Midden-Oosten, en ik ben (dus) benieuwd hoe ik het er vanaf zal brengen…
In het programma zijn oefeningen ingewerkt en er kunnen (inderdaad) punten worden verdiend. Ik weet bijvoorbeeld dat als een Hezbollah-strijder ergens op een ’roadblock’ op de weg tussen Beiroet en Saida een auto tegenhoudt en wil weten of de chauffeur Palestijns of Libanees is, wat hij dan vraagt. Hij toont dan namelijk plots een tomaat! De eerste (de Palestijn) zal spontaan antwoorden “pomodoro” terwijl de tweede (de Libanees) “tamatim” zal zeggen, en dat kan daar je doodsvonnis betekenen. (Weetje. Ooit deden de Bruggelingen precies hetzelfde met de Franse bezetters tijdens de Brugse metten! “Schild en Vriend”!)

Ik werd er inderdaad tegengehouden op die weg, maar met mijn plots heel bleke Noord-Europese baardloze smoel werden er geen moeilijke vragen gesteld. Pater jezuïet père Pierre mét lange witte baard zat aan het stuur en zijn ouderwets priesteruniform was op zich voldoende om respect én een vrijgeleide te krijgen.
Ben ik ondertussen een expert op het gebied van het herkennen van radicalisering omdat ik zowel soennitische als sjiitische gebedshuizen bezocht, of omdat ik mijn halalvlees koop bij Abdel om de hoek? Of misschien omdat ik urenlang in debat ging met de crew van een jacht in de Rode Zee, op amper 70 km van Mekka? Zijn vlaggen en symbolen voor mij overduidelijk omdat ik ooit in Baalbek een geel-met-groene AK47 Hezbollah T-shirt kreeg aangeboden? Die was verdorie nog goedkoop ook (1 dollar)! Haal ik dus op het einde van de cursus het maximum aantal punten en zal ook de minister dat weten? Ik weet het niet en het hoeft ook niet. En toch, ik zal mijn best doen. Later ondervind ik dat enkele collega’s - niet de meest tolerante wereldburgers - nogal competitief en pocherig hun “uitstekende eindresultaten” vergelijken.
Brugge, november 2019.

De cursus, ik heb ze met plezier en soms met dat beetje extra interesse afgewerkt. Ergens aan het begin ervan nam onze grote baas minister Geens ook kort het woord. Hij motiveerde ons, op zijn eigenste rustige manier. De man geeft me altijd zo’n beetje het wijze, oude nonkelgevoel. Hij is niet boos te krijgen, weet altijd kalm te blijven, ook al gaat die etterjournaliste tot op het bot. Na zijn speech ging ik dus even rustig verder met mijn oefeningen. Ik behaalde een mooie score, maar toch niet het maximum. IS-vlaggen, baardmannen en koranuitspraken kende ik wel, maar die extreemrechtse symboliek en de uitwassen ervan vond ik dan veeleer beangstigend boeiend. Ik weet nu al: als er zo’n kale knikker in legerboots, met runentekens op zijn voorhoofd getatoeëerd en een slechte adem mijn pad kruist, dan ga ik zeker een straatje om. Ik kan de ademgeur van verschaald bier echt niet uitstaan, veel te radicaal!

Brugge, november 2019. De afdeling beperkte detentie (annex ongestoord bezoek) waar ik de laatste jaren zo’n beetje het zelfverklaard aanspreekpunt van ben, is aan een grondige vernieuwing toe. Na veel aandringen is men uiteindelijk gestart met het heropfrissen van de kamertjes voor intiem bezoek, de ‘sekskamertjes’ genaamd door de meeste flauwe grapjassen. Ik probeer al maanden - en dit soms wel eens schooierig - om de versleten meubeltjes te laten vervangen. Na een eerste belofte voor sponsoring gaf een chique serviceclub plots niet meer thuis. Spijtig, ik was graag in de krant gekomen terwijl ik samen met een trotse directrice zo’n gigantische cheque kreeg van Rotary, Lions (of desnoods een of andere vrijmetselaarswerkplaats).

Ik had in afwachting al maanden een lijstje klaar. De meeste meubeltjes en versieringen in de kamertjes zijn reeds lang op de schroothoop beland omwille van te goedkoop en te fragiel om bij standje nummer 32 de schokken te weerstaan. Gordijntjes zijn versleten, uit de wandklokken zijn de batterijtjes verdwenen (waar(in) naartoe?) en de schemerlampjes zijn volledig ontmanteld en onbruikbaar. Ik wil per cel twee stevige stoelen, en als dat kan en mag een mooie, erotische-maar-toch-brave reproductie aan de muur. Graag ook een praktisch onbreekbaar nachttafeltje. En vooral enkele stevige kapstokjes aan de muur. Het is tenslotte niet leuk wanneer je dat nieuw setje van Marlies Dekkers zomaar op die vieze vloer moet gooien. De lijst is klaar en werd doorgezonden naar de directie. Afwachten dus! Ook de dames van het directieteam komen dagelijks netjes gekleed op de werkvloer - dus die kapstokjes, dàt komt wel goed.
Terug naar de e-cursus radicalisering. Mijn kast ‘Toys for little girls and boys’ is een ramp. Van de tientallen barbiepoppetjes en speeltjes die ik kreeg van een lieve begripvolle mama en collega is nog weinig over.  Gezelschapsspelletjes zijn incompleet en dus onbruikbaar geworden. Leesboekjes zijn gescheurd en vies terwijl ook de speelmatjes dringend aan een wasbeurt toe zijn. Een voormalige IS-strijder, terug van het werk buiten, komt even over mijn schouder piepen. Hij is de trotse vader van een kleuter die ik net als hem al jaren ken. Wat voordien was, daar wordt weinig over gepraat. En als ik dat echt wil weten dan lees ik gewoon zijn boek. Geen stoerdoenerij dus. Dat ik in Syrië was net voor het vuur in de pan sloeg, dat weet hij  Maar dat ik het helemaal niet eens ben met godsdienstwaanzin en nog veel minder met oorlog voeren met een of andere god aan je zijde, dat is toch dikwijls een mild gesprekje waard. Wat ongestoord moet kunnen in een gevangenis, en wat (vooral na die cursus) eigenlijk ook een beetje mijn verdomde plicht is. De man volgt zelf ook reeds een deradicaliseringsprogramma, en ook dit wordt dikwijls besproken en geëvalueerd.

Deze jihadist, ex-strijder, soldaat van Allah, heeft plots een lumineus idee. Na de shift zaterdagnacht in de bakkerij heeft hij zondag vrij (maar dan wel hier tussen de muren). Hij is, net zoals velen, niet echt gelukkig met de weinig uitnodigende toestanden tijdens het familiaal bezoek op vrijdag, iets waartegen ik weinig heb in te brengen met een onthoofde barbiepop in mijn handen. “Michel, als je het goedvindt, mag ik zondagnamiddag eventjes de speelgoedvoorraad nakijken, sorteren en ontsmetten? De douches zijn dan vrij en ook de binnenplaats waar die gasten van de beperkte detentie soms gaan wandelen is dan leeg. Speelmatjes, plastic puzzels en trapwagentjes kunnen dan drogen in het najaarszonnetje!”
Ben ik verwonderd? Niet echt. Het is niet de eerste keer dat zo’n stoere gast louter uit verveling zonder verzoek en goedbedoeld met borstel en dweil in actie schiet. Dit lijkt mij juist bij de ex-terrorist een vorm van deradicalisering. Het stond wel niet in die cursus, dit kleertjes bijeen zoeken voor Barbie en Ken…
De maandagnamiddag daarop.

Moe maar met een brede glimlach komt onze nieuwe kleuterjuf een gedetineerde terugbrengen van een zware dag gebakjes, croissants en taartjes bakken. Iedereen die een gevangenis betreedt passeert onherroepelijk een metaaldetectietoestel en wordt gecontroleerd op het binnenbrengen van verboden voorwerpen. Dat is voor die kerels in beperkte detentie niet anders, ook al zijn ze nog slechts enkele maanden verwijderd van de vrijheid. Onze bakker weifelt een moment na de controle en doet zijn verhaal. “Verdorie, Michel, heb ik zondag daar uren gepoetst en afgewassen en heb ik daar alle propere speeltjes en plastiek in het zonnetje gelegd of daar gaat plots een alarm af. Even later stonden enkele stoere cipiers op de betonnen vloer tussen afbeeldingen van Bumba, een plastiek olifantje en een stapel reuzencijfers en letters in PVC, netjes op een rijtje geplaatst en schuintjes naar het zonnetje toe. Of ik een geheim bericht doorzend naar eventueel overvliegende helikopters en/of drones?” Ik heb het eventjes moeilijk om niet in lachen uit te barsten. Dat hoort niet voor een cipier in functie bij een terecht gewezen gedetineerde. Toch nog eventjes flauw plezant doen. “Best dat het geen verzameling Fulla-poppetjes was, anders was jouw deradicaliseringsprogramma én vooral jouw imago meteen naar de vaantjes!” Bismillah!

Hoeveel punten ik precies behaalde op het einde van de cursus? Zeg ik lekker niet!
Michel Ackaert (1957) was cipier in de gevangenis van Brugge. Publiceerde reisverslagen, opiniestukken, recensies en een boek over menswaardige detentie ‘Seks in de gevangenis’.
_Michel Ackaert Recensent, reiziger, vrijwilliger en cultuurfanaat
Meer van Michel Ackaert

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws